Op 29 april 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een peilbesluit van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Verzoekers, die een melkveebedrijf pachten op een perceel dat deel uitmaakt van een Natura 2000-gebied, vreesden voor schade door vernatting als gevolg van het nieuwe zomerpeil dat door verweerder was vastgesteld. De voorzieningenrechter oordeelde dat het zomerpeil niet hoger dan 4.40 meter +NAP mag worden ingesteld, omdat de belangen van verzoekers om schade te voorkomen zwaarder wegen dan de belangen van verweerder om verdroging van het natuurgebied te voorkomen. De voorzieningenrechter baseerde zijn oordeel op eerdere uitspraken van de rechtbank en de twijfels over de rechtmatigheid van het nieuwe peilbesluit. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op een digitale zitting en heeft de belangen van beide partijen afgewogen. De uitspraak houdt in dat de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening toewijst en dat verweerder het griffierecht en de proceskosten aan verzoekers moet vergoeden.