ECLI:NL:RBMNE:2020:2413
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot buiten behandeling stellen van aanvraag bijzondere bijstand
In deze zaak heeft eiser een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage en griffierecht voor een hoger beroepsprocedure. Op 25 januari 2019 heeft verweerder eiser verzocht om voor 15 februari 2019 bepaalde gegevens, waaronder bankafschriften, in te leveren. Eiser vroeg om uitstel en heeft uiteindelijk op 28 februari 2019 enkele bankafschriften overgelegd, maar niet de gevraagde afschriften over december 2018. Verweerder heeft de aanvraag op 28 maart 2019 buiten behandeling gesteld omdat eiser niet tijdig de gevraagde informatie had ingeleverd. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar verweerder verklaarde het bezwaar op 3 december 2019 ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 22 juni 2020 behandeld via een zitting op Skype. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat het besluit van verweerder om de aanvraag buiten behandeling te stellen in stand blijft. De rechtbank overweegt dat een bestuursorgaan een aanvraag kan weigeren als de aanvrager niet de benodigde informatie aanlevert. Eiser had voldoende gelegenheid om de bankafschriften te overleggen, maar heeft dit niet gedaan. De rechtbank concludeert dat verweerder geen extra hersteltermijn hoefde te bieden en dat de aanvraag terecht buiten behandeling is gesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt op 29 juni 2020, maar niet in een openbare zitting vanwege coronamaatregelen.