ECLI:NL:CRVB:2013:1423
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- B. Barentsen
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over plichtsverzuim en onvoorwaardelijk ontslag van politieambtenaar wegens drugsgebruik
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een politieambtenaar, appellant, tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De centrale vraag is of het plichtsverzuim van de appellant, dat bestaat uit het in het openbaar gebruiken van drugs, aan hem kan worden toegerekend en of de opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig is. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het gebruik van drugs door een politieambtenaar, gezien de hoge eisen van betrouwbaarheid en integriteit die aan deze functie worden gesteld, als zeer ernstig plichtsverzuim moet worden aangemerkt. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat de straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig is in verhouding tot het gepleegde plichtsverzuim.
De appellant was werkzaam als rechercheur en werd in augustus 2011 door collega’s meegenomen naar het politiebureau vanwege het vermoeden van drugsgebruik. Na een disciplinair onderzoek werd hem onvoorwaardelijk ontslag opgelegd. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, wat de appellant in hoger beroep aanvecht. De Raad stelt vast dat de gedragingen van de appellant, hoewel niet tijdens werktijd gepleegd, een negatieve impact hebben op het aanzien van het politiekorps en zijn functioneren als rechercheur.
De Raad wijst erop dat het plichtsverzuim niet minder ernstig is omdat er geen strafrechtelijke sanctie is opgelegd. De appellant had ook geen sterke argumenten om te stellen dat zijn gedrag niet als plichtsverzuim kon worden aangemerkt. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt, omdat de appellant niet voldoende heeft aangetoond dat vergelijkbare gevallen anders zijn behandeld. De Raad concludeert dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.