ECLI:NL:RBMNE:2019:6111
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 december 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.M.M. Pater, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder), vertegenwoordigd door M. van Mourik. Eiseres had een WIA-aanvraag ingediend, maar verweerder weigerde haar uitkering per 9 januari 2019, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, nadat haar bezwaar ongegrond was verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder zijn besluit heeft gebaseerd op medische en arbeidskundige rapportages. Eiseres voerde aan dat de arbeidsdeskundige geen contact met haar had opgenomen, waardoor zij zich onvoldoende had kunnen voorbereiden op de hoorzitting. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder voldoende zorgvuldigheid in acht had genomen en dat de medische rapporten op zorgvuldige wijze tot stand waren gekomen. Eiseres had geen nieuwe medische feiten aangedragen die de beoordeling van haar beperkingen zouden onderbouwen.
De rechtbank concludeerde dat de door verweerder vastgestelde arbeidsongeschiktheid van 26,19% juist was en dat eiseres niet voldeed aan de criteria voor volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.