Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
.Zowel in het gesprek met de onderzoekers van BI als tijdens de mondelinge behandeling hebben [verweerster] en [A] bevestigd dat zij privé harddrugs hebben gebruikt. Niet duidelijk is geworden hoeveel en hoe vaak zij dat deden. De kantonrechter gaat ervan uit dat [verweerster] en [A] op de hoogte waren van elkaars drugsgebruik en de rol die [B] , blijkens ook de telefoontaps, speelde in het regelen van die drugs. Zij gingen samen naar festivals en woonden bij elkaar in huis, zodat ze ervaring zullen hebben gehad met elkaars mentale en fysieke staat. [verweerster] komt zelf voor in de telefoontaps. Zij spreekt met [B] over een gedetineerde die bij haar op de afdeling zat, [C] , die die vrijdag vrij zou komen en die [B] zou kennen. Aangezien [C] nogal in “de dingetjes” doet, had zij zijn telefoonnummer gevraagd en ging zij hem bellen als er een feestje is. [C] beweerde dat zijn spul het beste is. [verweerster] heeft tijdens de mondelinge behandeling gezegd dat dit als grap bedoeld was en dat de toon daarvoor belangrijk was. Op doorvragen van de kantonrechter heeft [verweerster] dit echter niet overtuigend uit kunnen leggen. Bovendien heeft [verweerster] toegegeven ook daadwerkelijk cocaïne te hebben gekocht van [C]
“Buiten werktijd mag u alcohol drinken en drugs gebruiken, zolang uw werk of reputatie van uw werkgever er niet onder lijden. Als u bijvoorbeeld bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten draait kunt u worden opgeroepen. Het is dan niet verstandig om alcohol te drinken of drugs te gebruiken.”[verweerster] en [A] hebben er in dit verband op gewezen dat zelfs op een personeelsfeest van [naam inrichting] door anderen, collega’s, drugs werden gebruikt. Haar incidentele privédrugsgebruik heeft bovendien nooit invloed gehad op de wijze waarop zij haar werk heeft uitgevoerd en daarvan kan haar dus in het kader van haar functioneren geen verwijt worden gemaakt. Zij vindt dat haar evenmin een verwijt kan worden gemaakt dat zij contacten onderhield met [B] omdat haar, voordat [B] werd opgepakt als verdachte van de [...] moord 2010 op 12 december 2019, niet bekend was dat hij een (ex)-gedetineerde was. Voor wat betreft het tapgesprek met [B] over [C] zegt zij dat dit in een lacherige sfeer is gezegd en dat dit gesprek niet serieus moet worden genomen. Zij heeft wel een keer drugs gekocht van [C] , maar [C] heeft haar toen niet gezien. Zij was in de auto van [B] om voor haar drugs te halen en zag toen dat [B] die drugs bij [C] haalde. Toen zij dat zag is ze snel onder het dashboard van de auto van [B] gedoken.