ECLI:NL:RBMNE:2019:5923
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever voor ongeval tijdens werkzaamheden met scooter
In deze zaak gaat het om een deelgeschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoekster], en haar werkgever, [verweerster] B.V., naar aanleiding van een ongeval dat plaatsvond op 13 december 2014. [verzoekster] was in dienst van [verweerster] en had als taak het bezorgen van pizza's met een scooter. Tijdens het bezorgen viel zij met de scooter en liep daarbij letsel op aan haar knie en hoofd. Na het ongeval heeft [verzoekster] [verweerster] aansprakelijk gesteld, maar deze heeft de aansprakelijkheid afgewezen. In de deelgeschilprocedure verzoekt [verzoekster] de rechtbank om een verklaring voor recht dat [verweerster] aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval, primair op basis van artikel 7:658 BW, en subsidiair op basis van artikel 7:611 BW.
De rechtbank heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat [verweerster] niet voldoende heeft aangetoond dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever verantwoordelijk is voor de veiligheid van de werkplek en de werktuigen, in dit geval de scooters. De rechtbank concludeert dat [verweerster] niet heeft aangetoond dat zij alle noodzakelijke maatregelen heeft getroffen om het ongeval te voorkomen, met name met betrekking tot de staat van de banden van de scooters. De kantonrechter heeft daarom de aansprakelijkheid van [verweerster] vastgesteld op grond van artikel 7:658 BW en de kosten van het deelgeschil begroot op € 5.863,00, die door [verweerster] aan [verzoekster] moeten worden betaald.
De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken op 4 december 2019 door kantonrechter A.S. Penders.