Uitspraak
20 3231 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
R. van der Heide als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 februari 2022.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante, die sinds 2004 uitgevallen is wegens klachten na zwangerschap. Appellante had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar het Uwv had haar arbeidsongeschiktheid in 2019 gewijzigd naar een lagere mate. Appellante stelde dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat haar beperkingen niet goed waren ingeschat, met name in verband met haar handproblemen. De Raad oordeelde dat de besluitvorming zorgvuldig was en dat er geen schending was van het beginsel van equality of arms, omdat appellante voldoende gelegenheid had om haar standpunten te onderbouwen. De Raad bevestigde dat de rapporten van de verzekeringsartsen van het Uwv adequaat waren en dat de medische beoordeling correct was. De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland werd bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen.