Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
uw arbeidsongeschiktheidspensioen omlaag. U krijgt voortaan € 2.027,17 bruto per maand. (…)
3.Het geschil
in het incident:
in de hoofdzaak:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 3 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en ASR Nederland N.V. over de terugvordering van teveel betaalde uitkeringen van een arbeidsongeschiktheidspensioen. [eiseres] was sinds 1 februari 2000 in dienst bij [werkgever] en ontving een arbeidsongeschiktheidspensioen van ASR. Na een herkeuring door het UWV in 2006 werd haar arbeidsongeschiktheidspercentage verlaagd, maar ASR bleef het hogere pensioen uitkeren tot 2018. ASR vorderde terugbetaling van het teveel betaalde bedrag van € 106.811, wat leidde tot een geschil over de rechtmatigheid van deze terugvordering. De kantonrechter oordeelde dat ASR gerechtigd was om het pensioen te verlagen en het onverschuldigd betaalde bedrag terug te vorderen, maar dat volledige terugvordering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Uiteindelijk werd ASR toegestaan om € 23.067,79 terug te vorderen, wat overeenkwam met een eerder aanbod van ASR. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten droeg.