Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[handelsnaam],
1.[verweerder sub 1] ,
[verweerder sub 3],
1.Verloop van de procedure
2.Feiten
3.Verzoek
4.Beoordeling van het verzoek
- als het verzoek in strijd is met de eisen van een goede procesorde;
- als van de bevoegdheid tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor misbruik wordt gemaakt, bijvoorbeeld indien de verzoeker wegens de onevenredigheid van de over en weer betrokken belangen in redelijkheid niet tot toepassing van die bevoegdheid kan worden toegelaten;
- als verzoeker daarbij geen belang heeft als bedoeld in artikel 3:303 BW;
- als het verzoek afstuit op een ander door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar.