Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, geboren in 1993, had verzocht om een Wajong-uitkering, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat hij in staat was om gedurende 52 weken na zijn zeventiende verjaardag meer dan 75% van het maatmaninkomen te verdienen. Het bezwaar van de appellant tegen dit besluit werd ongegrond verklaard door het Uwv.
De rechtbank had in haar eerdere uitspraak het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit eveneens ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde de appellant aan dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) aangepast moest worden op basis van psychologisch onderzoek door drs. E.M. Kerssemakers. De appellant betwistte niet dat de anamnestische gegevens in de rapporten van de verzekeringsartsen en Kerssemakers niet wezenlijk verschilden, maar stelde dat er verschillende conclusies uit getrokken werden. Hij verzocht om de benoeming van een onafhankelijke deskundige.
De Raad oordeelde dat de rechtbank de aanvraag van de appellant terecht had beoordeeld aan de hand van de Wet Wajong, en dat de rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig waren opgesteld. De Raad concludeerde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat het Uwv het bestreden besluit niet op deze rapporten had kunnen baseren. De argumenten van de appellant met betrekking tot de medische grondslag van het besluit werden als onvoldoende beschouwd. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om vergoeding van wettelijke rente en proceskosten af.