ECLI:NL:RBMNE:2019:5516
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Laattijdige Wajongaanvraag en Medisch Oordeel van Verzekeringsartsen
In deze zaak heeft eiser een laattijdige aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, waarbij teruggekeken moest worden naar zijn 18e levensjaar. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 22 november 2019 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiser, die op het moment van de aanvraag 33 jaar oud was, stelde dat hij op zijn 18e verjaardag al arbeidsongeschikt was, maar de verzekeringsartsen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) concludeerden dat er op die datum geen sprake was van ziekte of gebrek. Eiser was het niet eens met dit oordeel en voerde aan dat het onderzoek door de verzekeringsartsen onzorgvuldig was, omdat zij geen informatie hadden opgevraagd bij zijn huidige behandelaar. De rechtbank oordeelde dat de bewijslast bij eiser lag en dat de verzekeringsartsen voldoende informatie hadden om hun oordeel te onderbouwen. De rechtbank vond dat er geen reden was om aan te nemen dat het medisch oordeel van de verzekeringsartsen onjuist was en dat er geen schending was van het beginsel van 'equality of arms'. Eiser had niet aangetoond dat hij niet in staat was om de benodigde informatie te verkrijgen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om een onafhankelijke verzekeringsarts af.