3.1.[eiseres] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde sub 1] veroordeelt, binnen vijf werkdagen na de datum van het vonnis, inzage en
afschrift te verstrekken van de volgende bescheiden:
i) alle bescheiden met betrekking tot de aanbieding van de aandelen aan de mede-aandeelhouders in overstemming met de blokkeringsregel die is opgenomen in artikel 11 van de statuten van de vennootschap;
ii) alle bescheiden met betrekking tot de mededeling van [gedaagde sub 1] aan de directie, met toelichting welke aandelen hij wenst over te dragen;
iii) alle bescheiden met betrekking tot de mededeling en ter kennis stelling door de directie van het aanbod tot koop van de aandelen aan de mede-aandeelhouders (binnen twee weken na ontvangst van de mededeling van [gedaagde sub 1] ) overeenkomstig artikel 11.4 van de statuten;
iv) het waarderingsrapport en alle overige bescheiden met betrekking tot de vaststelling van de prijs van de aandelen opgemaakt door een onafhankelijke deskundige, gemeenschappelijk aangewezen door de aandeelhouders, waaronder bescheiden waaruit blijkt dat deze benoeming is geschied in gemeenschappelijk overleg, dan wel vastgesteld zoals anders overeengekomen tussen de aandeelhouders overeenkomstig art. 11.3 van de statuten;
v) alle bescheiden met betrekking tot de mededeling en ter kennis stelling door de directie aan alle aandeelhouders van de vastgestelde of overeengekomen prijs (binnen 14 dagen) overeenkomstig artikel 11.4 van de statuten;
vi) alle bescheiden met betrekking tot de toewijzing van de aangeboden aandelen en mededelingen in dat verband aan [gedaagde sub 1] , de gegadigden aan wie de aandelen zijn toegewezen en/of de koper overeenkomstig artikel 11 van de statuten;
vii) alle bescheiden met betrekking tot de instemming/goedkeuring van de (mede-)aandeelhouders voor de overdracht in overeenstemming met de goedkeuringsregeling in de statuten van de vennootschap;
viii) de overeenkomst op grond waarvan de overdracht heeft plaatsgevonden;
ix) de notariële akte van overdracht;
x) alle bescheiden met betrekking tot de overgang van rechten tot het nemen van aandelen;
xi) alle bescheiden, waaronder de bankafschriften, met betrekking tot van de betaling van de koopprijs voor de aandelen aan [gedaagde sub 1] (inclusief datum, bedrag en wijze van betaling).
2. [gedaagde sub 2] , binnen vijf werkdagen na de datum van het vonnis, veroordeelt inzage en
afschrift te verstrekken van de volgende bescheiden:
i) het aandeelhoudersregister;
ii) de mededeling van [gedaagde sub 1] aan de directie, met toelichting welke aandelen hij wenst over te dragen
iii) alle mededelingen van de directie aan [gedaagde sub 1] , de mede-aandeelhouders, gegadigden en koper(s) overeenkomstig en zoals vereist op grond van art. 11 van de statuten;
iv) alle bescheiden waaruit blijkt dat [gedaagde sub 2] een vordering heeft op [gedaagde sub 1] ;
v) alle bescheiden waaruit blijkt dat [gedaagde sub 2] geen schuld meer heeft aan [gedaagde sub 1] ;
vi) alle bescheiden met betrekking tot en bewijs van de titels van betalingen, waaronder schulden en vorderingen, die tussen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] over en weer zijn ontstaan;
vii) de grootboekrekeningen betreffende de rekening-courantverhouding;
viii) de jaarrekeningen vanaf de oprichting van de vennootschap in 2013 tot eind 2019;
ix) alle bescheiden, waaronder bankafschriften, met betrekking tot door [gedaagde sub 2] aan [gedaagde sub 1] , al dan niet in rekening-courant, gedane betalingen (inclusief datum, bedrag en wijze van betaling);
x) alle bescheiden, waaronder bankafschriften, met betrekking tot door [gedaagde sub 1] aan [gedaagde sub 2] , al dan niet in rekening-courant, gedane aflossingen en/of betalingen (inclusief datum, bedrag en wijze van betaling);
xi) alle bescheiden waaruit de vorderingen die [gedaagde sub 1] nog heeft op [gedaagde sub 2] volgen;
xii) alle bescheiden met betrekking tot eventuele verrekeningen die hebben plaatsgevonden tussen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] , al dan niet door middel van een boeking in rekening-courant;
xiii) alle bescheiden waaruit blijkt dat door [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] aan de zakelijke vereisten is voldaan die wettelijk aan de vermeende lening van de vennootschap aan [gedaagde sub 1] (in rekening-courant boven € 17.500,00) worden gesteld, waaronder de vastgestelde zakelijke rente, afspraken over terugbetaling en te verschaffen zekerheden;
xiv) alle bescheiden met betrekking tot heffingsrente die door [gedaagde sub 2] is betaald, alsmede eventuele uitgevoerde correcties op het loon dat aan [gedaagde sub 1] is uitgekeerd en/of correcties waarmee de aan [gedaagde sub 1] uitgekeerde bedragen zijn aangemerkt als dividend en naheffingsaanslagen;
xv) afschrift van de beschikking op grond waarvan op 27 mei 2020 door [gedaagde sub 2] conservatoir beslag is gelegd op de motorboot van [gedaagde sub 1] ;
xvi) afschrift van de eis in de hoofdzaak die inmiddels door [gedaagde sub 2] is ingesteld tegen [gedaagde sub 1] ;
3. [gedaagde sub 1] veroordeelt tot nakoming van de op hem rustende informatieverplichting
als vervat in art. 475g Rv, door binnen vijf werkdagen na de datum van het vonnis, aan de
advocaat van [eiseres] en/of de behandelend deurwaarder de volgende informatie aan te leveren:
a) schriftelijk een gespecificeerd overzicht te verstrekken van zijn binnen- en buitenlandse bronnen van inkomsten, alsmede de hoogte, omvang en
samenstelling daarvan
b) schriftelijk een gespecificeerd overzicht te verstrekken van de bankrekening(en) waarop de hierboven onder a. genoemde binnen- en buitenlandse inkomsten worden gestort, dan wel op welke andere wijze deze inkomsten door [gedaagde sub 1] worden ontvangen en waar deze zich bevinden;
c) schriftelijk een gespecificeerd overzicht te verstrekken van zijn binnen- en buitenlandse vermogen (niet beperkt tot onroerende en roerende zaken, banktegoeden, effecten en andere vorderingsrechten) waarvan [gedaagde sub 1] op dit moment enig of mederechthebbende is, waaronder begrepen woningen, auto’s en boten/schepen;
d) de huidige staat van enig aanmerkelijk belang, waaronder begrepen maar niet beperkt tot, aandelen en deelnemingen die [gedaagde sub 1] houdt;
e) alle transacties (waaronder maar niet beperkt tot schenkingen) aan de kinderen van [gedaagde sub 1] ;
f) gedurende een periode van één jaar na het verstrekken van voormelde gegevens iedere mutatie in de inkomens- en vermogenssituatie op te geven aan [eiseres] ;
g) alle bescheiden, waaronder de bankafschriften, met betrekking tot de betaling van de koopprijs voor de aandelen aan [gedaagde sub 1] (inclusief datum, bedrag en wijze van betaling).
4. de vorderingen onder 1 tot en met 3 ieder voor zich toe te kennen op straffe van een
dwangsom van € 2.500,00 voor iedere dag dat door de bewuste gedaagde niet aan de
veroordeling wordt voldaan, tot een maximum van € 100.000,00 voor iedere gedaagde
is bereikt;
5. gedaagden te veroordelen in de kosten van deze procedure.