Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
- schorsing van de dwangmedicatie;
- verkrijging van een beslissing over een klacht door verzoekster ingediend bij de GGZ Klachtencommissie Patiënten en Naasten Utrecht (hierna: de Klachtencommissie) op 21 april 2020;
- schadevergoeding.
1.Procesverloop
- verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. V.C.Th. van ’t Westende Meeder,
- de heer [A] , psychiater,
- mevrouw [B] , arts,
- de heer [C] , psychiater.
2.Beoordeling
schizoaffectieve stoornis, PTSS en afhankelijkheid van cannabis’.De rechtbank heeft op grond van het vorenstaande geen reden om te twijfelen aan het feit dat verzoekster ten tijde van de crisisopname een stoornis had die zich uitte in manisch psychotische klachten. Mogelijk hebben cultuurfactoren en een belast verleden mede invloed gehad op de (ernst van de) manisch-psychotische klachten, maar dat neemt de aldus geconstateerde stoornis op zichzelf niet weg.