12.6Nu eiser 1 zijn standpunt niet nader heeft onderbouwd, bijvoorbeeld met een deskundigenonderzoek, ziet de rechtbank vooralsnog geen aanleiding voor het oordeel dat
- naast een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en kappen - een omgevingsvergunning voor het verstoren van een rijksmonument nodig was. De rechtbank komt op het ontbreken van de onderbouwing aan het einde van de uitspraak terug.
Omgevingsvergunning voor kappen
13. Eiser 1 voert aan dat zijn uitzicht wordt aangetast door de kap van de bomen, omdat de woningen dicht bij zijn woning worden gebouwd en het zicht op die woningen nog duidelijker wordt als de bomen op de [naam perceel 1] weg zijn.
14. Verweerder heeft hiertegen ingebracht dat het beeld wat meer open wordt, maar dat er ook een herplantplicht geldt en dat de nieuw te planten bomen zo veel mogelijk op dezelfde plek terugkomen. Daarnaast heeft verweerder erop gewezen dat de boom met boomnummer 5 vooralsnog behouden blijft, omdat het verwijderen van twee takken voldoende ruimte biedt voor de bouwwerkzaamheden. Als blijkt dat de boom daarna niet meer levensvatbaar is, zal deze boom alsnog worden gekapt. Verweerder zal dan alsnog gebruik maken van de verleende omgevingsvergunning om deze boom te kappen. Op de zitting heeft de vakspecialist groen van verweerder hierover meegedeeld dat hij verwacht dat de boom voldoende levensvatbaar blijft na verwijdering van de takken, zodat het kappen waarschijnlijk niet nodig is.
15. De rechtbank stelt vast dat de gemeente een aanvraag heeft ingediend voor het kappen van in totaal zes bomen en dat bij het primaire besluit daarvoor een omgevingsvergunning is verleend. In het bestreden besluit heeft verweerder geconcludeerd dat de boom met boomnummer 5 behouden blijft, omdat er een alternatief bestaat voor kap, namelijk het verwijderen van twee takken. Zoals verweerder op de zitting heeft erkend, heeft hij in het bestreden besluit aan deze conclusie niet het rechtsgevolg verbonden dat de verleende omgevingsvergunning voor de activiteit kappen niet (meer) geldt voor boomnummer 5. De rechtbank oordeelt dat het vanwege de rechtszekerheid nodig is om dit rechtsgevolg expliciet te verbinden aan het bestreden besluit. Als later blijkt dat het toch nodig is om de boom te kappen, kan de gemeente daartoe opnieuw een omgevingsvergunning aanvragen. Vanwege strijd met het rechtszekerheidsbeginsel kleeft er dus een gebrek aan het bestreden besluit. Deze beroepsgrond slaagt. De rechtbank komt verderop in deze uitspraak terug op de consequenties hiervan.
16. Eisers voeren verder aan dat de omgevingsvergunning voor het kappen van de bomen in strijd met de Bomenverordening is verleend. Volgens eisers dient behoud van beschermde bomen het uitgangspunt te zijn en heeft verweerder geen uitputtend onderzoek verricht of er alternatieven zijn voor behoud van de bomen, bijvoorbeeld door aanpassing van het bouwplan. Eisers betogen verder dat er geen maatschappelijk belang aanwezig is dat opweegt tegen het behoud van de beschermde houtopstand.
17. Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Bomenverordening 2012 Gemeente Leusden (de Bomenverordening), voor zover hier van belang, stellen Burgemeester en wethouders een Groene Kaart met beschermde houtopstand vast. De kaart met bijbehorend register wordt indien noodzakelijk iedere 5 jaar herzien. De kaart en het bijbehorende register bevatten een samenhangend geheel van de volgende houtopstanden:
a. bomenstructuren;
b. bospercelen op de [naam perceel 1] ;
c. bomen uit het landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting;
d. lokale monumentale en waardevolle bomen.
Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Bomenverordening is het verboden een beschermde houtopstand te vellen of te doen vellen.
In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat het bevoegd gezag ontheffing kan verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
Op grond van artikel 4 van de Bomenverordening kan het bevoegd gezag de ontheffing om te vellen weigeren dan wel onder voorschriften verlenen.
Het tweede lid, aanhef en onder d, van dit artikel bepaalt dat een ontheffing voor het vellen van een beschermde houtopstand, mits alternatieven voor behoud uitputtend zijn onderzocht, slechts bij uitzondering kan worden verleend indien sprake is van een boom uit bomenstructuur of van een boom uit bosperceel op de [naam perceel 1] , een maatschappelijk belang of een duurzaam individueel belang opweegt tegen duurzaam behoud van de beschermde houtopstand.
18. Verweerder heeft op de zitting toegelicht dat in Module D van het Bomenplan 2012-2021 van de gemeente Leusden het beleid is vastgelegd dat wordt gehanteerd bij de beoordeling van aanvragen om een omgevingsvergunning voor kappen, waarbij een ontheffing op grond van de Bomenverordening nodig is. Dit beleid is gepubliceerd op de gemeentelijke website. De omgevingsvergunning voor de bomenkap is hieraan getoetst.