Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- " [verdachte] , IBAN: [rekeningnummer] , t.n.v. [A] , 851,95 euro";
- " [verdachte] , IBAN: [rekeningnummer] , t.n.v. [A] , 611,25 euro".
- " [naam] , IBAN: [rekeningnummer] , t.n.v. [A] , 624,15 euro";
- " [naam] , IBAN: [rekeningnummer] , t.n.v. [A] , 402,85 euro".
- " [verdachte] , IBAN: [rekeningnummer] , t.n.v. [A] , 515,05 euro";
- " [verdachte] , IBAN: [rekeningnummer] , t.n.v. [A] , 507,95 euro".
- 8 maart 2018 een bedrag van 1450 euro naar [B] met het rekeningnummer [rekeningnummer] ;
- 9 maart 2018 een bedrag van 13,98 euro naar [C] met het rekeningnummer [rekeningnummer] .
- 9 maart 2018 een bedrag van 23 euro naar [D] met het rekeningnummer [rekeningnummer] ;
- 9 maart 2018 15.34 uur een opname van 1000 euro bij een ING geldautomaat op de Bussumerstraat 60 in Hilversum.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
taakstraf van 50 uren;
- wijst de vordering van [aangever] toe tot een bedrag van € 2.486,20, zijnde een vergoeding voor materiële schade;
- verklaart [aangever] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangever] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 1.463,20 vanaf 8 maart 2018 en over het bedrag van € 1.023,00 vanaf 9 maart 2018, tot de dag van volledige betaling;
- wijst de gevorderde hoofdelijke veroordeling af;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever] aan de Staat € 2.486,20 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 1.463,20 vanaf 8 maart 2018 en over het bedrag van € 1.023,00 vanaf 9 maart 2018, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 34 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [aangever] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [aangever] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.