ECLI:NL:RBMNE:2019:2646

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2019
Publicatiedatum
13 juni 2019
Zaaknummer
16/707097-16; 16/238168-18 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Familie betrokken bij grootschalige drugshandel en witwassen

In deze zaak zijn een vader, moeder en hun vier zoons veroordeeld voor verschillende drugsgerelateerde strafbare feiten. De spil van de familie, een 34-jarige man, is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. De familieleden waren betrokken bij de invoer en verkoop van hard- en softdrugs, evenals het witwassen van aanzienlijke geldbedragen. De rechtbank concludeert dat de familieleden intensief en structureel samenwerkten, wat leidde tot de vaststelling van een criminele organisatie. Het onderzoek begon na een anonieme tip en informatie van het Team Criminele Inlichtingen. De politie voerde doorzoekingen uit in Nederland en België, waarbij grote hoeveelheden contant geld en drugs werden aangetroffen. De rechtbank oordeelt dat alleen een vrijheidsbenemende straf passend is voor de gepleegde feiten. De vader kreeg een gevangenisstraf van één jaar, waarvan 320 dagen voorwaardelijk, terwijl de moeder en twee andere zoons elk tot twee jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld. De jongste zoon kreeg een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De rechtbank benadrukt de ernst van de feiten en de rol van elk familielid binnen de criminele organisatie.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/707097-16; 16/238168-18 (
gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 juni 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[postcode] [woonplaats] , [adres] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 15 augustus 2017, 27 oktober 2017, 5 juni 2018, 13 juni 2018, 5 februari 2019, 26 februari 2019, 8 april 2019, 9 april 2019, 15 april 2019 en 29 mei 2019.
Op 8, 9 en 15 april 2019 heeft de inhoudelijke behandeling van de zaak plaatsgevonden, waarbij de strafzaak tegen verdachte gelijktijdig, maar niet gevoegd is behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (16-707096-16), [medeverdachte 2] (16-707101-16), [medeverdachte 3] (16-707108-16), [medeverdachte 4] (16-707093-16) en [medeverdachte 5] (16-707120-16). Op 29 mei 2019 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officieren van justitie mrs. H .C. van Ooijen en E.M. van der Burg en van hetgeen de raadsman van verdachte, mr. Y . Bouchikhi, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging m. b .t. parketnummer 16/707097-16 is ter terechtzitting van 5 februari 2019 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16/707097-16
feit 1:in de periode van 1 februari 2013 tot en met 21 februari 2017 te Utrecht samen met (een) ander(en) een of meer contante geldbedragen heeft witgewassen en daar een gewoonte van heeft gemaakt;
feit 2:in de periode van 1 januari 2012 tot en met 21 februari 2017 te Utrecht en/of Amsterdam en/of elders in Nederland en/of België en/of Suriname en/of Marokko heeft deelgenomen aan een criminele organisatie gericht op het, telkens in vereniging, binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne en/of de handel in cocaïne en/of het telen van en de handel in hennep en/of het witwassen van geld;
feit 3:in de periode van 1 april 2016 tot en met 21 februari 2017 in België en/of in Nederland samen met (een) ander(en) opzettelijk een grote hoeveelheid hennepplanten heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad;
feit 4:in de periode van 3 januari 2017 tot en met 4 januari 2017 te Utrecht en/of Nieuwegein, dan wel elders in Nederland en/of België samen met (een) ander(en) heeft gehandeld in cocaïne;
feit 5:op 17 mei 2017 te Houten een ruit en/of een intercom en/of een kussenmuur heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
16/238168-18
feit 1:(
primair)op 24 november 2018 te Utrecht heeft geprobeerd om [..2] [verbalisant 1] opzettelijk van het leven te beroven door met relatief hoge snelheid meermalen plotseling te remmen en/of die [verbalisant 1] af te snijden terwijl die [verbalisant 1] op korte afstand achter hem reed; dan wel (
subsidiair) dat hij door aldus te handelen heeft geprobeerd [verbalisant 1] zwaar te mishandelen;
feit 2:op 24 november 2018 te Utrecht ongeveer 19,66 gram cocaïne en/of 22,02 gram heroïne in zijn bezit heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1 tot en met 5, ten laste gelegd onder parketnummer 16/707097-16, wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Daartoe hebben zij – kortgezegd – voor het onder 1 ten laste gelegde witwassen onder andere verwezen naar het aangetroffen geld en diverse tapgesprekken gevoerd tussen onder meer verdachte (
hierna ook aangeduid als: [verdachte] )en medeverdachten [medeverdachte 4] (
hierna: [medeverdachte 4]) en [medeverdachte 5] (
hierna: [medeverdachte 5]).
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde hebben de officieren van justitie onder meer verwezen naar de (vertalingen van de) diverse tapgesprekken gevoerd tussen medeverdachte [medeverdachte 1] (
hierna: [medeverdachte 1]) en de NNmannen “ [F 1] ” en “ [G 1] ” waarin wordt gesproken over de hennephandel in Nederland en België en de processen-verbaal van het aantreffen van een tweetal hennepplantages in België.
Ten aanzien van de onder 4 ten laste gelegde handel in cocaïne op 3 en 4 januari 2017 hebben de officieren van justitie onder meer verwezen naar de diverse tapgesprekken tussen verdachte en verschillende NNnummers, tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] (
hierna: [medeverdachte 2]) en de bevindingen van het observatieteam op 4 januari 2017 waaruit zou blijken dat [verdachte] en [medeverdachte 2] hebben samengewerkt om over een grote hoeveelheid cocaïne te beschikken en dat zij vervolgens een deel daarvan (een monster) hebben vervoerd.
Voor de bespreking van het onder 2 ten laste gelegde hebben zij, onder verwijzing naar het dossier en het juridisch kader betoogd dat van deelneming aan een criminele organisatie sprake is geweest. Ten aanzien van de ten laste gelegde periode hebben de officieren van justitie zich op het standpunt gesteld dat deze (in ieder geval) te bewijzen is vanaf oktober 2016.
Ten aanzien van het feit ten laste gelegd onder 5 hebben de officieren van justitie zich op het standpunt gesteld dat dit feit wettig en overtuigend kan worden bewezen nu verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd en zich hiervoor voldoende bewijs in het dossier bevindt.
De officieren van justitie hebben zich verder op het standpunt gesteld dat de feiten ten laste gelegd onder parketnummer 16/238168-18 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden, met dien verstande dat ten aanzien van het eerste feit het subsidiaire, de poging tot zware mishandeling, bewezen kan worden. Zij hebben daartoe verwezen naar, ten aanzien van feit 1, de aangifte en verklaring van verbalisant [verbalisant 1] die steun vindt in de verklaring van verbalisant [verbalisant 2] . Ten aanzien van het bezit van de verdovende middelen, zoals ten laste gelegd onder 2, hebben de officieren van justitie gewezen op de bekennende verklaring van [verdachte] en de rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut (
hierna: NFI).
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte vrijgesproken dient te worden van de volgende ten laste gelegde feiten:
16/707097-16
  • feit 1;
  • feit 2;
  • feit 3, voor het onderdeel van hennepteelt in Nederland ;feit 4;
16/238168-18
- feit 1 (primair en subsidiair).
Voor het onder feit 3 (ten aanzien van het aanwezig hebben van hennep in Nederland en het telen van hennep in België) en feit 5 van parketnummer 16/707097-16 en feit 2 van parketnummer 16/238168-18 ten laste gelegde kan volgens de raadsman een bewezenverklaring volgen.
De door de verdediging gevoerde standpunten en verweren ten aanzien van voornoemde feiten worden hierna per feit besproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen
4.3.1.1 Inleiding [1]
Naar aanleiding van een anonieme brief en informatie van het Team Criminele Inlichtingen over criminele activiteiten van [medeverdachte 1] heeft de politie eenheid Midden-Nederland in september 2016 een onderzoek naar [medeverdachte 1] en zijn medeverdachten ingesteld. [2] De politie heeft meerdere telefoonnummers van [medeverdachte 1] afgetapt en daarna ook de nummers van zijn broers [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) en [verdachte] en zijn ouders [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] afgetapt. Op basis van via de tap verkregen informatie is er op 4 januari 2017 en 12-14 januari 2017 door de politie een actiedag georganiseerd. Vervolgens zijn op 21 februari 2017 in Nederland 10 locaties doorzocht en hebben er in België drie doorzoekingen plaatsgevonden.
De rechtbank ziet aanleiding om bij het bespreken van de feiten een andere volgorde te hanteren dan de volgorde zoals deze is aangehouden in de tenlastelegging.
4.3.1.2 Inleidende overwegingen
Vaststelling gebruikers telefoonnummers
[verdachte]
Telefoonnummer [telefoonnummer 9] ( [telefoonnummer 9] )
De raadsman heeft zich ten aanzien van het telefoonnummer [telefoonnummer 9] op het standpunt gesteld dat de vaststelling van de identiteit van de gebruiker, zijnde [verdachte] , onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Het telefoonnummer [telefoonnummer 9] is met ingang van 14 december 2016 afgeluisterd. [3] Verbalisant [verbalisant 3] heeft diverse gesprekken afgeluisterd en vastgesteld dat naar aanleiding van de tapgesprekken en bevindingen de gebruiker van het nummer [telefoonnummer 9] is genaamd [verdachte] . [4] Dit baseert de verbalisant onder andere op de herkenning van de stem, en de vergelijking met de bevindingen ten aanzien van het nummer [telefoonnummer 10] . [5] De rechtbank is van oordeel dat op grond hiervan, en op grond van de overige bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, geoordeeld kan worden dat [verdachte] daadwerkelijk de gebruiker was van het nummer [telefoonnummer 9] .
Bewijsoverweging overige telefoonnummers verdachten [6]
Er is geen verweer gevoerd ten aanzien van de hieronder opgenomen telefoonnummers die door de rechtbank worden toegeschreven aan de (andere) verdachten. De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, en de processen-verbaal waarin de identiteit van de gebruiker van de voornoemde telefoonnummers telkens wordt geïdentificeerd, vast dat in de ten laste gelegde periode [medeverdachte 1] gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer 1] [7] , [telefoonnummer 2] [8] en [telefoonnummer 3] [9] , [medeverdachte 2] gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer 4] [10] , [telefoonnummer 5] [11] , [telefoonnummer 6] [12] , [telefoonnummer 7] [13] en [telefoonnummer 8] [14] , [verdachte] (naast voornoemd nummer [telefoonnummer 9] ) gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 10] [15] , [medeverdachte 3] gebruik heft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer 11] [16] en [telefoonnummer 12] [17] , [medeverdachte 4] gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 13] [18] en [medeverdachte 5] gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 14] [19] .
Ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis, zal de rechtbank bij het weergeven van tapgesprekken in plaats van voormelde telefoonnummers de namen van de verdachten weergeven.
4.3.1.3 Bewijsmiddelen en overwegingen aanwezig hebben en telen hennep (feit 3)
4.3.1.3.1 Bewijsmiddelen - Zaaksdossier Chinezen
Op 25 oktober 2016 om 00.30 uur belt [medeverdachte 1] uit naar [G 1] :
[medeverdachte 1] : Amsterdam, wanneer China, papieren moet betalen he mijn broertje
[G 1] : Broertje?
[medeverdachte 1] : Geld money money betalen, betalen huur. [20]
Enkele weken eerder, op 7 oktober 2016, belt een NNman vanaf telefoonnummer [telefoonnummer 22] , het huisnummer van de familie [achternaam van verdachte] , met het bedrijf Energie Direct. [21] Deze persoon zegt dat hij binnenkort weer alleen gaat wonen en geeft op te zijn: [verdachte] , nieuwe postcode [postcode] [plaatsnaam] , huisnummer [huisnummer] . De postcode en het huisnummer komen overeen met het adres [straatnaam] [huisnummer] te [plaatsnaam] . [22]
Uit een hypotheekdossier van de SNS bank blijkt dat [medeverdachte 3] op 9 oktober 2012 een koopovereenkomst heeft getekend en een hypotheek heeft afgesloten voor het appartement [straatnaam] [huisnummer] te [plaatsnaam] . [23]
Op 2 november 2016 om 14:53 uur belt [medeverdachte 1] naar [G 1] :
[G 1] : Hoe laat komen?
[medeverdachte 1] : Half uurtje. 1 persoon gezien grote werk. Grote werk [24]
Door het observatie team (OT) wordt waargenomen dat op 3 november 2016 een man gelijkend op [medeverdachte 1] uit het portiek van een flatgebouw aan de [straatnaam] , o.a. nummer [huisnummer] , te [plaatsnaam] komt met twee onbekende personen. [25]
Op 29 november 2016 om 18:19 uur belt [F 1] naar [medeverdachte 1] :
[medeverdachte 1] : Ja rustig. Jij Amsterdam België?
[F 1] : Ja ja.
[medeverdachte 1] : Amsterdam.
[F 1] : Ja Amsterdam
(…)
[medeverdachte 1] : Ah Oke, uh. Ik morgen komen ja?
(…)
[medeverdachte 1] : Praten voor werk ja.
[F 1] Oke is goed. [26]
Uit gesprekken van 2 december 2016 blijkt dat [F 1] en een broertje van [medeverdachte 1] elkaar ontmoet hebben. [27]
Op 3 december 2016 belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[medeverdachte 1] : Groot he?
[F 1] : 1 kamer nog niet klaar.
(…)
[medeverdachte 1] : (…) hoeveel zakkie hoeveel zakkie? [28]
[F 1] : Ehmmm, drie, vier, heel veel, (onverstaanbaar) misschien 1 kamer misschien
bijna 40 stuks. [29]
Later die dag belt [medeverdachte 1] uit naar [F 1] :
[medeverdachte 1]:
En je kamer klaar?
[F 1] : Ja het is klaar, slapen nu (lacht).
[medeverdachte 1] : Ok nee. Geen probleem. Beter beter slapen. Ok is goed. Ik eh… kom straks,
dan meenemen helft pakken alvast ja. [30]
Op 4 december 2016 om 15:56 uur belt [medeverdachte 1] het Belgische nummer eindigend op * [telefoonnummer 15] ( [telefoonnummer 15] ):
[telefoonnummer 15] : Hallo ze hebben niet veel meer te gaan en zijn bijna klaar.
[medeverdachte 1] : Zijn ze bijna klaar ook met die afval?
[telefoonnummer 15] : Alles is klaar ze zijn bezig met dat andere en zijn bijna klaar.
(…)
[medeverdachte 1] : Zeg tegen hem dat hij je die nieuwe toppen moet geven. [31]
Op 4 december 2016 om 17:00 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 15] :
[medeverdachte 1] : Stuur mij het adres niet van die Europeaan maar een straat daar achter, dan komt mijn broertje, die vult de auto met die spullen en jij rijdt achter hem aan richting [..1] en dan gaat hij naar binnen om het te maken en jij moet met die mensen terug komen.
[telefoonnummer 15] : Moet ik terug komen naar jou?
[medeverdachte 1] : Ja gaat het niet?
[telefoonnummer 15] : Dat wel alleen ik heb die kinderen bij me. [32]
Uit het tapgesprek van 11 december 2016 blijkt dat [telefoonnummer 15] met ‘die kinderen’ de Chinezen bedoelt. [33]
Op 4 december 2016 om 17:22 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[medeverdachte 1] : Klaar?
[F 1] : Ja klaar, klaar.
[medeverdachte 1] : Hoeveel zakje dan?
[F 1] : Nog 6 zakjes.
(…)
[medeverdachte 1] : Oke. Uhh mijn vriend jou brengen ja Amsterdam he. [34]
Op 4 december 2016 om 22:24 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 15] :
[medeverdachte 1] : Oke stuur morgen iemand, maar het moet geen kleine auto zijn. Er gaan er 80
in een doos en ik heb 450 besteld dus reken om 7 dozen. [35]
Op 9 december 2016 om 14.33 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 15] :
[telefoonnummer 15] : Ik ben klaar, ik vertrek nu. (…) Ik heb 18 gedaan en er zijn nog maar 4 over.
(….) Maar wat ik je wilde zeggen, die ene is wel goed. (…) Dat spul is wel goed, alleen te
veel warmte gekregen, hij is erg droog geworden.
[medeverdachte 1] : Hij is dus droog en droog, erg droog.
[telefoonnummer 15] : Ja, hij heeft te veel warmte gekregen. Volgende keer moet je die 21 graden
doen.
[medeverdachte 1] : Ik ben al drie a vier dagen niet geweest. [36]
Op 9 december 2016 om 18.58 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 15] ( [telefoonnummer 15] ):
[medeverdachte 1] : Wat ik je wilde vragen, is volume goed?
[telefoonnummer 15] : (…) Is normaal. Is normaal (…) het is goed. (…) Net als altijd.
[medeverdachte 1] : Is de zak vol, is de zak helemaal vol?
[telefoonnummer 15] : Nee, hij is niet helemaal vol. Het is normaal , het is normaal, net als altijd.
[medeverdachte 1] : In ieder geval, ik had eerder deze [..3] hier gebeld en die vertelde mij dat hij
vol, dat hij vol is en vervolgens zei hij: “Oke, als jij dat brengt, dan ben ik bereid 46 te
betalen en als het echt goed is, als het om goed spul gaat. (…)
[telefoonnummer 15] : Nee, nee, nee, ik moet eerlijk zeggen, het is goed spul, heel goed, de fout die
ermee hebben gemaakt, is dat die heel erg droog is, we hebben hem veel warmte gegeven. [37]
Op 12 december 2016 te 22:24 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 15] ( [telefoonnummer 15] ):
[telefoonnummer 15] : Vraagt [medeverdachte 1] door te geven of men een dag extra er bij kan plannen om de
afval weg te brengen/halen.
[medeverdachte 1] : Zegt dat hij zich daar geen zorgen over hoeft te maken. [medeverdachte 1] zegt dat zij 'ze' (werkers) 100 of 150 euro extra per man gaan geven en dat 'zij' alles zullen opruimen. [medeverdachte 1] zegt dat hij 'ze' vrijdag zal brengen. [38]
Op 20 december 2016 om 14.31 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[medeverdachte 1] : Mijn vriend 6 uur komen. (…)
[F 1] : Ok is goed (ntv) Hoeveel
[medeverdachte 1] : 4 personen beter
[F 1] : Nee hoeveel hoeveel
[medeverdachte 1] : Baby (…) maybe 250 misschien 300 (…) [39]
Op 27 december 2016 om 15:16 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[medeverdachte 1] : Huisbaas daar?
[F 1] : Jaja praten met hem ja?
[medeverdachte 1] : Huisbaas mijn broertje?
[F 1] : Nee! hier hier ....
[er komt een andere man aan de lijn]
(…)
[medeverdachte 1] : He [F 1] .
[F 1] : Waar ben je vriend, ik bel [verdachte] niks en jou nummer heb ik niet.
(…)
[medeverdachte 1] : Luister jouw vrachtwagen is hij nou klaar of niet want we moeten die materialen daar weghalen.
[F 1] : Ja je hebt gelijk vriend. Dat moet. (…)
[medeverdachte 1] : Of je moet kijken of je dat autootje van die [..11] of zo regelen.
[F 1] : Ja dat ga ik doen. Een kleine busje is beter.
[medeverdachte 1] : Oke want mijn broertje komt eraan.
[F 1] : Oke je broertje komt eraan. Hoe laat is hij hier zo? [40]
[F 1] : Oke dat is goed. Hij heeft wel hier wat gepakt of niet?
[medeverdachte 1] : Dat is toch normaal, dat moet toch gaan drogen, als je het in die zakken laat
dan gaat het verrot. [41]
Op dezelfde datum om 15.33 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[F 1] : Baasie die huisbaas die die nemen die bloemen en tas. (…) Zwarte tas (…) Hij
zei jij zeggen hij mag pakken.
[medeverdachte 1] : Oké ik nu bellen ja, hoeveel is daar nog.
[F 1] : Denk ehm 5 kilo, 6 misschien.
[medeverdachte 1] : Jij mee nemen. [42]
Op 27 december 2016 om 15:47 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[F 1] : Hallo.
[medeverdachte 1] : China?
(…)
Vervolgens komt een NNman aan de lijn.
(…)
NNman geeft de telefoon over aan [F 1] .
[F 1] : Ehhh, luister [medeverdachte 1] , weet je wat je moet doen doen, we doen 50/50 geef
hem 2 duizend van mij en 2 duizend van jou.
[medeverdachte 1] : [F 1] , ben je gek geworden ga je mensen voor niks betalen. (…)
Op de achtergrond zegt NNman tegen [F 1] je wordt afgeperst. (…) [43]
Zes minuten later is es er weer een gesprek tussen [medeverdachte 1] en [F 1] :
[F 1] komt aan de lijn.
[medeverdachte 1] : Hai, vriend, hij moet jou niet afpersen, hoor je mij of niet (…)
[F 1] : (…) als jij alleen maar 2000 verliest, wat is dat nou voor iets. Geef hem die stront van
hem en laat ons met rust. (…) Ik wil geen gezeik. Ik wil niet dat hij mij lastig gaat vallen
(…).
[medeverdachte 1] : Maar wat doe jij nou eigenlijk (…) Nu lijkt het wel of je hem je reet aan het
geven bent. Hij gaat toch niet gratis neuken.
[F 1] : Ik geef niet mijn reet, daarom moet je daarbij zijn (…).
Op de achtergrond roept NNman: “Ik ben hier, ik ben hier vriend, dat hoef je niet te
zeggen”.
[medeverdachte 1] ; Daar is toch mijn broertje, daar is hij.
[F 1] : Nee, nee, jij moet zelf komen. (…) [medeverdachte 1] , ik smeek je in naam van mijn moeder,
kom zelf hier naartoe. (…)
[F 1] zegt op de achtergrond tegen NNman: “ [verdachte] , houd nou alsjeblieft je mond, jij bent erger dan je broer”. [44]
(…)
[F 1] : Ik heb geen rijbewijs op dit moment. Ik kan het niet brengen (…).
[medeverdachte 1] : Kan jij die ene aan hem geven dan?
[F 1] : Nee, nee, hij kan toch jouw auto gebruiken.
[verdachte] zegt op achtergrond: Nee, nee kan niet. (…)
[medeverdachte 1] : Laat hem maar ze wegbrengen, is goed.
[F 1] : Wie moet ze wegbrengen?
[verdachte] : Jij vriend
[F 1] : nee, ik ga ze echt niet wegbrengen. (…)
[medeverdachte 1] ; Klaar, (…) hij moet ze zelf brengen
[F 1] : Hij zegt dat jij ze moet brengen (aan [verdachte] op de achtergrond)
[verdachte] : oke is goed, kom. [45]
Op dinsdag 21 februari 2017 werd er binnengetreden in de woning [straatnaam] [huisnummer] te [plaatsnaam] . In de woning werden vier personen aangetroffen die de Chinese taal spraken. Ook werden er vier Chinese paspoorten aangetroffen. [46]
4.3.1.3.2 Bewijsmiddelen - Zaaksdossier België
Verbalisant [verbalisant 4] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 (…) was ik (…) aanwezig bij de (…) doorzoeking van de woning (verblijfplaats) van [verdachte] , gelegen aan de [adres] te [plaatsnaam] , [..1] . (…)
In de woning van [verdachte] werd een sleutel aangetroffen, die bleek te passen op een loods achter het appartementencomplex. In deze loods stonden diverse in plastic verpakte koolstoffilters (foto 1), jerrycans met vermoedelijk plantenvoeding (foto 2), tassen met zwarte stekbakken (foto 3) en een grote verzameling vuilniszakken met vermoedelijke hennepresten (foto 4). In de loods stond tevens een tweede, volledig inpandige loods van kunststof. Er hing een sterke henneplucht in de inpandige loods. De inpandige loods bestond zelf uit drie ruimtes. In twee ruimtes stonden vermoedelijke hennepplanten (foto 5 en 6). De derde ruimte was ingericht als drogerij (foto 7). Er hingen vijf rekken met ieder 10 tableau’s met vermoedelijk henneptoppen. [47]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 was ik (…) in België. (…)
Doorzoeking woning [adres] , [plaatsnaam] :
In deze woning was 1 persoon aanwezig, zijnde de heer [getuige 3] . Op de zolder in deze woning werd een hennepkwekerij aangetroffen. Ik hoorde van de collega’s uit België dat hier ongeveer 600 kleine plantjes hennep stonden, klaar om in de kwekerij te zetten. De kwekerij was al volledig opgebouwd op de zolder verdieping. [48]
[getuige 3] heeft bij de Belgische onderzoeksrechter het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
[verdachte] zou zich bezig houden met de hele installatie en het verzorgen van de plantjes. Hij zou zorg dragen voor het oogsten van de hennep. [49]
[verdachte] heeft regelmatig contact met [F 1] , die gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer 18] . Het zou hierbij gaan om [F 1] , die in de Belgische politiesystemen te boek staat met het specialisme ‘drugs-producent’.
Op 19 oktober 2016 heeft [F 1] telefonisch contact met [medeverdachte 1] . Uit het gesprek blijkt dat [F 1] een vrachtauto zou regelen voor [medeverdachte 1] .
Op 2 december 2016 is er een telefoongesprek geweest tussen [F 1] en [verdachte] , waarbij [F 1] tegen [verdachte] zegt: “Ik moet dringend met jouw broer praten”.
Uit een overzicht van de reisbewegingen van [medeverdachte 1] blijkt dat de telefoon van [medeverdachte 1] met grote regelmaat paallocaties nabij de grens van België aanstraalt. Verder is zichtbaar dat hij meerdere malen per week de grens met België oversteekt. [50] Ook hebben er meerdere pintransacties met de pinpas van [medeverdachte 1] in België plaatsgevonden. [51]
[verdachte] heeft terechtzitting bekend samen met anderen in België hennep te hebben geteeld. [52]
4.3.1.3.3 Bewijsoverweging aanwezig hebben en telen hennep
De raadsman heeft met betrekking tot de bewezenverklaring van dit feit geen opmerkingen, behalve dat hij vrijspraak heeft bepleit van het telen van hennep in Nederland. De rechtbank spreekt verdachte daarvan partieel vrij.
De rechtbank acht op grond van de vorenstaande bewijsmiddelen het onder feit 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals dit hieronder bewezen is verklaard.
Medeplegen
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat zijn broers niks te maken hebben met de hennepplantages in België. De rechtbank acht op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen de verklaring van verdachte ongeloofwaardig. Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat verdachte het aanwezig hebben van hennep in Nederland in nauwe en bewuste samenwerking met een ander, te weten met [medeverdachte 1] , heeft gepleegd. Dit blijkt uit de vorenstaande bewijsmiddelen. Ook met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat verdachte het telen van hennep in België in nauwe en bewuste samenwerking met ander, te weten met onder meer [medeverdachte 1] , [getuige 3] en [F 1] , heeft gepleegd. Ook dit blijkt uit de vorenstaande bewijsmiddelen. De rechtbank acht derhalve ook het onderdeel medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
4.3.1.4 Bewijsmiddelen en overwegingen handel in cocaïne (feit 3;actiedag 3-4 januari 2017)
4.3.1.4.1 Bewijsmiddelen
Op 3 januari 2017 om 23:43 belt [verdachte] ( [telefoonnummer 9] ) naar NNvrouw(en NNman) ( [telefoonnummer 16] ):
[telefoonnummer 16] die 5 is goed kunnen we monster komen halen
(…)
[telefoonnummer 16] wat zei je net, 5 je zei 5 toch voor 23
[telefoonnummer 9] ik zei tegen jou hij mag van mij 5 stuks ik heb voor hem ook zelf ik heb Rolex 5 stuks voor 100.000 mag die 5 meenemen
[telefoonnummer 16] (NNvrouw geeft de telefoon door aan NNman) (…)
(…)
[telefoonnummer 9] ok, ik heb voor jou blok Rolex, als je wilt mag je ophalen, 5 stuks voor 100
[telefoonnummer 16] ja ja ja, maar heb je wel eerst een hoe het voor me broer
[..14] om te kijken
[telefoonnummer 16] ja man graag als je 2, als je 2 Grannies kan missen zo
[telefoonnummer 9] nee je mag eentje helemaal komen halen als je wil, mag je komen kijken alles, (…)
(…)
[telefoonnummer 16] ik ga het ff bespreken met haar en dan geef ik je belletje ja broer
[..14] ok is goed
(…)
[telefoonnummer 16] iets kleins zo je weet toch, dat ik hem kan laten zien is geen shit je weet toch
[telefoonnummer 9] nee nee je mag komen kijken goed geen probleem goed je weet zelf
(…)
[telefoonnummer 16] (…) (NNman geeft tel terug aan NNvrouw) NNvrouw ja,
(…)
[telefoonnummer 9] ik moet dan ff iemand bellen die moet nu komen uit Gent om eentje brengen om te laten zien [..16] is goed, zeg tegen hem moet je hem zo ie zo 2 (ntv) klaar leggen
[telefoonnummer 9] nee ik laat eentje helemaal ik kan niet afbreken ik geef hem helemaal hij mag kijken helemaal (ntv) afbreken
[telefoonnummer 16] maar hij moet meenemen naar Amsterdam hè, (ntv) zijn neef
(…)
[telefoonnummer 9] maar hoeveel wil die hebben eentje, 2, honderd, 2 honderd wat wil hij hebben
[telefoonnummer 16] hij zegt 5, als er 5 is voor die prijs dan haal ik het
[telefoonnummer 9] 5 stuks voor 100.000 misschien datje niet weet, ik maak geen grapjes hè [53]
Op 4 januari 2017 om 00:00 belt [verdachte] ( [telefoonnummer 9] ) naar NNvrouw(en NNman) ( [telefoonnummer 16] ):
[telefoonnummer 9] ja luister eens kan je morgen niet overdag komen
(…)
[telefoonnummer 16] helemaal niet man broer, kan het helemaal niet vandaag nog
(…)
[telefoonnummer 9] enigste wat ik misschien voor jou kan betekenen is dat je naar Utrecht gaat, bij mij hier is pas morgen, in Utrecht kan ik je gelijk sturen, naar mijn broertje
(…)
[telefoonnummer 16] voor 1 hele 20 toch
[telefoonnummer 9] ja maar 1 hele (ntv) kijk 5 stuks dezelfde prijs
[telefoonnummer 16] we nemen 5
[telefoonnummer 9] als je 5 stuks neem krijg je voor jou dezelfde prijs, ken je naar mijn broertje gaan
[telefoonnummer 16] ja graag bel hem als je blieft, laat me weten broer [54]
Op 4 januari 2017 om 02:56 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 5] ) naar [verdachte] ( [telefoonnummer 9] ):
[telefoonnummer 5] van die stinkwijf uit Amsterdam is hier
[telefoonnummer 9] ja weet ik weet ik vroeg haar net om jou
(…)
[telefoonnummer 9] ja ik zei tegen haar je moet naar mijn broertje gaan maar morgen. Moetje voor hun spullen kijken (…)
[telefoonnummer 9] Voor spullen. Hij wil spullen kopen. 5 kilo
(…)
[telefoonnummer 5] je moet tegen hem zeggen, je moet tegen hem zeggen je kan regelen 2 ntv [55]
Op 4 januari 2017 om 11:29 belt [D 2] ( [D 2] / [D 2] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):
[D 2] : (…)In ieder geval, geef mij dat spul mee, die monster, dat ga ik naar die persoon brengen. [56]
Verbalisanten E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 hebben verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Wij hebben op woensdag 4 januari 2017 tussen 10.40 uur en 16.00 uur geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen gedaan (…):
(…)
11.5
uur, E131
Ik zag dat een (…) Volkswagen (…) Polo, (…) voorzien van het kenteken [kenteken] , stond geparkeerd (…) ter hoogte van het [straatnaam] te [plaatsnaam] . Ik zag dat achter het stuur en op de passagiersstoel twee onbekende vrouwen zaten. Ik zag dat een derde onbekende persoon op de achterbank zat.
Opmerking E153
De vrouw op de bestuurdersstoel, de vrouw op de passagiersstoel en de persoon op de achterbank zullen verder in dit proces-verbaal NN1,NN2 en NN3 worden genoemd [57]
11.55
uur, E101
Ik zag dat NN1 een vrouw was met lang donkergekleurd haar, dat NN2 een hoofddoek droeg en dat NN3 brildragend was en een muts op zijn hoofd droeg.
(…)
12.09
uur, E175
Ik zag dat de Volkswagen [kenteken] geparkeerd stond op de parkeerplaats van het [naam hotel] , gevestigd aan de [adres] te [plaatsnaam] .
(…)
12.1
uur, E175
Ik zag dat zowel NN1 als NN3 tussen de tijdstippen 12.10 uur en 13.08 uur meerdere keren om de beurt het hotel binnengingen en weer plaatsnamen in de Volkswagen [kenteken] .
(…)
14.06
uur, E175
Ik zag dat een personenauto van het merk Volkswagen, type Golf, kleur wit en naar later bleek voorzien van het kenteken [kenteken] , stopte op (…) ter hoogte van de parkeerplaats van het hotel. Ik zag dat een man , die later werd herkend als [achternaam van verdachte] , van de bestuurdersstoel uit de Volkswagen [kenteken] stapte en de parkeerplaats van het hotel opliep in de richting van de Volkswagen [kenteken] . Ik zag dat NNI uit de Volkswagen [kenteken] stapte en even met [achternaam van verdachte] sprak. Ik zag dat [achternaam van verdachte] terugliep naar de Volkswagen [kenteken] en plaatsnam op de bestuurdersstoel. Ik zag dat NN1 plaatsnam op de bijrijderssstoel van de Volkswagen [kenteken] .
14.08
uur, E175
Ik zag dat [achternaam van verdachte] met de Volkswagen [kenteken] over de parkeerplaats van het hotel reed, dat NN2 met de Volkswagen [kenteken] achter hem aanreed. [58]
14.09, E134
Ik zag dat de Volkswagen [kenteken] voor het portiek van de flat waarin de woning [adres] in is gelegen, werd geparkeerd. Ik zag dat een man , die ik herkende als [achternaam van verdachte] uitstapte en het portiek binnenging. Ik zag dat een onbekende man ook uit de Volkswagen [kenteken] stapte en met [achternaam van verdachte] meeliep. [59]
Ik, E134, herkende subject [medeverdachte 2] , [achternaam van verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] , aan de hand van: een door het tactisch team ter beschikking gestelde foto; [60]
Op 4 januari 2017 om 13:20 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 5] ) naar [..18] ( [.] ):
[telefoonnummer 5] Ja luister dan. Eh ik ga nu tegen jou zeggen hij wil die dingen niet aan mij meegeven in een keer zo.
[.] Geef alleen even een monster.
[telefoonnummer 5] Ik pak nu gewoon een klein stukje dan, breng ik hem naar jou toe, kom ik nu gelijk naar jou toe.
(…)
[telefoonnummer 5] Waar ben je?
[.] (…) [naam hotel] kanaleneiland. [61]
Op 4 januari 2017 om 14:53 belt [D 2] ( [D 2] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 5] ):
[D 2] Luister dan, ik heb hem net zelf testen..diegene zegt is niks man ..hij zegt alleen maar eh..mix (of niks)
[telefoonnummer 5] Nee joh..ik heb zelf van die ding erafgehaald..
(…)
[D 2] Ja maar diegene heeft net gekeken..hij vond het niks, hij zegt die geur ook, maar heb jij geen brokje?
[telefoonnummer 5] Nee..Dit was brok, ik heb hoe heet het..ding eh stukjes gemaakt..
(…)
[D 2] Ja, je moet nooit in stukjes maken, gaat dat dat, dat heeft diegene argwanend gemaakt, hij zegt dat is eh..waarom is het zo poederachtig?
(…)
[D 2] Stuur hem een bericht naar pgp zeg tegen hem [.] zegt tegen jou, ja luister ik heb een hele nodig [62]
Op 4 januari 2017 om 17:05 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 5] ) naar [verdachte] ( [telefoonnummer 9] ):
[telefoonnummer 5] : Ik breng vandaag al paar keer alles, goeie dit en dat. Heb ik aan haar gegeven, reed ik daar rond op die parkeerplaats.
Je weet toch. Ja, volgens mij hebben ze alles weg gesnoven.
[telefoonnummer 9] : Met wie was dat?
[telefoonnummer 5] : Was met zo' n meisje en een jongen klaar.
[telefoonnummer 9] : Ja
[telefoonnummer 5] : Die jongen ehh, ik zweer het, die was helemaal, gewoon helemaal dat helemaal door gesnoven was. [63]
4.3.1.4.2 Bewijsoverweging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat niet uit het dossier blijkt dat zijn cliënt 5 kilo cocaïne voorhanden heeft gehad.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen het volgende vast. Op 3 januari 2017 om 23:43 uur heeft [verdachte] telefonisch contact met een NNvrouw en NNman over de levering van ‘5 stuks voor 23’. Besproken wordt om eerst ‘iets kleins’ te geven ‘om te laten zien’. [verdachte] geeft dan aan ‘ik kan niet afbreken, ik geef hem helemaal hij mag kijken’. Uiteindelijk wordt de prijs bevestigd, ‘5 stuks voor 100.000’. Op 4 januari 2017 om 00:00 uur vraagt [verdachte] vervolgens of het niet morgen overdag kan, waarop NNman [telefoonnummer 16] vraagt of het niet vandaag nog kan. [verdachte] geeft aan dat de NNman wel vandaag naar zijn broertje kan komen in Utrecht. Een paar uur later belt [medeverdachte 2] naar [verdachte] . [verdachte] geeft aan dat hij heeft gezegd dat de NNvrouw naar zijn broertje kan, ‘voor spullen’. [medeverdachte 2] antwoordt dan aan [verdachte] dat deze tegen hem moet zeggen ‘je kan regelen 2’. Op 4 januari 2017 om 11:29 uur belt NNvrouw [D 2] naar [medeverdachte 2] met de boodschap dat hij het monster moet meegeven. Om 13:20 uur belt [medeverdachte 2] naar een NNman met hetzelfde nummer. Ook hij vraagt om een monster.
De verbalisanten van het observatieteam hebben waargenomen dat een Volkswagen Polo met het kenteken [kenteken] eerst bij het [straatnaam] geparkeerd stond, met drie [medeverdachte 3] -inzittenden erin. Deze auto wordt vervolgens bij het [naam hotel] aan de [straatnaam] te [plaatsnaam] gezien. De verbalisanten zien dat [medeverdachte 2] aan komt rijden in een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] , uitstapt en naar voornoemde Volkswagen met kenteken [kenteken] toeloopt en met een van de inzittenden spreekt. [medeverdachte 2] loopt vervolgens terug naar de auto waarin hij was komen aanrijden en rijdt weg.
[medeverdachte 2] heeft vervolgens telefonisch contact met NNvrouw* [D 2] (noemt zichzelf [D 2] ). Uit dit gesprek blijkt dat het afgeleverde product getest is en er wordt gesproken over de slechte kwaliteit daarvan. [medeverdachte 2] belt dezelfde dag aan het eind van de middag naar [verdachte] en geeft een terugkoppeling over de gang van zaken. Hij zegt dat hij het aan haar heeft gegeven, op de parkeerplaats heeft gereden, en dat het een vrouw en een man waren. Dit komt overeen met de waarneming van het observatieteam die een NNman en NNvrouw op de parkeerplaats van het [naam hotel] hebben waargenomen en het contact dat [medeverdachte 2] met NN1 (vrouw op de bestuurdersstoel van de Volkswagen [kenteken] ) had. [medeverdachte 2] zegt tegen [verdachte] ‘volgens mij hebben ze alles weggesnoven’.
De rechtbank acht op grond van de vorenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, in nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 2] , een monster cocaïne heeft vervoerd, afgeleverd en verstrekt in de periode van 3 tot en met 4 januari 2017. Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen niet kan worden vastgesteld dat beide verdachten hebben kunnen beschikken over 5 kilo dan wel een grote hoeveelheid cocaïne en dat daarom slechts kan worden uitgegaan van een geringe hoeveelheid cocaïne.
4.3.1.5 Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen witwassen (feit 1)
4.3.1.5.1 Bewijsmiddelen
De rechtbank verwijst naar de bewijsmiddelen die bij feit 3 zijn opgenomen. Aanvullend daarop acht de rechtbank de hierna opgenomen bewijsmiddelen van belang.
Verbalisant [verbalisant 6] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 vond er (…) een doorzoeking (…) plaats in de woning aan het [adres] in [plaatsnaam] . (…)
Hieronder volgt een overzicht van de genummerde ruimtes.
01: woonkamer
02: keuken
03: buitenkeuken
04: wc
05:gang
06:schuur
07: slaapkamer rechts
08: slaapkamer midden
09: slaapkamer links
10: overloop
11: badkamer
12: inloopkast tweede verdieping
13: overloop tweede verdieping
14: slaapkamer tweede verdieping
15: kruipruimte
16: tussenberging inclusief houten afscheidingswand tussen de berging en buitenkeuken [64]
Ruimte 02:
1907445 Contant geld 940 euro [65]
Ruimte 6:
1907358 Contant geld. 8100 euro. Aangetroffen in doos met koffiepotje. Geldbedrag was in stapeltjes van o.a 500 euro en 400 euro opgedeeld. Om elk stapeltje zat een opnamebewijs van de ABN- AMRO gewikkeld. Op dit bewijs stond met de pen geschreven de namen [H 2] .
1907359 Contant geld. 10.000 euro. Zat in een pan in blauwe verpakking
1907361 Contant geld. 15.100 euro. Zat in een pan, die in een doos zat
1907363 Contant geld. 35.000 euro Zat in een plastic tas
1907365 Contant geld. 15.000 euro Zat in een plastic tas
1907391 Contant geld. Muntgeld 2676,47. Verdeeld over 5 (plastic) tassen
(…)
1908393 Contant geld. 20.700 euro. Zat in een plastic tas [66]
Ruimte 09: [67]
1907448 Contant geld. 9295 euro. Zat in een zak van een kledingstuk
1907948 Contant geld. 450 euro [68]
Ruimte 15:
1907453 Geld. 34.900 euro
(…)
Ruimte 16:
1907458 Contant geld. 117.900 euro [69]
Verbalisant [verbalisant 7] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 (…) bevond ik me, (…) in perceel [adres] te [plaatsnaam] (…). Mij was gevraagd (…) de bij de woning behorende schuur te doorzoeken. [70]
Foto 2: Diverse bankbiljetten in een plastic tas. Deze tas zat vervolgens in een zwarte pan.
Foto 3 t/m 6: Pakje bankbiljetten, geseald, in doos met coffee/theemaker [71]
Fot 7 t/m 9: Pakje bankbiljetten in blauw plastic in snelkookpan [72]
Foto 10 t/m 15: Diverse tassen met muntgeld [73]
Op 18 december 2016 om 18:05 uur belt [verdachte] (NNman) naar [medeverdachte 5] :
NNman: Is goed, als ik jou bel, dan moet je naar huis komen, is dag goed.
[medeverdachte 5] : Waarom?
NNman: Je moet niet vragen waarom? Klaar.
[medeverdachte 5] : Ik kan nu niet naar huis komen nu...euhhhh....
NNman: Oke, is mijn vader daar?
(…)
NNman: Ik wil namelijk daar euhhh neerzetten, je weet zelf wel, papier....toiletpapier.
[medeverdachte 5] : Euhhh...dan moet je tegen [medeverdachte 1] het zeggen, je moet het tegen [medeverdachte 1] zeggen en die kan jou het vertellen dan. Die kan je dat ene vertellen dan.
NNman: Hij gaat vertrekken vriend, hij zei tegen mij, alleen [B 1] is daar.
[medeverdachte 5] : Alleen als je mij komt ophalen en dat ik dan terug kom. [74]
Op 13 januari 2017 om 19:52 uur belt [K 1] naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 5] zegt dat [medeverdachte 4] en [I 1] naar die familie is om afscheid te nemen, maar dat zij niet gaat tot zij weer terug komen. [medeverdachte 5] zegt dat zij de woning niet onbeheerd wilt laten. [75]
Op 13 januari 2017 om 19:55 uur belt [medeverdachte 4] naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 4] zegt, moet ik dan zelf komen.
(…)
[medeverdachte 5] zegt: "Kijk maar wat je doet, maar ik zal de woning niet onbeheerd achterlaten".
[medeverdachte 4] zegt dat het goed is en dat hij komt. [76]
4.3.1.5.2 Bewijsoverwegingen
Herkomst aangetroffen contant geld [adres]
Door de officieren van justitie is onder feit 1 een bedrag van € 271.705,72 tenlastegelegd als witwasbedrag.
De rechtbank stelt vast dat in de woning van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] bij de doorzoeking in totaal een geldbedrag van € 270.061,47 is aangetroffen en inbeslaggenomen.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het grootste deel van het bedrag, te weten € 247.947,-, gevonden bij de doorzoeking in de woning aan het [adres] , van hem is. Hij heeft verklaard dat het hierbij gaat om geld dat hij heeft verdiend met hennephandel. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zijn medeverdachten er niets van afwisten dat hij zoveel geld in de woning bewaarde. De rechtbank acht deze verklaring, op grond van de bewijsmiddelen en in het bijzonder de tapgesprekken, geheel niet geloofwaardig. Uit de tapgesprekken blijkt duidelijk dat [medeverdachte 1] veel geld in de woning van zijn ouders bewaarde en dat de ouders daar ook van op de hoogte waren. De verklaring van [verdachte] vindt dus geen enkele ondersteuning in het dossier en wordt juist door het dossier weersproken. De rechtbank zal deze verklaring dan ook terzijde schuiven. In het vonnis in de zaak van [medeverdachte 1] (16/707096-16) heeft de rechtbank geoordeeld dat het grootste deel van het aangetroffen geld in de woning aan [medeverdachte 1] toebehoort. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat een klein deel van het geld aan [medeverdachte 2] toebehoort en daarnaast ook een klein deel aan [verdachte] . Uit de bewijsmiddelen blijkt immers uit het gesprek tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] dat [verdachte] toiletpapier wil neerzetten in de woning van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] . Gelet op de samenhang met de andere bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat hier in versluierd taalgebruik wordt gesproken over geld. Gelet op de verklaring van [verdachte] dat hij geld heeft verdiend met hennephandel en ook gelet op de bewezenverklaring van grootschalige hennepteelt en –handel, concludeert de rechtbank dat het niet anders kan zijn dan dat het door [verdachte] in de woning van zijn ouders bewaarde geldbedrag – middellijk of onmiddellijk – afkomstig is uit eigen misdrijf.
Juridisch kader met betrekking tot witwassen van geld uit eigen misdrijf
Uit de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat indien vaststaat dat het enkele voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als (schuld)witwassen kan worden gekwalificeerd. Om tot kwalificatie van dat misdrijf te kunnen komen moet er dus sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft. De rechtbank overweegt dat het enkele in het eigen huis verstoppen dan wel opbergen van crimineel geld volgens de jurisprudentie niet voldoet aan de door de wet gestelde eisen voor (schuld)witwassen. Er moet kunnen worden vastgesteld dat verdachte een handeling heeft verricht die erop gericht was om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen. Deze gedraging moet zijn gericht op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het geldbedrag. [77]
Toepassen juridisch kader op de zaak
Uit het onderzoek ter terechtzitting, tezamen met de hierboven opgenomen bewijsmiddelen, is het volgende gebleken. Het geldbedrag is verdeeld over verschillende plaatsen gevonden in de woning van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Uit het dossier blijkt niet dat [verdachte] op dat moment in de woning woonde dan wel duurzaam verbleef. Het geld was verborgen op verschillende plaatsen, waaronder de schuur, de kruipruimte en de tussenberging, waarbij ook geld was verstopt in een houten afscheidingswand tussen de berging en buitenkeuken. In deze laatste ruimte werden ook meerdere briefjes van € 500,- en een grote hoeveelheid briefjes van € 100,- gevonden. In de schuur was het geld vervolgens (verder) verhuld in alledaagse voorwerpen zoals in een pan, in een doos met coffee/theemaker en in een snelkookpan.
Uit de hierboven opgenomen tapgesprekken blijkt dat [verdachte] zich bewust was van het feit dat er geld was opgeborgen in het huis van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] . Het geld werd beheerd door [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] . Het verstrekken van het geld werd gecoördineerd door [medeverdachte 5] in samenwerking met [medeverdachte 4] en het huis werd niet onbeheerd achtergelaten.
Uit het voorgaande blijkt dat [verdachte] een handeling heeft verricht die gericht is geweest op het veilig stellen van hun criminele opbrengsten. Hij heeft geld, verdiend met de teelt en handel in hennep, naar het huis van zijn ouders gebracht en in beheer gegeven aan zijn ouders. Dit leidt, gekeken naar de jurisprudentie van de Hoge Raad, tot de conclusie dat [verdachte] dat geld niet meer alleen voorhanden heeft gehad, maar dit ook heeft verhuld dan wel verborgen. [78] De grondige wijze van opbergen van het geld in de woning van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] draagt bij aan deze conclusie.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen, ook die ten aanzien van zaaksdossiers Chinezen en België (feit 3), volgt dat [verdachte] , in nauwe en bewuste samenwerking met anderen, te weten met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] , een klein deel van het in de woning gevonden geldbedrag heeft witgewassen.
Partiële vrijspraak
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat sprake is geweest van witwassen in de periode van 18 december 2016 tot en met 31 december 2016. De rechtbank spreekt verdachte partieel vrij van de eerdere en latere periode die ten laste is gelegd wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte voorafgaande aan en volgend op de bewijsbare periode zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
4.3.1.6 Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen criminele organisatie (feit 2)
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 2 ten laste gelegde, wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor het bestaan van enige criminele organisatie, dan wel voor de betrokkenheid van verdachte bij de criminele organisatie. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de tussen de verdachte en zijn medeverdachten aanwezige familieband automatisch een bepaalde structuur en een zekere duurzaamheid met zich meebrengt, die op bepaalde punten overeenkomsten vertonen met aspecten van een criminele organisatie. Dit moet echter niet tot de conclusie leiden dat reeds sprake is van een criminele organisatie als meerdere leden van een familie samen misdrijven plegen.
4.3.1.6.1 Inleiding
Van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is sprake als blijkt van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad. Dit kan blijken uit een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Vast moet komen te staan dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk had. Daarnaast moet verdachte een aandeel hebben in het samenwerkingsverband dan wel moet verdachte de gedragingen, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie, ondersteunen. Voor de bewezenverklaring van ‘een organisatie’ als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Tot slot moet bewezen kunnen worden dat verdachte opzet had op het deelnemen van de organisatie. Voldoende daarvoor is dat verdachte in zijn algemeenheid weet dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft.
Gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en de hierna nog te noemen aanvullende bewijsmiddelen blijkt van een onderling afstemmen van activiteiten tussen (onder meer) [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Ook blijkt van een onderlinge verdeling van de werkzaamheden.
4.3.1.6.2 Aanvullende bewijsmiddelen
Voor de in dit hoofdstuk gebruikte bewijsmiddelen wordt verwezen naar de hieronder opgenomen bewijsmiddelen en hierboven opgenomen bewijsoverwegingen. Nu de bewijsmiddelen, ten behoeve van de volledigheid van het vonnis, voor alle leden van de criminele organisatie op eenzelfde manier zijn opgenomen, is er op sommige punten sprake van herhaling van de bewijsmiddelen.
Witwassen
Appartementen [plaatsnaam]
Op 3 mei 2016 is bij het Financial Intelligence Unit (FIU) een verzoek verstrekking gedaan betreft ongebruikelijke transacties. [79] Op 26 augustus 2016 zijn door het FIU gegevens verstrekt, waaruit blijkt dat [medeverdachte 5] op 29 september 2014 twee appartementen heeft aangekocht in [plaatsnaam] met de nummers [nummer] en [nummer] . [80] Het gaat daarbij om appartementen aan de straat [straatnaam] , [..5] , op de zevende verdieping. [81] Dit wordt bevestigd door het Kadaster te Marokko, waarbij op de eigendomsverklaringen de onroerende goederen respectievelijk [adres] [82] en [adres] [83] worden genoemd onder vermelding van de hiervoor genoemde nummers.
Uit de (aankoop)akte van de appartementen volgt dat [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 1] een volmacht heeft gegeven voor de aankoop van beide appartementen. [84]
Op 26 oktober 2016 om 00:38 uur belt [medeverdachte 5] naar [F 2] (
samengevat weergegeven):
NNvrouw vraagt haar of het huis in [plaatsnaam] groot is.
[medeverdachte 5] zegt: "Ja en we hebben daar twee woningen zelfs".
(…)
[medeverdachte 5] zegt dat [medeverdachte 1] daar zijn geld heeft gestald. [85]
Op 15 oktober 2016 om 00:05 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [J 1] ( [J 1] ):
[medeverdachte 1] vraagt of [J 1] in [plaatsnaam] is.
[J 1] is in [plaatsnaam] .
(…)
[J 1] ik sta nu voor jouw deur.
(…)
[J 1] ik ben voor jou naar die hoe heet het geweest, naar die water en licht
(…)
[J 1] water zit nog geld maar op licht zit geen geld op die ander ook je weet toch die ander huis die je niet gebruikt,
(…)
[telefoonnummer 1] man ik heb daar geld liggen [..15] ga naar huis
(…)
[telefoonnummer 1] ik heb liggen in een kussen van die bank [86]
Zonnebanken
Uit het Uittreksel van de Kamer van Koophandel, gedateerd op 13 juni 2016, blijkt dat de zonnestudio ‘ [naam 3] ’ is gevestigd op het adres [adres] te [plaatsnaam] . De (enige) eigenaar van de zonnestudio is [medeverdachte 1] . [87] Uit het uittreksel blijkt verder dat de onderneming in de periode van 4 mei 2015 tot en met 5 december 2015 de handelsnaam [naam 2] heeft gevoerd. [88]
Verbalisant [verbalisant 19] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Tijdens de doorzoeking op 21 februari 2017 is er op het [adres] een factuur met factuurnummer 14092 aangetroffen van [naam 1] . Op de factuur is te zien dat er 3 zonnebanken zijn aangekocht. (…) De factuur staat op naam van [naam 2] , [adres] te [plaatsnaam] . Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat [naam 3] , waarvan [medeverdachte 1] eigenaar is in de periode 04-05-2015 tot en met 05-12-2015 de naam [naam 2] heeft gevoerd. Het totaalbedrag van de factuur bedraagt € 83.273,75. Op de factuur is met pen genoteerd dat er € 63.273,75 contant is betaald en de overige € 20.000,00 via de bank is betaald. Op de uitgeleverde mutatieoverzichten van ABN AMRO Bank van rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 1] is te zien dat de overboeking van € 20.000,00 op 26 november 2015 wordt overgeboekt naar de rekening van [naam 1] met in de omschrijving factuurnummer 14092. Het bedrag van € 63.273,75 is op deze rekening niet zichtbaar in de bevraagde periode. [89]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
V: Wat verdiende je per uur bij [naam 3] ?
A: Ik twijfel tussen 5 euro of 6,50 euro per uur. Ik kreeg per maand tussen de 600 en 700 uitbetaald.
V: Hoe kreeg je je salaris uitbetaald?
A: Ik kreeg dat altijd in een envelop contant. [90]
V: Hoe kregen de collega’s uitbetaald?
A: Ook contant uitbetaald.
(…)
V: Hoeveel klanten kwamen er gemiddeld op een dag bij [naam 3] ?
A: Dat verschilde. Ja doordeweeks op dinsdag bijvoorbeeld 10/15 per dag. De donderdagavond ongeveer 10. Zondag was het heel stil, nou ongeveer maximaal 7 klanten over de hele dag.
V: Verkochten jullie ook nog spullen?
A: Ja, cremes en zo
V: Waren er ook nog klanten die alleen binnen kwamen om creme te kopen?
A: Ja die kwamen dan alleen voor. Dat gebeurde niet zoveel. (…)
V: Hoeveel Euro kostte het om onder de zonnebank te gaan? [91]
A: Dat kost € 7,50 voor maximaal 20 minuten. Als je langer ging dan kwam er 0,50 cent per 5
minuten bij.
V; Werd dat contant afgerekend of gepind?
A: Allebei,
V: Dus er was contant geld aanwezig, hoeveel zal er aan aan het eind van de dag in de kassa.
A: Aan het begin van de dag zat er meestal 45 euro in de kassa. Aan het eind van de dag had je meestal 150 tot 200 euro. [92]
Je zag ook dat de zonnestudio niet lekker liep, qua klanten. Er liepen echt niet zoveel klanten binnen. Als je daar dan de hele dag bent en je krijgt maar maximaal 10 a 15 klanten per dag. Dit was echt wel over de hele periode dat ik daar gewerkt heb.
Contant geldbedrag
Verbalisant [verbalisant 6] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 vond er (…) een doorzoeking (…) plaats in de woning aan het [adres] in [plaatsnaam] . (…)
Hieronder volgt een overzicht van de genummerde ruimtes.
01: woonkamer
02: keuken
03: buitenkeuken
04: wc
05:gang
06:schuur
07: slaapkamer rechts
08: slaapkamer midden
09: slaapkamer links
10: overloop
11: badkamer
12: inloopkast tweede verdieping
13: overloop tweede verdieping
14: slaapkamer tweede verdieping
15: kruipruimte
16: tussenberging inclusief houten afscheidingswand tussen de berging en buitenkeuken [93]
Ruimte 02:
1907445 Contant geld 940 euro [94]
Ruimte 6:
1907358 Contant geld. 8100 euro. Aangetroffen in doos met koffiepotje. Geldbedrag was in stapeltjes van o.a 500 euro en 400 euro opgedeeld. Om elk stapeltje zat een opnamebewijs van de ABN- AMRO gewikkeld. Op dit bewijs stond met de pen geschreven de namen [H 2] .
1907359 Contant geld. 10.000 euro. Zat in een pan in blauwe verpakking
1907361 Contant geld. 15.100 euro. Zat in een pan, die in een doos zat
1907363 Contant geld. 35.000 euro Zat in een plastic tas
1907365 Contant geld. 15.000 euro Zat in een plastic tas
1907391 Contant geld. Muntgeld 2676,47. Verdeeld over 5 (plastic) tassen
(…)
1908393 Contant geld. 20.700 euro. Zat in een plastic tas [95]
Ruimte 09: [96]
1907448 Contant geld. 9295 euro. Zat in een zak van een kledingstuk
1907948 Contant geld. 450 euro [97]
Ruimte 15:
1907453 Geld. 34.900 euro
(…)
Ruimte 16:
1907458 Contant geld. 117.900 euro [98]
Verbalisant [verbalisant 7] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 (…) bevond ik me, (…) in perceel [adres] te [plaatsnaam] (…). Mij was gevraagd (…) de bij de woning behorende schuur te doorzoeken. [99]
Foto 2: Diverse bankbiljetten in een plastic tas. Deze tas zat vervolgens in een zwarte pan.
Foto 3 t/m 6: Pakje bankbiljetten, geseald, in doos met coffee/theemaker [100]
Fot 7 t/m 9: Pakje bankbiljetten in blauw plastic in snelkookpan [101]
Foto 10 t/m 15: Diverse tassen met muntgeld [102]
Op 18 oktober 2016 om 23:47 uur belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) naar [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ):
[medeverdachte 2] : Ik ben onderweg, vraag mijn moeder 600 euro daar voor mij neer te leggen. [103]
Op 30 oktober 2016 om 18:43 uur belt [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 1] ) naar [medeverdachte 5] ( [telefoonnummer 14] ):
[telefoonnummer 14] Heb je wat nodig?
[telefoonnummer 1] Ja ik heb geld nodig.
[telefoonnummer 14] Als je geld nodig hebt moet je wachten tot je vader er is. [104]
Op 11 november 2016 om 21:12 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [U] :
[medeverdachte 1] : ‘En mijn bewaargoed is dat er nog niet’
(…)
[medeverdachte 1] : Ga het afmaken en ga dat geld halen. [105]
Op 18 november 2016 om 00:00 uur belt [medeverdachte 5] naar [medeverdachte 2] (NNman):
[medeverdachte 5] : Pas op, ze zijn net langs gereden. (…)
Ja, ze zijn hier langs gereden ik heb ze gezien.
(…)
NNman: Verstop dat geld goed.
(…)
NNman: Verstop al dat geld.
[medeverdachte 5] : Gooi DAT weg en ga naar je broer. (…) [106]
Op 10 december 2016 om 14:33 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 8] ) naar [medeverdachte 5] ( [telefoonnummer 14] ):
[telefoonnummer 14] : vraagt hem waarom wilt hij komen.
[telefoonnummer 8] : Ik wil een klein beetje van dat bewaargoed opnemen. [107]
Op 10 december 2016 om 14:33 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 8] ) naar [medeverdachte 5] ( [telefoonnummer 14] ):
[telefoonnummer 14] : neemt op en zegt dat zij [medeverdachte 1] gaat bellen.
[telefoonnummer 8] : vraagt haar aan [medeverdachte 1] te vragen 1500 neer te leggen. [108]
Op 18 december 2016 om 18:05 uur belt [verdachte] (NNman) naar [medeverdachte 5] :
NNman: Is goed, als ik jou bel, dan moet je naar huis komen, is dag goed.
[medeverdachte 5] : Waarom?
NNman: Je moet niet vragen waarom? Klaar.
[medeverdachte 5] : Ik kan nu niet naar huis komen nu...euhhhh....
NNman: Oke, is mijn vader daar?
(…)
NNman: Ik wil namelijk daar euhhh neerzetten, je weet zelf wel, papier....toiletpapier.
[medeverdachte 5] : Euhhh...dan moet je tegen [medeverdachte 1] het zeggen, je moet het tegen [medeverdachte 1] zeggen en die kan jou het vertellen dan. Die kan je dat ene vertellen dan.
NNman: Hij gaat vertrekken vriend, hij zei tegen mij, alleen [B 1] is daar.
[medeverdachte 5] : Alleen als je mij komt ophalen en dat ik dan terug kom. [109]
Op 24 december 2016 om 14:02 uur belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] , ‘ [.] ’) naar [medeverdachte 5] :
[.] : Zou jij alstublieft dat geld allemaal gereed houden. [110]
Op 27 december 2016 om 13:05 uur belt ( [..18] , ‘ [.] ’) naar [medeverdachte 5] :
[.] : Waar heb je dat geld in de tuin verstopt?
[medeverdachte 5] : Dat van jou is in de tuin!!! [111]
Op 29 december 2016 om 11:44 uur belt [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) naar [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ):
[medeverdachte 5] : Waar heb je dat plastic zakje gedaan? Die je hier vandaan meegenomen hebt van die grote (oudste). Achter de magnetron of achter de borden.
[medeverdachte 4] : Van wie? Van [medeverdachte 2] of niet?
[medeverdachte 5] : Nee, van die grote, die oudste!!!
[medeverdachte 4] : Ligt in de Kookpot (voor couscous)!!!
[medeverdachte 5] : En die anderen???
[medeverdachte 4] : Die van [medeverdachte 2] , achter magnetron. Klaar.
(…)
[medeverdachte 4] : Dat van [medeverdachte 2] is niet veel, daar zit niet veel, klaar. [112]
Op 13 januari 2017 om 19:52 uur belt [K 1] naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 5] zegt dat [medeverdachte 4] en [I 1] naar die familie is om afscheid te nemen, maar dat zij niet gaat tot zij weer terug komen. [medeverdachte 5] zegt dat zij de woning niet onbeheerd wilt laten. [113]
Op 13 januari 2017 om 19:55 uur belt [medeverdachte 4] naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 4] zegt, moet ik dan zelf komen.
(…)
[medeverdachte 5] zegt: "Kijk maar wat je doet, maar ik zal de woning niet onbeheerd achterlaten".
[medeverdachte 4] zegt dat het goed is en dat hij komt. [114]
Familieleden [L] en [M] hebben op 22 februari 2017 een tapgesprek met elkaar gevoerd:
[L] zegt dat de politie heel veel geld gevonden heeft in de tuin van [medeverdachte 5] . Zij weet
niet of er hasj gevonden is. [M] : “Hoe kan [medeverdachte 5] al die spullen in haar huis laten dan en dat toezien?”
[L] : “Ja, dat hebben [V] en [W] ook gezegd, zij hebben gezegd we hebben
haar altijd gewaarschuwd en tegen haar gezegd, je moet hiermee stoppen. Maar
kennelijk hield zij te veel van geld (…)”.
[M] zegt dat het niet kan, dat deze ouders dit allemaal toelaten en toestaan. [L]
zegt dan dat [medeverdachte 4] het altijd allemaal heeft afgekeurd. [medeverdachte 4] heeft ze
gewaarschuwd en gezegd dat het niet goed is waar ze mee bezig zijn. Maar hij heeft
niets te vertellen en er wordt niet naar hem geluisterd. [medeverdachte 5] was de baas en hij moest
zijn mond houden. [115]
Handel en teelt van hennep
Zaaksdossier Chinezen
Op 25 oktober 2016 om 00.30 uur belt [medeverdachte 1] uit naar [G 1] :
[medeverdachte 1] : Amsterdam, wanneer China, papieren moet betalen he mijn broertje
[G 1] : Broertje?
[medeverdachte 1] : Geld money money betalen, betalen huur. [116]
Enkele weken eerder, op 7 oktober 2016, belt een NNman vanaf telefoonnummer [telefoonnummer 22] , het huisnummer van de familie [achternaam van verdachte] , met het bedrijf Energie Direct. [117] Deze persoon zegt dat hij binnenkort weer alleen gaat wonen en geeft op te zijn: [verdachte] , nieuwe postcode [postcode] [plaatsnaam] , huisnummer [huisnummer] . De postcode en het huisnummer komen overeen met het adres [straatnaam] [huisnummer] te [plaatsnaam] . [118]
Uit een hypotheekdossier van de SNS bank blijkt dat [medeverdachte 3] op 9 oktober 2012 een koopovereenkomst heeft getekend en een hypotheek heeft afgesloten voor het appartement [straatnaam] [huisnummer] te [plaatsnaam] . [119]
Op 2 november 2016 om 14:53 uur belt [medeverdachte 1] naar [G 1] :
[G 1] : Hoe laat komen?
[medeverdachte 1] : Half uurtje. 1 persoon gezien grote werk. Grote werk [120]
Door het observatieteam (OT) wordt waargenomen dat op 3 november 2016 een man gelijkend op [medeverdachte 1] uit het portiek van een flatgebouw aan de [straatnaam] , o.a. nummer [huisnummer] , te [plaatsnaam] komt met twee onbekende personen. [121]
Op 29 november 2016 om 18:19 uur belt [F 1] naar [medeverdachte 1] :
[medeverdachte 1] : Ja rustig. Jij Amsterdam België?
[F 1] : Ja ja.
[medeverdachte 1] : Amsterdam.
[F 1] : Ja Amsterdam
(…)
[medeverdachte 1] : Ah Oke, uh. Ik morgen komen ja?
(…)
[medeverdachte 1] : Praten voor werk ja.
[F 1] Oke is goed. [122]
Uit gesprekken van 2 december 2016 blijkt dat [F 1] en een broertje van [medeverdachte 1] elkaar ontmoet hebben. [123]
Op 3 december 2016 belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[medeverdachte 1] : Groot he?
[F 1] : 1 kamer nog niet klaar.
(…)
[medeverdachte 1] : (…) hoeveel zakkie hoeveel zakkie? [124]
[F 1] : Ehmmm, drie, vier, heel veel, (onverstaanbaar) misschien 1 kamer misschien
bijna 40 stuks. [125]
Later die dag belt [medeverdachte 1] uit naar [F 1] :
[medeverdachte 1]:
En je kamer klaar?
[F 1] : Ja het is klaar, slapen nu (lacht).
[medeverdachte 1] : Ok nee. Geen probleem. Beter beter slapen. Ok is goed. Ik eh… kom straks,
dan meenemen helft pakken alvast ja. [126]
Op 4 december 2016 om 15:56 uur belt [medeverdachte 1] het Belgische nummer eindigend op * [telefoonnummer 15] ( [telefoonnummer 15] ):
[telefoonnummer 15] : Hallo ze hebben niet veel meer te gaan en zijn bijna klaar.
[medeverdachte 1] : Zijn ze bijna klaar ook met die afval?
[telefoonnummer 15] : Alles is klaar ze zijn bezig met dat andere en zijn bijna klaar.
(…)
[medeverdachte 1] : Zeg tegen hem dat hij je die nieuwe toppen moet geven. [127]
Op 4 december 2016 om 17:00 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 15] :
[medeverdachte 1] : Stuur mij het adres niet van die Europeaan maar een straat daar achter, dan komt mijn broertje, die vult de auto met die spullen en jij rijdt achter hem aan richting [..1] en dan gaat hij naar binnen om het te maken en jij moet met die mensen terug komen.
[telefoonnummer 15] : Moet ik terug komen naar jou?
[medeverdachte 1] : Ja gaat het niet?
[telefoonnummer 15] : Dat wel alleen ik heb die kinderen bij me. [128]
Uit het tapgesprek van 11 december 2016 blijkt dat [telefoonnummer 15] met ‘die kinderen’ de Chinezen bedoelt. [129]
Op 4 december 2016 om 17:22 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[medeverdachte 1] : Klaar?
[F 1] : Ja klaar, klaar.
[medeverdachte 1] : Hoeveel zakje dan?
[F 1] : Nog 6 zakjes.
(…)
[medeverdachte 1] : Oke. Uhh mijn vriend jou brengen ja Amsterdam he. [130]
Op 4 december 2016 om 22:24 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 15] :
[medeverdachte 1] : Oke stuur morgen iemand, maar het moet geen kleine auto zijn. Er gaan er 80
in een doos en ik heb 450 besteld dus reken om 7 dozen. [131]
Op 9 december 2016 om 14.33 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 15] :
[telefoonnummer 15] : Ik ben klaar, ik vertrek nu. (…) Ik heb 18 gedaan en er zijn nog maar 4 over.
(….) Maar wat ik je wilde zeggen, die ene is wel goed. (…) Dat spul is wel goed, alleen te
veel warmte gekregen, hij is erg droog geworden.
[medeverdachte 1] : Hij is dus droog en droog, erg droog.
[telefoonnummer 15] : Ja, hij heeft te veel warmte gekregen. Volgende keer moet je die 21 graden
doen.
[medeverdachte 1] : Ik ben al drie a vier dagen niet geweest. [132]
Op 9 december 2016 om 18.58 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 15] ( [telefoonnummer 15] ):
[medeverdachte 1] : Wat ik je wilde vragen, is volume goed?
[telefoonnummer 15] : (…) Is normaal. Is normaal (…) het is goed. (…) Net als altijd.
[medeverdachte 1] : Is de zak vol, is de zak helemaal vol?
[telefoonnummer 15] : Nee, hij is niet helemaal vol. Het is normaal , het is normaal, net als altijd.
[medeverdachte 1] : In ieder geval, ik had eerder deze [..3] hier gebeld en die vertelde mij dat hij
vol, dat hij vol is en vervolgens zei hij: “Oke, als jij dat brengt, dan ben ik bereid 46 te
betalen en als het echt goed is, als het om goed spul gaat. (…)
[telefoonnummer 15] : Nee, nee, nee, ik moet eerlijk zeggen, het is goed spul, heel goed, de fout die
ermee hebben gemaakt, is dat die heel erg droog is, we hebben hem veel warmte gegeven. [133]
Op 12 december 2016 te 22:24 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 15] ( [telefoonnummer 15] ):
[telefoonnummer 15] : Vraagt [medeverdachte 1] door te geven of men een dag extra er bij kan plannen om de afval weg te brengen/halen.
[medeverdachte 1] : Zegt dat hij zich daar geen zorgen over hoeft te maken. [medeverdachte 1] zegt dat zij 'ze' (werkers) 100 of 150 euro extra per man gaan geven en dat 'zij' alles zullen opruimen. [medeverdachte 1] zegt dat hij 'ze' vrijdag zal brengen. [134]
Op 19 december 2016 om 15.43 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[medeverdachte 1] : Jij kan morgen werken totaal 4 personen. (…) [135]
Op 20 december 2016 om 14.31 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[medeverdachte 1] : Mijn vriend 6 uur komen. (…)
[F 1] : Ok is goed (ntv) Hoeveel
[medeverdachte 1] : 4 personen beter
[F 1] : Nee hoeveel hoeveel
[medeverdachte 1] : Baby (…) maybe 250 misschien 300 (…) [136]
Op 25 december 2016 om 15.16 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[medeverdachte 1] : China werken morgen werken. (…)
[medeverdachte 1] : Ja, voor mij werken morgen. [137]
Op 27 december 2016 om 15:16 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[medeverdachte 1] : Huisbaas daar?
[F 1] : Jaja praten met hem ja?
[medeverdachte 1] : Huisbaas mijn broertje?
[F 1] : Nee! hier hier ....
[er komt een andere man aan de lijn]
(…)
[medeverdachte 1] : He [F 1] .
[F 1] : Waar ben je vriend, ik bel [verdachte] niks en jouw nummer heb ik niet.
(…)
[medeverdachte 1] : Luister jouw vrachtwagen is hij nou klaar of niet want we moeten die materialen daar weghalen.
[F 1] : Ja je hebt gelijk vriend. Dat moet. (…)
[medeverdachte 1] : Of je moet kijken of je dat autootje van die [..11] of zo regelen.
[F 1] : Ja dat ga ik doen. Een kleine busje is beter.
[medeverdachte 1] : Oke want mijn broertje komt eraan.
[F 1] : Oke je broertje komt eraan. Hoe laat is hij hier zo? [138] (…)
[F 1] : Oke dat is goed. Hij heeft wel hier wat gepakt of niet?
[medeverdachte 1] : Dat is toch normaal, dat moet toch gaan drogen, als je het in die zakken laat
dan gaat het verrot. [139]
Op dezelfde datum om 15.33 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[F 1] : Baasie die huisbaas die die nemen die bloemen en tas. (…) Zwarte tas (…) Hij
zei jij zeggen hij mag pakken.
[medeverdachte 1] : Oké ik nu bellen ja, hoeveel is daar nog.
[F 1] : Denk ehm 5 kilo, 6 misschien.
[medeverdachte 1] : Jij mee nemen. [140]
Op 27 december 2016 om 15:47 uur belt [medeverdachte 1] naar [F 1] :
[F 1] : Hallo.
[medeverdachte 1] : China?
(…)
Vervolgens komt een NNman aan de lijn.
(…)
NNman geeft de telefoon over aan [F 1] .
[F 1] : Ehhh, luister [medeverdachte 1] , weet je wat je moet doen doen, we doen 50/50 geef
hem 2 duizend van mij en 2 duizend van jou.
[medeverdachte 1] : [F 1] , ben je gek geworden ga je mensen voor niks betalen. (…)
Op de achtergrond zegt NNman tegen [F 1] je wordt afgeperst. (…) [141]
Zes minuten later is er weer een gesprek tussen [medeverdachte 1] en [F 1] :
[F 1] komt aan de lijn.
[medeverdachte 1] : Hai, vriend, hij moet jou niet afpersen, hoor je mij of niet (…)
[F 1] : (…) als jij alleen maar 2000 verliest, wat is dat nou voor iets. Geef hem die stront van
hem en laat ons met rust. (…) Ik wil geen gezeik. Ik wil niet dat hij mij lastig gaat vallen
(…).
[medeverdachte 1] : Maar wat doe jij nou eigenlijk (…) Nu lijkt het wel of je hem je reet aan het
geven bent. Hij gaat toch niet gratis neuken.
[F 1] : Ik geef niet mijn reet, daarom moet je daarbij zijn (…).
Op de achtergrond roept NNman: “Ik ben hier, ik ben hier vriend, dat hoef je niet te
zeggen”.
[medeverdachte 1] ; Daar is toch mijn broertje, daar is hij.
[F 1] : Nee, nee, jij moet zelf komen. (…) [medeverdachte 1] , ik smeek je in naam van mijn moeder,
kom zelf hier naartoe. (…)
[F 1] zegt op de achtergrond tegen NNman: “ [verdachte] , houd nou alsjeblieft je mond, jij bent erger dan je broer”. [142]
(…)
[F 1] : Ik heb geen rijbewijs op dit moment. Ik kan het niet brengen (…).
[medeverdachte 1] : Kan jij die ene aan hem geven dan?
[F 1] : Nee, nee, hij kan toch jouw auto gebruiken.
[verdachte] zegt op achtergrond: Nee, nee kan niet. (…)
[medeverdachte 1] : Laat hem maar ze wegbrengen, is goed.
[F 1] : Wie moet ze wegbrengen?
[verdachte] : Jij vriend
[F 1] : nee, ik ga ze echt niet wegbrengen. (…)
[medeverdachte 1] ; Klaar, (…) hij moet ze zelf brengen
[F 1] : Hij zegt dat jij ze moet brengen (aan [verdachte] op de achtergrond)
[verdachte] : oke is goed, kom. [143]
Op dinsdag 21 februari 2017 werd er binnengetreden in de woning [straatnaam] [huisnummer] te [plaatsnaam] . In de woning werden vier personen aangetroffen die de Chinese taal spraken. Ook werden er vier Chinese paspoorten aangetroffen. [144]
Zaaksdossier België
Verbalisant [verbalisant 4] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 (…) was ik (…) aanwezig bij de (…) doorzoeking van de woning (verblijfplaats) van [verdachte] , gelegen aan de [adres] te [plaatsnaam] , [..1] . (…)
In de woning van [verdachte] werd een sleutel aangetroffen, die bleek te passen op een loods achter het appartementencomplex. In deze loods stonden diverse in plastic verpakte koolstoffilters (foto 1), jerrycans met vermoedelijk plantenvoeding (foto 2), tassen met zwarte stekbakken (foto 3) en een grote verzameling vuilniszakken met vermoedelijke hennepresten (foto 4). In de loods stond tevens een tweede, volledig inpandige loods van kunststof. Er hing een sterke henneplucht in de inpandige loods. De inpandige loods bestond zelf uit drie ruimtes. In twee ruimtes stonden vermoedelijke hennepplanten (foto 5 en 6). De derde ruimte was ingericht als drogerij (foto 7). Er hingen vijf rekken met ieder 10 tableau’s met vermoedelijk henneptoppen. [145]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 was ik (…) in België. (…)
Doorzoeking woning [adres] , [plaatsnaam] :
In deze woning was 1 persoon aanwezig, zijnde de heer [getuige 3] . Op de zolder in deze woning werd een hennepkwekerij aangetroffen. Ik hoorde van de collega’s uit België dat hier ongeveer 600 kleine plantjes hennep stonden, klaar om in de kwekerij te zetten. De kwekerij was al volledig opgebouwd op de zolder verdieping. [146]
[getuige 3] heeft bij de Belgische onderzoeksrechter het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
[verdachte] zou zich bezig houden met de hele installatie en het verzorgen van de plantjes. Hij zou zorg dragen voor het oogsten van de hennep. [147]
[verdachte] heeft regelmatig contact met [F 1] , die gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer 18] . Het zou hierbij gaan om [F 1] , die in de Belgische politiesystemen te boek staat met het specialisme ‘drugs-producent’.
Op 19 oktober 2016 heeft [F 1] telefonisch contact met [medeverdachte 1] . Uit het gesprek blijkt dat [F 1] een vrachtauto zou regelen voor [medeverdachte 1] .
Op 2 december 2016 is er een telefoongesprek geweest tussen [F 1] en [verdachte] , waarbij [F 1] tegen [verdachte] zegt: “Ik moet dringend met jouw broer praten”.
Uit een overzicht van de reisbewegingen van [medeverdachte 1] blijkt dat de telefoon van [medeverdachte 1] met grote regelmaat paallocaties nabij de grens van België aanstraalt. Verder is zichtbaar dat hij meerdere malen per week de grens met België oversteekt. [148] Ook hebben er meerdere pintransacties met de pinpas van [medeverdachte 1] in België plaatsgevonden. [149]
[verdachte] heeft terechtzitting bekend samen met anderen in België hennep te hebben geteeld. [150]
Handel in cocaïne
Periode van 1 september 2016 tot en met 21 februari 2017
Op 13 oktober 2016 om 20:26uur belt [verdachte] ( [telefoonnummer 10] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 4] ):
[telefoonnummer 10] : Ewa ben je aan het maken?
[telefoonnummer 4] : Ja
[telefoonnummer 10] : (…) ik kom naar boven met die jongens, ze willen kijken
(…)
[telefoonnummer 10] : Ze willen zien hoe jij maakt. Begrijp je? [151]
Op 22 oktober 2016 om 21:56 uur belt [X] ( [X] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 4] ):
[X] : Luister even, heb je niet die spullen die je altijd van mij krijgt maar dan andere.
[telefoonnummer 4] : Koffie?
[X] : Nee, die andere melk.
(…)
Ik wil dat naar 1 iemand brengen, als tie goed is, ik hou van jou
(…)
[telefoonnummer 4] : Ik moet geld..bij mijn moeder pakken, haal ik eerst 20, 30 bij jou..ik zeg eerlijk tegen jou, Bolle, ik heb spullen
hier net gehaald, je weet toch, ik doe jou gunst, dan haal ik van jou ook drugs (?) Dan blijf ik alleen maar van jou halen..Als tie beter dan die van mij is..
(…)
[telefoonnummer 4] : Ewa, pak voor mij eentje, ik ga gelijk laten checken..als ze tegen mij zeggen goed, haal ik van jou altijd, ik
zweer het maar je moet wel een goeie prijs maken voor mij. [152]
Op 22 oktober 2016 om 23:16 uur belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 4] ) naar [Y] ( [Y] ):
[telefoonnummer 4] : He luister maak alvast 5 voor de neus voor mij klaar.
[Y] : Oke is goed. [153]
Op 1 december 2016 om 15:17 uur belt [Y] ( [telefoonnummer 19] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 8] ):
[telefoonnummer 8] weet toch. Als je bij [naam hotel] beetje zwart.
(Op de achtergrond is een gesprek. Als je er ammoniak bij gooit krijg je zwarte spikkeltjes) [154]
Op 10 december 2016 om 20:47 belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) naar [telefoonnummer 10] :
NNman [telefoonnummer 8] : Moet ik een 20 meebrengen voor je of niet?
NNman [telefoonnummer 10] : Wat?? Witte !!!
NNman [telefoonnummer 8] : Ja, (…)
NNman [telefoonnummer 10] : (…) Je moet mij niks brengen [medeverdachte 2] .
NNman [telefoonnummer 8] : Ik heb hier nog eentje, maar je weet hij is niet echt nog, niet schoon, maar ik neem die wel mee.
NNman [telefoonnummer 10] : Heb je die al gekookt??
NNman [telefoonnummer 8] : Nee, gewoon rouw.
(…)
NNman [telefoonnummer 10] : Zie je een beetje Christaltje...maar is die Flexe...
NNman [telefoonnummer 8] : Ja.
NNman [telefoonnummer 10] : Oke, breng die maar, breng die maar en ik betaal je rechtstreeks. (…)
(…)
NNman [telefoonnummer 8] :25!!! 25!!!
NNman [telefoonnummer 10] : Nee, je moet alleen 20 gr...meenemen. (praat met iemand op de achtergrond: "Ben jij in staat om 25 gram te verkopen???".
(…)
NNman [telefoonnummer 10] : Die kleine gaat 25 brengen, ben jij in staat om die 25 voor hem te verkopen. Niet direct, ik kan die hier bij mij bewaren
NNman [telefoonnummer 10] : Niet direct, ik kan die bij mij bewaren, 2 a 3 dagen, 1 week of langer, geen probleem. Nee, het is niet "podra" (poeder) het is een steen.
NNman3 zegt op de achtergrond: "Ja, heeft hij die gekookt".
NNman [telefoonnummer 10] : Nee, hij heeft die niet verkocht. Het komt direct uit...
NNman3 zegt op de achtergrond: "Oke, oke, breng die maar, breng die maar”.
NNman [telefoonnummer 8] : Oke, is goed.
NNman [telefoonnummer 10] : Oke, [medeverdachte 2] , breng die maar mee. [155]
Op 4 januari 2017 om 03:30 uur belt [medeverdachte 2] naar [verdachte] :
[medeverdachte 2] zegt dat het gras goed verkocht wordt.
[verdachte] vraagt hem of het echt waar is.
[medeverdachte 2] zegt, (…) ik heb vandaag ongeveer 100 a 150 euro verkocht.
(…)
[medeverdachte 2] zegt dat het echt goed verkocht wordt en dat hij eerder tegen heeft gezegd, je moet nu wat brengen, je moet een hele brengen.
[verdachte] zegt dat hij hem alles kan brengen, wat hij nodig heeft.
(…)
[verdachte] zegt dat hij goed moet verkopen, dan kan hij binnen 4 maanden naar Marokko.
[medeverdachte 2] zegt dat hij dat ander (…) moet hebben, dat Z . Melk.
(…)
[verdachte] zegt dat hij voor hem gaat kijken en [medeverdachte 2] zegt dat zij anders 100 of 200 moeten halen. [156]
Op 4 januari 2017 om 03:30 uur belt [Z] naar [medeverdachte 3] ( [telefoonnummer 11] ):
[Z] vraagt hem of hij 100 gram Wiet voor hem kan regelen.
[telefoonnummer 11] zegt dat hij het nummer van [verdachte] moet bellen. [157]
Op 23 januari 2017 om 16:14 uur belt [A 2] ( [A 2] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):
[A 2] : Kan je dat voor de neus regelen.
[medeverdachte 2] : Ja.
(…)
[medeverdachte 2] : Hoeveel?
[A 2] : Die ene zei tegen mij, een half.
(…)
[medeverdachte 2] : Nou, ja, ik verkoop geen half alleen één hele. [158]
Op 29 januari 2017 om 05:32 uur belt [B 2] ( [telefoonnummer 20] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 6] ) :
[telefoonnummer 20] Hey kleintje, ik heb een vraagie Ik heb 22 euro in briefgeld [telefoonnummer 6] Nee man , ik ga jou geen 2 wit 1 bruin geven [telefoonnummer 20] Ik hoor je niet
[telefoonnummer 6] Ik ga jou geen 2 wit 1 bruin geven voor 22 euro
[telefoonnummer 20] Is goed, kom maar langs, geef maar een wit en een bruin is goed [159]
Op 6 februari 2017 om 12:51 uur belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 7] ) naar [C 2 ] ( [telefoonnummer 21] ):
NNm [C 2 ] Je weet toch wie je klanten zijn of niet.
NNm [telefoonnummer 7] Is goed luister. Ik heb zoveel duizende klanten (…)
(…)
NNm [C 2 ] ja weet ik.
NNm [telefoonnummer 7] (…) Die [..9] belt me altijd ik wil 20 en ik kom daaraan en ze wil 10. Ik verkoop haar niet. [160]
NNm [telefoonnummer 7] Ja maar je weet toch ik ben helemaal in stress nog niet geslapen. (…)
NNm [C 2 ] Ja ik weet het. Ik ben zelf ook een fucking grote dealer geweest [161]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
A: (…) Die jongen met wie ik heel close was die was volgens mij ook in maart jarig. [geboortedatum] net zoals ik... volgens mij 1995. Het ding wat hij deed is hij voor aangehouden. Als hij wegging naar iemand zette hij mij af. Hij vertelde mij wel alles.
V: Je zegt net dat hij alles vertelde. Wat vertelde hij dan zowel?
A: Wat hij deed.
V: Wat deed hij ?
A: Dealen.
V: Waar dealde hij in?
A: Heel Utrecht, [..13] .
V: Wat dealde hij?
A: Coke.
(…)
M: In de gesprekken zeg je dat je geld geteld hebt voor [medeverdachte 2] .
V: Klopt dit?
A: Ja.
V: Hoe is dit precies gegaan en waar gebeurde dat geld tellen?
A: Bij het huis van een vriend van hem. [162]
V: Wie is hij?
A: Die jongen maar ik weet niet hoe hij heet.
(…)
M: Verbalisant laat foto zien van verdachte [verdachte]
V: Herken je deze persoon? En wie is dit dan?
A: Dit is de oudste van de twee. Ik ken zijn naam niet.
M: Verbalisant laat foto zien van verdachte [medeverdachte 2]
A: Dit is de jongste. Die bedoelde ik. (…) De jongen waar ik veel mee was.
(…)
Opmerking verbalisant: Verdachte geeft aan dat zij op google maps kan aanwijzen waar zij het geld geteld heeft. Zij laat zien middels streetview hoe zij via de [straatnaam] , de van [straatnaam] uitkwam op de [straatnaam] . Hier wijst zij een flatgebouw aan de rechterzijde aan. Zij zou dan in de woning op de vierde verdieping op de hoek het geld geteld hebben.
V: Hoeveel geld heb je ongeveer geteld?
A: 4 of 5 duizend euro.
V: Waar heb je nog meer afgesproken met de jongen die jij de jongste noemde?
A: In de woning waar hij het maakte.
V: Wat bedoel je met "het"?
A: Zijn drugs.
V: Waar was die woning?
A: In Overvecht.
V: Wat deed hij als hij het aan het maken was?
A: Uitkoken. [163]
V: Weet je van wie het geld was?
A: Van hem. Van [medeverdachte 2] .
V: Voor wie was het geld wat hij verdiende?
A: Hij werkte voor zijn broer zei hij. Zijn broer heeft het een lange tijd gedaan en hij heeft het overgenomen van hem. Zijn broer zit nu in het buitenland en dat hij het heeft overgenomen. Zodat het in Utrecht gewoon blijft draaien.
(…)
V: Vertelde hij wat die broers deden?
A: Ook in dat wereldje.
V: Wat bedoel je met dat wereldje?
A: Drugs enz. Die zonnebank is ook een grote witwas zaak. [164]
V: Rond welke tijd was dit?
A: Oktober 2016. Hierna heb ik hem nooit meer gezien.
(…)
V: Wat heeft hij over zijn broer verteld?
A: Dat zijn broer het daar deed, maar dan grotere pakketten. Grotere bedragen, kilo's.
V: Gaat het over drugs?
A: Ja.
V: Wat voor drugs?
A: Cocaïne. [165]
Actiedag 3-4 januari 2017
Op 3 januari 2017 om 23:43 belt [verdachte] ( [telefoonnummer 9] ) naar NNvrouw(en NNman) ( [telefoonnummer 16] ):
[telefoonnummer 16] die 5 is goed kunnen we monster komen halen
(…)
[telefoonnummer 16] wat zei je net, 5 je zei 5 toch voor 23
[telefoonnummer 9] ik zei tegen jou hij mag van mij 5 stuks ik heb voor hem ook zelf ik heb Rolex 5 stuks voor 100.000 mag die 5 meenemen
[telefoonnummer 16] (NNvrouw geeft de telefoon door aan NNman) (…)
(…)
[telefoonnummer 9] ok, ik heb voor jou blok Rolex, als je wilt mag je ophalen, 5 stuks voor 100
[telefoonnummer 16] ja ja ja, maar heb je wel eerst een hoe het voor me broer
[..14] om te kijken
[telefoonnummer 16] ja man graag als je 2, als je 2 Grannies kan missen zo
[telefoonnummer 9] nee je mag eentje helemaal komen halen als je wil, mag je komen kijken alles, (…)
(…)
[telefoonnummer 16] ik ga het ff bespreken met haar en dan geef ik je belletje ja broer
[..14] ok is goed
(…)
[.] kleins zo je weet toch, dat ik hem kan laten zien is geen shit je weet toch
[telefoonnummer 9] nee nee je mag komen kijken goed geen probleem goed je weet zelf
(…)
[telefoonnummer 16] (…) (NNman geeft tel terug aan NNvrouw) NNvrouw ja,
(…)
[telefoonnummer 9] ik moet dan ff iemand bellen die moet nu komen uit Gent om eentje brengen om te laten zien [..16] is goed, zeg tegen hem moet je hem zo ie zo 2 (ntv) klaar leggen
[telefoonnummer 9] nee ik laat eentje helemaal ik kan niet afbreken ik geef hem helemaal hij mag kijken helemaal (ntv) afbreken
[telefoonnummer 16] maar hij moet meenemen naar Amsterdam hè, (ntv) zijn neef
(…)
[telefoonnummer 9] maar hoeveel wil die hebben eentje, 2, honderd, 2 honderd wat wil hij hebben
[telefoonnummer 16] hij zegt 5, als er 5 is voor die prijs dan haal ik het
[telefoonnummer 9] 5 stuks voor 100.000 misschien datje niet weet, ik maak geen grapjes hè [166]
Op 4 januari 2017 om 00:00 belt [verdachte] ( [telefoonnummer 9] ) naar NNvrouw(en NNman) ( [telefoonnummer 16] ):
[telefoonnummer 9] ja luister eens kan je morgen niet overdag komen
(…)
[telefoonnummer 16] helemaal niet man broer, kan het helemaal niet vandaag nog
(…)
[telefoonnummer 9] enigste wat ik misschien voor jou kan betekenen is dat je naar Utrecht gaat, bij mij hier is pas morgen, in Utrecht kan ik je gelijk sturen, naar mijn broertje
(…)
[telefoonnummer 16] voor 1 hele 20 toch
[telefoonnummer 9] ja maar 1 hele (ntv) kijk 5 stuks dezelfde prijs
[telefoonnummer 16] we nemen 5
[telefoonnummer 9] als je 5 stuks neem krijg je voor jou dezelfde prijs, ken je naar mijn broertje gaan
[telefoonnummer 16] ja graag bel hem als je blieft, laat me weten broer [167]
Op 4 januari 2017 om 02:56 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 5] ) naar [verdachte] ( [telefoonnummer 9] ):
[telefoonnummer 5] van die stinkwijf uit Amsterdam is hier
[telefoonnummer 9] ja weet ik weet ik vroeg haar net om jou
(…)
[telefoonnummer 9] ja ik zei tegen haar je moet naar mijn broertje gaan maar morgen. Moetje voor hun spullen kijken (…)
[telefoonnummer 9] Voor spullen. Hij wil spullen kopen. 5 kilo
(…)
[telefoonnummer 5] je moet tegen hem zeggen, je moet tegen hem zeggen je kan regelen 2 ntv [168]
Op 4 januari 2017 om 11:29 belt [D 2] ( [D 2] / [D 2] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):
[D 2] : (…)In ieder geval, geef mij dat spul mee, die monster, dat ga ik naar die persoon brengen. [169]
Verbalisanten E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 hebben verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Wij hebben op woensdag 4 januari 2017 tussen 10.40 uur en 16.00 uur geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen gedaan (…):
(…)
11.5
uur, E131
Ik zag dat een (…) Volkswagen (…) Polo, (…) voorzien van het kenteken [kenteken] , stond geparkeerd (…) ter hoogte van het [straatnaam] te [plaatsnaam] . Ik zag dat achter het stuur en op de passagiersstoel twee onbekende vrouwen zaten. Ik zag dat een derde onbekende persoon op de achterbank zat.
Opmerking E153
De vrouw op de bestuurdersstoel, de vrouw op de passagiersstoel en de persoon op de achterbank zullen verder in dit proces-verbaal NN1,NN2 en NN3 worden genoemd [170]
11.55
uur, E101
Ik zag dat NN1 een vrouw was met lang donkergekleurd haar, dat NN2 een hoofddoek droeg en dat NN3 brildragend was en een muts op zijn hoofd droeg.
(…)
12.09
uur, E175
Ik zag dat de Volkswagen [kenteken] geparkeerd stond op de parkeerplaats van het [naam hotel] , gevestigd aan de [adres] te [plaatsnaam] .
(…)
12.1
uur, E175
Ik zag dat zowel NN1 als NN3 tussen de tijdstippen 12.10 uur en 13.08 uur meerdere keren om de beurt het hotel binnengingen en weer plaatsnamen in de Volkswagen [kenteken] .
(…)
14.06
uur, E175
Ik zag dat een personenauto van het merk Volkswagen, type Golf, kleur wit en naar later bleek voorzien van het kenteken [kenteken] , stopte op (…) ter hoogte van de parkeerplaats van het hotel. Ik zag dat een man , die later werd herkend als [achternaam van verdachte] , van de bestuurdersstoel uit de Volkswagen [kenteken] stapte en de parkeerplaats van het hotel opliep in de richting van de Volkswagen [kenteken] . Ik zag dat NNI uit de Volkswagen [kenteken] stapte en even met [achternaam van verdachte] sprak. Ik zag dat [achternaam van verdachte] terugliep naar de Volkswagen [kenteken] en plaatsnam op de bestuurdersstoel. Ik zag dat NN1 plaatsnam op de bijrijderssstoel van de Volkswagen [kenteken] .
14.08
uur, E175
Ik zag dat [achternaam van verdachte] met de Volkswagen [kenteken] over de parkeerplaats van het hotel reed, dat NN2 met de Volkswagen [kenteken] achter hem aanreed. [171]
14.09, E134
Ik zag dat de Volkswagen [kenteken] voor het portiek van de flat waarin de woning [adres] in is gelegen, werd geparkeerd. Ik zag dat een man , die ik herkende als [achternaam van verdachte] uitstapte en het portiek binnenging. Ik zag dat een onbekende man ook uit de Volkswagen [kenteken] stapte en met [achternaam van verdachte] meeliep. [172]
Ik, E134, herkende subject [medeverdachte 2] , [achternaam van verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] , aan de hand van: een door het tactisch team ter beschikking gestelde foto; [173]
Op 4 januari 2017 om 13:20 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 5] ) naar [..18] ( [.] ):
[telefoonnummer 5] Ja luister dan. Eh ik ga nu tegen jou zeggen hij wil die dingen niet aan mij meegeven in een keer zo.
[.] Geef alleen even een monster.
[telefoonnummer 5] Ik pak nu gewoon een klein stukje dan, breng ik hem naar jou toe, kom ik nu gelijk naar jou toe.
(…)
[telefoonnummer 5] Waar ben je?
[.] (…) [naam hotel] kanaleneiland. [174]
Op 4 januari 2017 om 14:53 belt [D 2] ( [D 2] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 5] ):
[D 2] Luister dan, ik heb hem net zelf testen..diegene zegt is niks man ..hij zegt alleen maar eh..mix (of niks)
[telefoonnummer 5] Nee joh..ik heb zelf van die ding erafgehaald..
(…)
[D 2] Ja maar diegene heeft net gekeken..hij vond het niks, hij zegt die geur ook, maar heb jij geen brokje?
[telefoonnummer 5] Nee..Dit was brok, ik heb hoe heet het..ding eh stukjes gemaakt..
(…)
[D 2] Ja, je moet nooit in stukjes maken, gaat dat dat, dat heeft diegene argwanend gemaakt, hij zegt dat is eh..waarom is het zo poederachtig?
(…)
[D 2] Stuur hem een bericht naar pgp zeg tegen hem [D 2] zegt tegen jou, ja luister ik heb een hele nodig [175]
Op 4 januari 2017 om 17:05 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 5] ) naar [verdachte] ( [telefoonnummer 9] ):
[telefoonnummer 5] : Ik breng vandaag al paar keer alles, goeie dit en dat. Heb ik aan haar gegeven, reed ik daar rond op die parkeerplaats.
Je weet toch. Ja, volgens mij hebben ze alles weg gesnoven.
[telefoonnummer 9] : Met wie was dat?
[telefoonnummer 5] : Was met zo' n meisje en een jongen klaar.
[telefoonnummer 9] : Ja
[telefoonnummer 5] : Die jongen ehh, ik zweer het, die was helemaal, gewoon helemaal dat helemaal door gesnoven was. [176]
Voorbereiding van de invoer van cocaïne
De camerabeelden van Schiphol Airport van 6 december 2016 zijn door verbalisant [verbalisant 9] uitgekeken:
Ik heb de screenshots van de camerabeelden zelf ook bekeken en vergeleken met het bekende signalement en de beschikbare foto’s. Door deze gegevens en de bevindingen ten aanzien van de passagierslijst, tapgesprekken en het API-alert van de Koninklijke Marechaussee, heb ik de overtuiging dat de man op de beelden [medeverdachte 3] is. [177]
[medeverdachte 3] heeft op[6 december 2016]
vlucht [..6] richting Paramaribo genomen omstreeks 10.20 uur. [178]
Op 14 december 2016 (…) komt er een bericht binnen van de Koninklijke Marechaussee (…) met de inhoud dat [medeverdachte 3] onderweg is vanuit Paramaribo naar Schiphol Airport met vlucht [..7] van Surinam Airways. [179]
In zijn verhoor bij de rechter-commissaris wordt door [H 1] bevestigd dat hij [..8] wordt genoemd en dat [medeverdachte 3] op 6 december 2016 naar Suriname is gereisd. [180]
Op 10 december 2016 om 00:38 uur belt [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) vanuit Suriname naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 3] : (…) ik moet de namen van die boten hebben (…).
[medeverdachte 3] : (…) ik heb Mexicaanse kartel, je weet wel, heleboel kracht. (…)
[medeverdachte 1] : zij hebben, hebben zij geen PGP’s of helemaal niks. (…)
[medeverdachte 3] : Alles wordt overgevlogen. Je weet wel, alles komt daar bij ons aan. De dragers, diegene die eruit gaan halen en diegene die gaan uitdelen en overgedragen en alles wordt over gevolgen. (…)
[medeverdachte 1] : Waar naartoe? Naar Mexico!!!
[medeverdachte 3] : Nee, naar Ecuador(…)
[medeverdachte 3] : Ze moeten namen hebben(…) alles, tussen persoon, alles komt daar heen. (…) ik moet de naam van de boot hebben. Dat is het belangrijks, de naam van de boot.
[medeverdachte 1] : (…) de naam van de boot die kan ik pas maandag, dinsdag, woensdag krijgen, want die heb ik lang besteld bij die flikker en nog niet, hij zei, jullie moeten het opzetten(…)
[medeverdachte 3] : Zij kunnen alles weten, die dinges is van hen vriend, die hele haven is van hen.
[medeverdachte 1] : Ja, daarom.
[medeverdachte 3] : Zij zijn heel sterk, heel sterk. Hij wilt een hele doen (…). We doen alleen die 250 en we gaan niet de hele doen, en je pakt eigen helft en als je daarmee klaar bent, dan geef je ons en ik heb tegen hem gezegd, (…) eigen helft mag je nemen en als we klaar zijn en jullie leveren aan ons, de helft is van ons (…)
[medeverdachte 1] : Hoeveel kost de handel daar bij hen?
[medeverdachte 3] : met de boot en alles, kom je op 6 a 7, vragen ze hier.
[medeverdachte 1] : Dollar???
[medeverdachte 3] : Ja.
[medeverdachte 1] : Ja, dat kom uit, zeg maar, dat komt uit, 5 en half a 6. [181]
[medeverdachte 1] : (…) Luister eens, nu is die Jood daar, die Christelijke man , die Belg en er zijn daar jongens, die doen de containers open knallen, eruit halen en in een ander container instoppen.(…)
[medeverdachte 3] : Ja, Mexicaanse kartel, ze zijn heel stevig in Amerika, hele Ecuador is van hen, is van hen.(…)
[medeverdachte 3] : Ecuador staan ze sterk, Panama staan ze sterk (…) daar boven, je weet wel bij die gekke Colombianen, zeiden ze nee. (…)
[medeverdachte 3] : En hij zei, maar daar komt alles vandaan. Alles komt daar vandaan naar ons toe, naar beneden toe, zij sturen het hier naartoe en wij sturen naar beneden en delen het uit. En onze mensen sturen het weer door naar jullie toe, naar jullie kant toe. (…)
[medeverdachte 1] : Klaar, maar je moet tegen hem zeggen, er moet iets, zonder accijns. (…) Het moet drogen, drogen, droog shit. (…) Meubels (…)
[medeverdachte 1] : (…) meubels of euhh...iets, niet wat, wat niet gecontroleerd kan worden. (…) je moet tegen hem zeggen, wij moeten 24 uur van tevoren die code krijgen. (…) Je moet zeggen; jouw mannetje moet erbij zijn en 24 uur van tevoren moet jou mannetje erbij zijn en als die rood staat, dan dan hebben we nog 4 uurtjes speling. Binnen die 4 uur kunnen we die weghalen (…). [182]
[telefoon wordt doorgegeven aan NNman ‘meneer [..8] ’]
[medeverdachte 1] : (…) hai, luister eens? Ik heb tegen mijn broertje gezegd, maandag, dinsdag of woensdag, heb die alles, die namen en dat soort dingen, alles waar vandaan vertrekt.(…)
[medeverdachte 1] : En dan, ik zeg, dan geef ik het jou zelf, persoonlijk, weet je en dan, het moet in droog waren (…)
[medeverdachte 1] : Niet alcohol of zo, niet iets waar accijns opzit. Want accijns gaat rechtstreeks naar douane begrijp je of niet?(…)
[medeverdachte 1] : (…) Ik heb de grootste gedeelde gegeven, zeg, maar het moet droogbaar zijn en ik ga die boot namen regelen en die datums. En dan kan ik jullie die geven en dan kunnen jullie knallen. (…)
[medeverdachte 1] : (…) En jij weet die systeem, die systeem is, euhhh…. 90% waterdicht, begrijp je of niet? (….)
[medeverdachte 1] : (…) We hebben? Even kijken, 2 weken geleden gedaan en het is gewoon gelukt, geen enkel probleem (…) [183]
Op 10 december 2016 om 18:26 uur belt [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 1] : Ja, ik heb die mannetje gesproken en die zegt, ik wil weten van welke haven ze willen gooien, van welke haven ze willen gooien. (…)
[medeverdachte 1] : Zij willen alleen vanaf Ecuador, niet vanaf Panama?
[medeverdachte 3] : Nee, Ecuador, Panama zeggen ze dat ze daar spullen stelen en breken. [184]
Op 12 december 2016 om 17:42 uur belt [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 1] : Ja maar van waar vriend, van waar vriend, ik weet niet van waar, ik weet niet
van waar. Die andere heeft mij gelijk gestuurd, hij zei tegen mij 'die andere wil van Panama sturen, [bedrijfsnaam] ', ja, kijk, die heb ik gelijk voor hem geregeld.(…)
[medeverdachte 3] : Oke, dus Panama, heb je [bedrijfsnaam] ?
[medeverdachte 1] : Ja in Panama heb je [bedrijfsnaam] (…)
[medeverdachte 3] : En Ecuador, en Ecuador, weet je wat van?
[medeverdachte 1] : Ook vriend, (…) maar ik moet precies weten waar, van waar hen willen(…)
[medeverdachte 1] : (…) die mensen willen sowieso allemaal van pas 15 januari werken, eerder niet [185]
Op 12 december 2016 om 22:27 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ):
[medeverdachte 1] : Hij zei 'luister elke week komen 1000 bakken van Brazilië', 1000
(…)
[medeverdachte 1] : Hij zei van Ecuador komen maar 100, en daar is fifty-fifty kans dat 'ie op rood
staat. En als 'ie op rood staat, kan nog gedaan worden, dat moet je tegen hen zeggen
(…)
[medeverdachte 1] : En plus, er zijn weinig bakken die droog zijn, van Ecuador
(…)
[medeverdachte 1] : (…) je moet zeggen 'welke landen'? Of hebben ze alleen maar Ecuador, verder niets?
[medeverdachte 3] : Volgens mij alleen maar sterk in Ecuador
[medeverdachte 1] : In Brazilië kunnen ze niet sterk zijn?
[medeverdachte 3] : Nee, denk het niet
[medeverdachte 1] : In ieder geval, je moet tegen mij zeggen welke haven hen daar precies hebben in handen hebben (…) [186]
Op 13 december 2016 om 01:18 uur belt [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 1] : Bal-boa, Bal-boa, Bal-boa
[medeverdachte 3] : Ja, oke. Dat is toch een plek, en Krist-Bal’?
(…)
[medeverdachte 1] : En crist-bol, crist-bal, crist-bal [187]
Op 13 december 2016 om 03:51 uur belt [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 3] : Hij zei tegen mij deze gaat met je mee, gaat alles daar bekijken. (…) Hij zei als hij terugkomt en als het wat wordt als god het wil, hij zei dat er vanaf de 15e begonnen kan worden [188]
Op 13 december 2016 om 13:16 uur belt [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 1] : In ieder geval, je daar in Brazilië, daar komen elke week 1000 containers
vandaan. En uit Ecuador komen maar 100, meer niet. Dat is een beetje ehhhh begrijp je of niet? [189]
Op 13 december 2016 om 14:47 uur belt [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 1] : Luister, zeg tegen hen waar zetten jullie op? (…)Jij komt terug, ik laat jou alles zien. Ik heb die papieren. Ik kan uit laten draaien en alles. Dan kan je ze aan die Surinamer geven en dan kan ie zo meenemen. [190]
Op 13 december 2016 om 15:15 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ):
[medeverdachte 3] : He luister eens eh die dinges eh die man zoekt net op wat ie moet sturen enzo, hij krijgt fruit, hij krijgt die blikken. (…)
[medeverdachte 1] : Eh fruit niet fruit. (…)
[medeverdachte 1] : Ja maar je moet zeggen droge container een droge.
[medeverdachte 3] : Dat begrijpt ie niet joh, dat begrijpen ze niet.
[medeverdachte 1] : Hun begrijpen dat niet. Dat klopt der komen heel veel containers daar bij de
haven wordt verdeeld. Droge bakken gaan naar links, fruitbakken gaan naar rechts. Begrijp je zo moet je dat uitleggen. Het moeten gewoon droge bakken zijn. [191]
Op 13 december 2016 om 01:18 uur belt [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) naar * [telefoonnummer 17] ( [O] ):
[O] : Nou ehh, ik ken die mensen die in de haven werken.
(…)
[O] : Hollanders, Hollanders.
[medeverdachte 3] : Kunnen zij het eruit halen? [192]
Verbalisant [verbalisant 14] heeft verklaard, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op dinsdag 21 februari 2017 waren wij belast met het doorzoeken van de woning, die is gelegen aan de [adres] te [plaatsnaam] (de rechtbank begrijpt uit het dossier: de woning van [P],
de vriendin van [medeverdachte 3] ). In deze woning troffen wij in de slaapkamer aan de voorzijde van de woning, dit betreft de ouderlijk slaapkamer die is genummerd als ruimte 8, een aantal goederen aan die inbeslaggenomen zijn.
In de eerste inpandige kledingkast troffen wij in een beige kleurige jas een stapeltje in elkaar gevouwen bankbiljetten aan. [193]
Op de grond aan het voeteneinde van het bed lag een herenjas. In deze jas zijn een rijbewijs op naam van [achternaam van verdachte] , [medeverdachte 3] , geboren [geboortedatum] -1985 en een autosleutel behorende bij een Volkswagen Polo voorzien van het kenteken [kenteken] aangetroffen. [194]
In deze plastic tas troffen wij een pakketje nog niet gebruikte (nieuwe) Pony packs aan. Tevens troffen wij twee weegschalen en een aardappelschilmesje aan. Tevens troffen wij een aantal grotere bollen, mogelijk verdovende middelen, aan, die vacuüm verpakt waren. [195]
De inhoud van de bollen is gewogen en indicatief getest. Het betrof een totale inhoud van 340 gram en de indicatieve test was positief voor cocaïne. [196]
De auto Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] is doorzocht. Middels een endoscoopcamera is waargenomen dat er tussen de plafondbedekking van het interieur aan de voorzijde ter hoogte van beide zonnekleppen twee plastic zakjes verborgen zaten waarin kleine envelopjes met het opschrift “Pony pack” zaten. [197]
4.3.1.6.3 Onderlinge verdeling van de werkzaamheden
De rechtbank ziet de volgende onderlinge verdeling in het dossier. [medeverdachte 1] stuurt de ‘grotere’ opdrachten aan en zorgt voor de organisatie en de planning van verschillende ‘afdelingen’ van de organisatie. [medeverdachte 3] lijkt vooral een uitvoerende rol te hebben en wordt aangestuurd door [medeverdachte 1] . [verdachte] heeft ook een uitvoerende rol, en heeft hiervoor nauw contact met [medeverdachte 1] . Hij wordt aangestuurd door [medeverdachte 1] en geeft terugkoppeling aan hem. [medeverdachte 2] heeft een uitvoerende rol en houdt zich bezig met de ‘kleinere’ opdrachten, voornamelijk de straathandel. [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] zijn de beheerders van het geld.
4.3.1.6.4 Samenwerkingsverband twee of meer personen
Uit de opgenomen bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat in de ten laste gelegde periode (veelvuldig) telefonisch contact is geweest tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] (via tussenpersonen), [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] en tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] . Daarnaast blijkt ook van een samenwerking tussen [medeverdachte 1] en meerdere (NN)mannen, [verdachte] en [getuige 3] , [F 1] , [Q] en meerdere (NN)mannen, [medeverdachte 3] en meerdere (NN)mannen,en van [medeverdachte 2] en meerdere NNmannen. Op grond van de inhoud van de telefoongesprekken, bevindingen van het observatieteam en overige bewijsmiddelen, kan naar het oordeel van de rechtbank vastgesteld worden dat er sprake is van een samenwerkingsverband. De taken van het samenwerkingsverband werden per ‘afdeling’ verdeeld.
Voor de invoer van cocaïne vanuit Zuid-Amerika geeft [medeverdachte 1] instructies aan [medeverdachte 3] . Deze geeft terugkoppeling aan [medeverdachte 1] en onderling wordt de gang van zaken besproken. [medeverdachte 3] lijkt hierin vooral een uitvoerende rol te hebben en heeft hiervoor contact met meerdere ( NN )mannen.
De ‘afdeling’ België wordt gerund door [medeverdachte 1] en [verdachte] . [medeverdachte 1] heeft hiervoor, via [F 1] of andere tussenpersonen, contact met [verdachte] , die zich vooral in België bevindt. [verdachte] verzorgt het feitelijk opzetten, het onderhouden en de afwikkeling van de hennepplantages in België. [verdachte] heeft hiervoor contact met onder andere [getuige 3] en [Q] en meerdere NNmannen en regelt de locaties en benodigdheden voor de plantages. [medeverdachte 1] regelt de ‘werknemers’ voor hennepplantages (NNmannen ‘China’) en krijgt telefonisch terugkoppeling van de gang van zaken rondom de hennepplantages.
Ten aanzien van de drugshandel in Nederland komen vooral [medeverdachte 2] en [verdachte] in beeld. [medeverdachte 2] heeft hierbij vooral een uitvoerende rol. Hij beheert de dealertelefoonlijnen en regelt de verkoop aan en omgang met klanten. Dit gaat zowel om hennep als om cocaïne, waarbij uit het dossier aanwijzingen volgen dat hij de cocaïne ook zelf lijkt te koken. [verdachte] heeft ook een uitvoerende rol. Hij werkt onder andere samen met [medeverdachte 2] voor het opzetten en uitvoeren van de ‘4 januari deal’, waarbij een monster cocaïne wordt verstrekt aan potentiële kopers. Er bevinden zich sterke indicaties in het dossier dat [medeverdachte 3] zich (ook) bezighoudt met de handel in cocaïne dan wel hennep. Dit volgt onder meer uit het aantreffen van een grote hoeveelheid cocaïne in zijn auto en in de woning van zijn vriendin waar [medeverdachte 3] verbleef en het feit dat hij een klant voor wiet doorverwijst naar [verdachte] .
[medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] zijn de beheerders van het geld. Zij verbergen de opbrengsten van de criminele activiteiten van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] in hun huis aan het [adres] en zijn het aanspreekpunt als een van hen geld wil ‘opnemen’. Als goede bewakers laten zij hun huis nooit onbeheerd achter.
Uit het dossier blijkt dat ieder zijn eigen taak heeft binnen de organisatie. De tapgesprekken over de verschillende ‘potjes’ met geld laten ook een zekere rolverdeling zien. Uit deze gesprekken lijkt naar voren te komen dat [medeverdachte 1] , in zijn aansturende rol, ook wordt geraadpleegd over het in het huis aanwezige geld. Daarnaast kan uit deze gesprekken worden afgeleid dat [medeverdachte 2] relatief weinig en kleine bedragen in het huis heeft opgeborgen, dan wel opneemt, wat te verklaren is vanuit zijn rol als dealer. De rechtbank ziet geen aanwijzingen dat [medeverdachte 3] geld heeft afgedragen aan de organisatie, hetgeen is te verklaren uit het feit dat de activiteiten in Suriname in de voorbereidende fase zijn gebleven en dus nog niets hebben opgeleverd en dat hij mogelijk zijn geld bewaart in het huis van zijn vriendin op de [adres] , waar naast een grote hoeveelheid cocaïne ook een stapeltje met biljetten van onder meer € 500,- is aangetroffen. [verdachte] heeft vooral in België een uitvoerende rol en daarom is hij weinig in Nederland, hetgeen ook verklaart dat hij relatief minder vaak geld afdraagt dan wel opneemt.
Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt voorts dat deels in versluierde taal met elkaar werd gesproken. De rechtbank is van oordeel dat de contacten tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] gaan over (het voorbereiden van) de handel in drugs, het bepalen welk soort middel, ‘gras’ of ‘melk’, zal worden verstrekt dan wel het produceren van de middelen, ‘koken’. Ook over het in bewaring geven dan wel opnemen van geld wordt in versluierende termen gesproken tussen de familieleden. De rechtbank overweegt dat het gebruik van versluierd taalgebruik en codewoorden – en de voorafgaande afstemming van dit taalgebruik – ook wijst op een georganiseerde samenwerking. Deze contacten, bezien in samenhang met de bewezenverklaarde voorbereiding van invoer cocaïne, handel in cocaïne, handel en teelt van hennep en het witwassen, rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank dan ook de conclusie dat in de ten laste gelegde periode sprake was van een gestructureerd samenwerkingsverband met een zekere organisatiegraad tussen meerdere personen, die de invoer van en de handel in cocaïne, de handel in en teelt van hennep en het witwassen van grote bedragen tot oogmerk had.
4.3.1.6.5 Duurzaamheid
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de nauwe samenwerking in ieder geval voor de periode van oktober 2016 tot en met 21 februari 2017 kan worden vastgesteld. Uit de tapgesprekken blijkt dat [medeverdachte 5] op 26 oktober 2016 immers al spreekt over het door [medeverdachte 1] gestalde geld in Marokko. De rechtbank is van oordeel dat de periode waarover hun samenwerking zich heeft uitgestrekt voldoende duurzaam is om te kunnen spreken van een criminele organisatie. Uit het dossier volgen ook aanwijzingen dat voorafgaand aan de onderzoeksperiode er al sprake was van dit samenwerkingsverband, onder andere door anonieme meldingen en het aantreffen van drugs bij [verdachte] in 2011, hetgeen de rechtbank sterkt in haar oordeel dat sprake is van een duurzaam samenwerkingsverband.
4.3.1.6.6 Deelname aan de organisatie
Het is niet vereist dat de deelnemers aan dat samenwerkingsverband rechtstreeks betrokken zijn bij álle activiteiten daarvan. De gecoördineerde werkwijze, zoals deze uit de bewijsmiddelen blijkt, getuigt van een hechte en intensieve samenwerking van de leden van het samenwerkingsverband, waarbij in wisselende samenstellingen veelal volgens een vaste rolverdeling werd gehandeld. Uit de genoemde bewijsmiddelen volgt voorts dat verdachte weet had van het oogmerk van de organisatie, te weten het plegen van misdrijven. Ten slotte is gebleken van de intentie om dit structureel te blijven doen, welke slechts tot stilstand is gebracht door de aanhouding van verdachten.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de familiestructuur inherent een zekere structuur en samenwerking met zich meebrengt. Het feit dat individuele leden, al dan niet met elkaar, misdrijven plegen, moet echter niet leiden tot de conclusie dat sprake is van een criminele organisatie.
De rechtbank overweegt dat een familiestructuur op een aantal punten overeenkomsten vertoont met de hierboven genoemde aspecten van een criminele organisatie. Dit betekent echter niet dat om die reden reeds sprake is van een criminele organisatie indien meerdere leden van een familie tezamen misdrijven plegen. Daarvan is slechts sprake indien deze familiestructuur met een zekere stelselmatigheid en bestendigheid wordt ingezet om te kunnen komen tot het plegen van de strafbare feiten.
In deze zaak is duidelijk gebleken van een dergelijke aanwending van de reeds bestaande familiestructuur door verdachte en zijn medeverdachten. Er werd door verdachte en zijn medeverdachten met een vaste rolverdeling samengewerkt, zoals hierboven uiteengezet. Er worden instructies gegeven, handel verdeeld en geld afgedragen en verborgen. Uit de opgenomen bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, volgt dat er sprake was van een intensieve samenwerking tussen verschillende familieleden, met als doel de invoer en handel in drugs en het witwassen van geld.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het bovenstaande wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] samen met [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] in de periode van oktober 2016 tot en met 21 februari 2017 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit daarom wettig en overtuigend bewezen, op de hieronder bewezen verklaarde wijze.
Partiële vrijspraak
Uit de tapgesprekken, in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, stelt de rechtbank vast dat [verdachte] in de criminele organisatie heeft geopereerd in de periode vanaf oktober 2016 tot en met 21 februari 2017. De rechtbank spreekt [verdachte] partieel vrij van de eerdere periode die ten laste is gelegd wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte voorafgaande aan de bewijsbare periode al heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
4.3.1.7 Bewijsmiddelen en overweging isolatie- en ophoudcel (feit 5)
Ten aanzien van onder feit 5 ten laste gelegde zal de rechtbank, gelet op de bekennende verklaring van verdachte daaromtrent en alsmede rekening houdend met het feit dat de verdediging geen vrijspraak heeft bepleit, conform het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met de volgende opgave van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [R] namens [..4] van 17 mei 2017; [198]
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 april 2019. [199]
Conclusie
Met de officieren van justitie, en gelet op de bekennende verklaring van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte op 17 mei 2017 te [plaatsnaam] de ruit en de intercom van de ophoudcel heeft vernield en vervolgens, na overbrenging naar een isolatiecel, de kussenmuur heeft beschadigd.
4.3.1.8 Bewijsmiddelen en overwegingen parketnummer 16/238168-18
4.3.1.8.1 Poging zware mishandeling (feit 1)
4.3.1.8.1.1 Bewijsmiddelen
Verbalisant [verbalisant 1] heeft als aangever verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op zaterdag 24 november 2018 omstreeks 13.14 uur reed ik (…) te Utrecht. Ik (…) reed op een opvallende politiemotor(…).(…) Hierop volgde (…) een achtervolging. Dit omdat de bestuurder weigerde te stoppen. Ten tijde van de achtervolging remde de verdachte ineens heel hard zijn voertuig af. (…) Ten tijde van de achtervolging heeft de verdachte mij meermaals rakelings afgesneden zonder dat hier aanleiding voor was. [200] Naar later bleek de verdachte te zijn genaamd: [verdachte] . [201]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft bij de rechter-commissaris in deze rechtbank verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Meneer [achternaam van verdachte] heeft op verschillende momenten in de wijk [..12] zo hard geremd dat ik ook zodanig hard moest remmen, dat ik heel dichtbij kwam en bijna op de bumper van de auto zat. Ik heb hem niet geraakt, maar er was een moment dat er nog 10 centimeter afstand tussen mij en hem zat. [202]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Ik zat op ongeveer 50 meter afstand van mijn collega en de Seat Leon. (…) De collega reed voor mij. [203]
U zegt dat de bestuurder op een gegeven moment zigzaggend reed en op zijn rem trapte. Weet u dat nog?
Ja. (…)
Mijn collega zat schuin achter de auto. De bestuurder trapte een paar keer op de rem, zonder dat daar een reden voor was. (…) Ik zag de motor naast hem rijden en dat de auto zijn richting instuurde.
(…)
Nee, de motorrijder reed er vlak achter. Hij reed niet aan de binnenkant. De motor reed niet constant recht achter de auto. Mijn collega reed bijvoorbeeld links achter de auto of rechts achter de auto. De bestuurder van de auto stuurde dan de ene keer naar links in en de andere keer naar rechts, in de richting van de motor. Hij ging van links naar rechts en reed zigzaggend.
Vraag van de rechter-commissaris tijdens het voorlezen van het verhoor
Had het remmen dan als doel om te ontsnappen? Nee, het remmen had het doel om de motorrijder onderuit te laten gaan of om fouten te laten maken. [204]
Verdachte heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Ik was op de vlucht. U houdt mij voor dat ik eerder heb verklaard dat ik 70 kilometer per uur heb gereden. Dit klopt, ik reed 70 kilometer per uur. [205]
4.3.1.8.1.2 Bewijsoverweging
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde
Poging tot doodslag begaan tegen [verbalisant 1]
De rechtbank overweegt ten aanzien van de onder 1 primair ten laste gelegde poging tot doodslag het volgende. Met de officieren van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat dit onderdeel niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, nu niet is bewezen dat het handelen van verdachte was gericht op de dood van [verbalisant 1] . Ook van voorwaardelijk opzet is geen sprake, nu niet kan worden vastgesteld dat er een aanmerkelijke kans op de dood bestond die door verdachte is aanvaard. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dit onderdeel.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde
Poging tot zware mishandeling van [verbalisant 1]
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of de verdachte zich met zijn handelen ten aanzien van aangever schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling. Daarvoor dient de rechtbank vast te stellen of er sprake is van (voorwaardelijk) opzet gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dat gevolg zal intreden. Voor de vaststelling dat de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan een dergelijke kans is niet alleen vereist dat hij wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, maar ook dat hij die kans ten tijde van de gedraging bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen). Of in een concreet geval moet worden aangenomen dat sprake is van voorwaardelijk opzet zal, indien de verklaringen van de verdachte en/of de overige verklaringen in het dossier, geen inzicht geven omtrent hetgeen ten tijde van de gedraging in de verdachte is omgegaan, afhangen van de feitelijke omstandigheden van het geval. Daarbij zijn de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht van belang. Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard. [206]
De rechtbank acht de door de verdachte geschetste situatie waarbij het gevaarlijke rijgedrag van verdachte alleen moet worden geïnterpreteerd als een vluchtpoging, zonder dat verdachte daarbij bewust was van de kans op zwaar lichamelijk letsel van aangever, onaannemelijk. Dit volgt uit het feit dat aangever, terwijl met een hoge snelheid werd gereden, dicht op de auto reed, en het remmen dan wel afsnijden
meerdere malenis waargenomen door aangever en is bevestigd door verbalisant [verbalisant 2] . Daarnaast is door beide verbalisanten verklaard dat verdachte zigzaggend heeft gereden, hetgeen niet past bij het vluchtscenario van verdachte.
De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat bij verkeersgedrag in de hiervoor genoemde omstandigheden de kans op zwaar lichamelijk letsel van de aangever aanmerkelijk is. Ten gevolge van een aanrijding tussen een auto en een motorrijder, waarbij de auto remt terwijl de motorrijder zich vlak achter de auto bevindt en beiden ongeveer 70 kilometer per uur rijden, is de kans aanmerkelijk dat de motorrijder frontaal op de voor hem gelegen auto botst, ten val komt en ernstig gewond raakt. De rechtbank oordeelt dat de gedragingen van verdachte zodanig zijn geweest dat deze naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als zo zeer gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel dat het behoudens contra-indicaties, die er niet zijn, niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans daarop heeft aanvaard. De rechtbank acht daarom het opzet om aangever zwaar lichamelijk letsel toe te brengen in voorwaardelijke zin aanwezig.
Voor het overige vinden de verweren van de raadsman hun weerlegging in de voornoemde bewijsmiddelen.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich op 24 november 2018 te Utrecht schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van [verbalisant 1] op de wijze zoals hierna is bewezen verklaard.
4.3.1.8.2 Bezit heroïne/cocaïne (feit 2)
Ten aanzien van feit 2 onder bovengenoemd parketnummer ten laste gelegde zal de rechtbank, gelet op de bekennende verklaring van verdachte daaromtrent en alsmede rekening houdend met het feit dat de verdediging geen vrijspraak heeft bepleit, conform het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met de volgende opgave van de bewijsmiddelen:
- een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 17] en [verbalisant 18] van 24 november 2018; [207]
- een kennisgeving van inbeslagneming 115 bolletjes; [208]
- een kennisgeving van inbeslagneming 153 bolletjes; [209]
- een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 27 november 2018; [210]
- een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 27 november 2018; [211]
- een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 27 november 2018; [212]
- een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 27 november 2018; [213]
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 april 2019. [214]
Conclusie
Met de officieren van justitie, en gelet op de bekennende verklaring van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte op 24 november 2018 te Utrecht een hoeveelheid van 22,02 gram heroïne en 19,67 gram cocaïne voorhanden heeft gehad.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16/707097-16
1.
in de periode van 18 december 2016 tot en met 31 december 2016 te Utrecht tezamen en in vereniging met anderen,
(van) een voorwerp, te weten:
een contant geldbedrag
(sub a)
de werkelijke aard, de herkomst en de vindplaats, heeft verborgen of verhuld
en
(sub b )
heeft verworven, voorhanden gehad en overgedragen,
terwijl verdachte en zijn mededaders wisten dat voornoemd voorwerp geheel -onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
2.
in de periode van oktober 2016 tot en met 21 februari 2017 te Utrecht en Amsterdam en elders in Nederland en in België, Suriname en Marokko, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- het in vereniging opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen

van cocaïne, en

- het in vereniging opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en

vervoeren van cocaïne, en

- het in vereniging opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken,

verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren (telkens) van hennep en

- opzettelijk in vereniging witwassen
3.
(A)
op tijdstippen in de periode van 1 november 2016 tot en met 21 februari 2017 in België, tezamen en in vereniging met anderen telkens opzettelijk heeft geteeld een (grote) hoeveelheid hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
( B )
Op tijdstippen in de periode van 1 november 2016 tot en met 21 februari 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4.
in of omstreeks de periode van 3 januari 2017 tot en met 4 januari 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft afgeleverd en verstrekt en vervoerd een hoeveelheid van een materiaal zijnde of bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5.
op of omstreeks 17 mei 2017 te Houten opzettelijk en wederrechtelijk een
ruit en een intercom van een (ophoud)cel en een kussenmuur van
een isolatiecel, toebehorende aan de politie Midden-Nederland, heeft vernield en beschadigd, door toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk tegen voornoemde ruit
te slaan en aan voornoemde intercom te trekken en in voornoemde muur te bijten;
16/238168-18
1.
subsidiair
op 24 november 2018 te Utrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [verbalisant 1] , [..2] van politie Eenheid Midden-Nederland, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet als bestuurder van een personenauto rijdend met een snelheid van ongeveer 70 kilometer per uur, op verschillende wegen, meermalen plotseling heeft geremd en die [verbalisant 1] (rakelings) heeft afgesneden, terwijl die [verbalisant 1] op korte afstand op een politiemotor achter hem, verdachte, reed, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
op 24 november 2018 te Utrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 19,67 gram van een materiaal bevattende cocaïne, en
- ongeveer 22,02 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1, parketnummer 16/707097-16, bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
medeplegen van witwassen.
Het onder 2, parketnummer 16/707097-16, bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Het onder 3, parketnummer 16/707097-16, bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Het onder 4, parketnummer 16/707097-16, bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de
Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 5, parketnummer 16/707097-16, bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en beschadigen, meermalen gepleegd.
Het onder 1, parketnummer 16/238168-18, bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
poging tot zware mishandeling.
Het onder 2, parketnummer 16/238168-18, bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd verdachte ter zake van het door hen bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast hebben de officieren van justitie gevorderd dat de schorsing van voorlopige hechtenis bij vonnis met onmiddellijke ingang wordt opgeheven.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht te volstaan met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het reeds ondergane voorarrest met daarnaast oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de tijd reeds ondergaan in voorarrest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich op de bewezen verklaarde wijze schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie die zich bezig hield met het binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, de handel in cocaïne, de handel in en teelt van hennep en witwassen.
De verdachte heeft zich in de context van deze criminele organisatie schuldig gemaakt aan het witwassen van een gering contant geldbedrag, het tezamen met [medeverdachte 1] voorhanden hebben van hennep in Nederland en telen van hennep in België en samen met [medeverdachte 2] de handel in cocaïne op 3 en 4 januari 2017. Verder heeft hij zich nog schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een aanzienlijke hoeveelheid heroïne en cocaïne.
Achter de (grootschalige) handel in drugs, zoals de handel waaraan verdachte zich schuldig heeft gemaakt, gaat een wereld van georganiseerde criminaliteit schuil die wordt gekenmerkt door intimidatie en geweld. Daar komt bovendien bij dat verdachte zich als deelnemer aan de criminele organisatie schuldig heeft gemaakt aan het buiten beeld houden van de grote geldstromen van deze handel in verdovende middelen.
Verdachte heeft in de criminele organisatie een betekenisvolle rol vervuld. Hij had weliswaar een voornamelijk uitvoerende rol, maar was nauw betrokken bij de werkzaamheden van [medeverdachte 1] en hij organiseerde de praktische kant van de hennepplantages in België. Hiervoor had hij contact met verschillende ( NN )mannen. Daarnaast was hij, samen met [medeverdachte 2] , betrokken bij de ‘4 januari deal’ waarbij een monster cocaïne is vervoerd en verstrekt. Verdachte heeft met zijn aandeel in de organisatie willens en wetens onderdeel uitgemaakt van een grensoverschrijdende ondermijnende organisatie. Het witwasbedrag en de internationale werkwijze van de organisatie geven een indicatie van de grote omvang van de door de verdachten opgezette drugshandel.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling door terwijl hij met zijn auto voor een motoragent reed, zigzaggend te rijden en meermalen plotseling te remmen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich met zijn rijgedrag zodanig heeft gedragen jegens een verbalisant dat deze daardoor kans liep om zwaar lichamelijk letsel op te lopen, waarbij alleen door toedoen van de aangever zelf is voorkomen dat hij ernstig gewond is geraakt.
Tot slot heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan vernieling en beschadiging van een ophoud- en isoleercel, waarbij opvalt dat uit de verklaringen van de verbalisanten blijkt dat dit op een zeer agressieve en gewelddadige manier is gebeurd. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van het de verdachte betreffende strafblad van 21 maart 2019. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten, waarbij de laatste veroordeling dateert van 17 juli 2012 voor poging tot zware mishandeling van een werknemer met een publieke taak en een veroordeling op 30 september 2011 voor witwassen, vernieling en handelen in strijd met de Opiumwet.
Strafoplegging
Naar het oordeel van de rechtbank kan, gelet op al hetgeen hiervoor is afgewogen, in dit geval niet worden volstaan met een andere straf dan oplegging van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor langere duur. Bij de vaststelling van de duur van de op te leggen gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op hetgeen in vergelijkbare gevallen is opgelegd. De rechtbank ziet in deze vergelijkbare gevallen en in het feit dat de rechtbank komt tot een aanzienlijk lager witwasbedrag dan de officieren van justitie aanleiding om in strafmatigende zin af te wijken van de eis van de officieren van justitie.
Alles afwegende acht de rechtbank een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
Redelijke termijn
De redelijke termijn is aangevangen op de dag dat de verdachte in verzekering is gesteld, te weten op 21 februari 2017. Het vonnis is uitgesproken op 12 juni 2019. De procedure heeft in haar geheel beschouwd iets meer dan twee jaren geduurd. De rechtbank heeft ambtshalve getoetst aan het kader van de redelijke termijn en is van oordeel dat in deze fase geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, doordat de duur van de behandeling rechtvaardiging vindt in het zeer omvangrijke en complexe onderzoek en de door de verdediging ingediende onderzoekswensen.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is met ingang van 30 oktober 2017 geschorst. De onderliggende overwegingen hiertoe waren dat verdachte destijds geruime tijd in voorlopige hechtenis verbleef en de inhoudelijke behandeling pas in de loop van 2019 aan de orde zou zijn. Aan verdachte wordt nu een langere gevangenisstraf opgelegd dan zijn reeds ondergane voorarrest. Bij de beoordeling of de schorsing van zijn voorlopige hechtenis in dit geval moet worden opgeheven, dient de rechtbank de belangen van de samenleving en de veroordeelde af te wegen en na te gaan of deze opheffing geboden is. In dit geval wegen voor de rechtbank de strafvorderlijke belangen dat de voorlopige hechtenis weer komt te herleven zwaarder dan de persoonlijke belangen van de verdachte, met name gelet op de ernst van het bewezenverklaarde – zoals hiervoor toegelicht – en de gevangenisstraf waartoe dit heeft geleid. Dit betekent dat de schorsing van de voorlopige hechtenis wordt opgeheven en de detentie van verdachte weer herleeft.

9.BENADEELDE PARTIJ

De benadeelde partij [verbalisant 1] heeft zich gevoegd in het strafproces en een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert immateriële schadevergoeding ter hoogte van € 800,-. De benadeelde partij heeft gevorderd dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en heeft gevorderd aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
9.1
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij voldoende is onderbouwd en dat dit rechtstreekse schade betreft. De officieren van justitie hebben hierbij opgemerkt dat, gezien het feit dat zij hebben gerequireerd tot bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde, de vordering als hoog kan worden gezien. De officieren van justitie hebben dan ook gevorderd de vordering van de benadeelde partij te matigen en toe te wijzen tot een bedrag van € 600,-, met oplegging van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, gelet op zijn pleidooi tot vrijspraak van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde verzocht de benadeelde partij in zijn vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij [verbalisant 1] als gevolg van het door verdachte onder feit 1 subsidiair van parketnummer 16/238168-18 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank acht de gevorderde immateriële schadevergoeding van voornoemde [verbalisant 1] dan ook deels toewijsbaar. De rechtbank zal, gekeken naar de ernst van het feit en hetgeen in soortgelijke gevallen wordt toegewezen, de vordering derhalve toewijzen tot een bedrag van € 200,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 november 2018 tot de dag van volledige betaling. De rechtbank verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [verbalisant 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 200,-, te vermeerderen met voornoemde wettelijke rente. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 4 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.

10.BESLAG

10.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben ter terechtzitting een beslaglijst overlegd, met daarin opgenomen een (gedeeltelijk) voorstel voor de afdoening van het beslag. In deze rubriek wordt verwezen naar de rubrieken in de door de officieren van justitie overgelegde lijst van in beslag genomen voorwerpen, die als bijlage aan dit vonnis is gehecht. De inbeslaggenomen goederen waar de rechtbank een beslissing op heeft genomen zijn vervolgens bij nummer genoemd in het dictum.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot de door de rechtbank te nemen beslissing op het beslag.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt.
Zaak met parketnummer 16/238168-18
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat het bewezen verklaarde is begaan met behulp van de drie mobiele telefoons van het merk Nokia en de Iphone Plus telefoon van het merk Apple. Deze goederen zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen cryptotelefoon van zodanige aard is, nu het een feit van algemene bekendheid is dat dit soort telefoons (alleen) in het criminele circuit gebruikt worden, dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of met het algemeen belang en zal dit goed onttrekken aan het verkeer.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is met betrekking tot het vervalste horloge Patek Philippe van oordeel dat dit een voorwerp is dat “van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang”. Van dit horloge kan op basis van het dossier worden vastgesteld dat deze is verkregen uit de baten van het misdrijf (artikel 36c Sr). Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voornoemd in beslag genomen horloge vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer en de rechtbank zal dit goed dan ook onttrekken aan het verkeer.
[adres]
Verbeurdverklaring
De rechtbank acht ten aanzien van de twee horloges van het merk Rolex (1907690) en de drie horloges van het merk Jacques Richal (1907712) aannemelijk dat deze voorwerpen geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de bewezenverklaarde strafbare feiten zijn verkregen. Deze voorwerpen zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Teruggave
Ten aanzien van de inbeslaggenomen paspoorten gelast de rechtbank de teruggave aan verdachte indien en voor zover dit nog niet is gebeurd, aangezien het strafvorderlijk belang zich daartegen niet verzet. Voor de overige paspoorten zal de beslissing, indien het een paspoort van een medeverdachte betreft, bij het betreffende vonnis van die medeverdachte worden opgenomen. Ten aanzien van de resterende paspoorten, op naam van [A 1] en [B 1] , zal de rechtbank de teruggave gelasten aan de rechthebbende.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is met betrekking tot de vervalste horloges van ‘Jacques Richal Jr.’ en ‘Emporio Armani’ van oordeel dat dit voorwerpen zijn die “van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang”. Van deze horloges kan op basis van het dossier worden vastgesteld dat deze zijn verkregen uit de baten van het misdrijf (artikel 36c Sr). Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voornoemde in beslag genomen horloges, vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer en de rechtbank zal deze goederen dan ook onttrekken aan het verkeer.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de in beslag genomen pepperspray van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of met het algemeen belang en zal dit goed onttrekken aan het verkeer.
Geen beslissing
De rechtbank merkt verder op dat het voorwerp onder nummer 1934343 niet is omschreven, benoemd of geduid. Er is alleen een nummer opgenomen en de rechtbank kan hier derhalve ook geen beslissing op nemen.
Beslag België [verdachte]
Teruggave
Ten aanzien van het inbeslaggenomen Nederlandse paspoort op naam van [verdachte] gelast de rechtbank de teruggave aan verdachte aangezien het strafvorderlijk belang zich daartegen niet verzet.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 36f, 47, 57, 140 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt vrij van het onder parketnummer 16/238168-18 onder feit 1 primair ten laste
gelegde;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1, 2, 3, 4, en 5 bij parketnummer 16/707097-16 en feit 1 subsidiair en 2 bij parketnummer 16/238168-18 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1, 2, 3, 4, en 5 bij parketnummer 16/707097-16 en feit 1 subsidiair en 2 bij parketnummer 16/238168-18 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
24 maanden;
- beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis;
Benadeelde partij [verbalisant 1]
- wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [verbalisant 1] ter zake van het onder feit 1 subsidiair van parketnummer 16/238168-18 bewezen verklaarde tot een bedrag van € 200,- (zegge: tweehonderd euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan de benadeelde partij;
- verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 24 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [verbalisant 1] , ter zake van het bewezen verklaarde een bedrag te bepalen van € 200,- (zegge: tweehonderd euro) bestaande uit immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met hechtenis van 4 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 24 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Beslag
Teruggave
- gelast de teruggave aan de rechthebbende [A 1] , van de voorwerpen genoemd op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst, te weten de goederen met de nummers: 1907932 en 1907934;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende [B 1] , van het voorwerp genoemd op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst, te weten het goed met het nummer: 1907956;
- gelast de teruggave aan verdachte van de voorwerpen genoemd op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst, te weten het goeder met het nummer: 1990300;
Verbeurdverklaring
- gelast de verbeurd verklaring van de voorwerpen genoemd op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst, te weten de goederen met de nummers: 2307406, 2307410, 1907690, 1907712;
Onttrekking
- gelast de onttrekking aan het verkeer van de voorwerpen op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst, te wetende de goederen met de nummers: 1907703, 1934348, 2307389, 1907506 en 2307392.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. Schotman, voorzitter, mrs. A.C. van den Boogaard en D. Riani el Achhab, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H .L. Kappel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 juni 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16/707097-16
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 1 februari 2013 tot en met 21 februari 2017, te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(van) één of meer voorwerp(en), te weten:
één of meer contante geldbedrag(en) van in totaal €271.705,72,-
(doorzoeking [adres] te [plaatsnaam] , o.a. p.13 witwasdossier [medeverdachte 4] & [medeverdachte 5] )
(sub a)
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing heeft/hebben verborgen of verhuld en/of heeft/hebben verborgen of verhuld wie de rechthebbende van het voorwerp was en/of het voorwerp voorhanden had
en/of
(sub b )
heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of gebruik gemaakt,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat voornoemd(e) voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk -onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
en hij aldus van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt;
art 420bis/ter lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 420bis/ter lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
art 47 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 21 februari 2017 te
Utrecht en/of Amsterdam en/of elders in Nederland en/of in België, Suriname
en/of Marokko, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke tot oogmerk had
het plegen van misdrijven, namelijk
- het in vereniging opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen
van cocaïne, en/of
- het in vereniging opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en/of
vervoeren van cocaïne, en/of
- het in vereniging opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken,
verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, in elk geval opzettelijk
aanwezig hebben, van (telkens) meer dan 30 gram hennep en/of
- opzettelijk in vereniging witwassen
art 11a lid 1 Opiumwet
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2016
tot en met 21 februari 2017 in België en/of in Nederland, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval (telkens) opzettelijk
aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid hennep en/of een groot aantal
hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van
meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel
als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 3 ahf/ond B Opiumwet
art 11 lid 2 Opiumwet
4.
hij in of omstreeks de periode van 3 januari 2017 tot en met 4 januari 2017 te
Utrecht en/of te Nieuwegein, althans in Nederland, en/of in België tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval
opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal zijnde of
bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I;
art 2 ahf/ond B /C Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 3 en 4 Opiumwet
5.
hij op of omstreeks 17 mei 2017 te Houten opzettelijk en wederrechtelijk een
ruit en/of een intercom van/in een (ophoud)cel en/of een (kussen)muur van/in
een (isolatie)cel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
de politie Midden-Nederland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, heeft vernield en / of beschadigd en / of onbruikbaar gemaakt, door
toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk (met kracht) tegen voornoemde ruit
te slaan/stompen en/of (met kracht) aan voornoemde intercom te trekken en/of
in voornoemde muur te bijten;
artikel 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
16/238168-18
1.
primair
hij op of omstreeks 24 november 2018 te Utrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [verbalisant 1] , [..2] van politie Eenheid Midden-Nederland, van het leven te beroven, met dat opzet als bestuurder van een (personen)auto rijdend met een snelheid van ongeveer 70 tot 80 kilometer per uur, althans met (relatief) hoge snelheid, op (verschillen)de weg(en), meermalen althans eenmaal plotseling, althans onverwachts, heeft geremd en/of die [verbalisant 1] (rakelings) heeft afgesneden, terwijl die [verbalisant 1] op korte afstand op een politiemotor achter hem, verdachte, reed, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
subsidiair
hij op of omstreeks 24 november 2018 te Utrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [verbalisant 1] , [..2] van politie Eenheid Midden-Nederland, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet als bestuurder van een (personen)auto rijdend met een snelheid van ongeveer 70 tot 80 kilometer per uur, althans met (relatief) hoge snelheid op (verschillen)de weg(en), meermalen althans eenmaal plotseling, althans onverwachts, heeft geremd en/of die [verbalisant 1] (rakelings) heeft afgesneden, terwijl die [verbalisant 1] op korte afstand op een politiemotor achter hem, verdachte, reed,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 24 november 2018 te Utrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 19,66 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/of
- ongeveer 22,02 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 10 lid 3 Opiumwet
art 2 ahf/ond C Opiumwet

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van processen-verbaal die als bijlagen zijn opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, opgemaakt door politie Midden-Nederland, Dienst Regionale Recherche, te weten dossiernummer 2016181920E (
2.Een proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 10] d.d. 3 oktober 2016, ordner 1, pagina 45.
3.Proces-verbaal vaststellen identiteit (
4.Proces-verbaal vaststellen identiteit (
5.Proces-verbaal vaststellen identiteit (
6.In deze bewijsoverweging worden de telefoonnummers aangeduid met de laatste 4 cijfers van de in het dossier opgenomen nummers.
7.Proces-verbaal vaststellen identiteit gebruiker telefoonnummer [..17] van verbalisant [verbalisant 11] d.d. 12 december 2016, ordner 1, pagina 67; Proces-verbaal van stemherkenning van verbalisant [verbalisant 12] d.d. 13 maart 2017, ordner 1, pagina 131-132.
8.Proces-verbaal vaststellen identiteit d.m.v. stemherkenning van [verbalisant 11] d.d. 25 januari 2017, ordner 1, pagina 105.
9.Proces-verbaal vaststellen identiteit d.m.v. stemherkenning van verbalisant [verbalisant 11] d.d. 26 januari 2017, ordner 1, pagina 86-87.
10.Proces-verbaal vaststellen identiteit (
11.Proces-verbaal vaststellen identiteit gebruiker (
12.Proces-verbaal handelslijn [medeverdachte 2]
13.Proces-verbaal handelslijn [medeverdachte 2]
14.Proces-verbaal vaststellen identiteit gebruiker (
15.Proces-verbaal vaststellen identiteit (
16.Proces-verbaal vaststellen identiteit gebruiker (
17.Proces-verbaal van bevindingen (
18.Proces-verbaal vaststellen identiteit gebruiker (
19.Proces-verbaal vaststellen identiteit gebruiker (
20.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
21.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 677.
22.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 678.
23.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 679.
24.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
25.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 678.
26.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
27.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 682-683.
28.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
29.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
30.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 684.
31.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
32.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
33.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 686.
34.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
35.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
36.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
37.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
38.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
39.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
40.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
41.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
42.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
43.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
44.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
45.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
46.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 13] , ordner 5, pagina 2006.
47.Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] d.d. 21 februari 2017, ordner 3, pagina 1024-1028 (
48.Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] d.d. 22 februari 2017, ordner 3, pagina 1166.
49.Een verhoor van getuige onder ede, [getuige 3] , afgelegd bij de onderzoeksrechter bij de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg [..1] .
50.Overzicht reisbewegingen van [medeverdachte 1] , ordner 1, pagina 117-119 (en proces-verbaal van relaas, ordner 1, pagina 51).
51.Proces-verbaal van relaas, ordner 1, pagina 51-52.
52.Verklaring van [verdachte] , afgelegd ter terechtzitting van 8 april 2019.
53.Een tapgesprek, sessienummer 166982839, ordner 2, pagina 742.
54.Een tapgesprek, sessienummer 66983036, ordner 2, pagina 744.
55.Een tapgesprek, sessienummer 166984707, ordner 2, pagina 794.
56.Een tapgesprek, sessienummer 46, ordner 2, pagina 747.
57.Een proces-verbaal van bevindingen E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 (
58.Een proces-verbaal van bevindingen E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 (
59.Een proces-verbaal van bevindingen E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 (
60.Een proces-verbaal van bevindingen E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 (
61.Een tapgesprek, sessienummer 322, ordner 2, pagina 753.
62.Een tapgesprek, sessienummer 243, ordner 2, pagina 755.
63.Een tapgesprek, sessienummer 815, ordner 2, pagina 766.
64.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van verbalisant [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2311.
65.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van verbalisant [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2312.
66.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2313.
67.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2314.
68.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2315.
69.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2317.
70.Een proces-verbaal fotoreportage van [verbalisant 7] d.d. 21 februari 2017, ordner 6, pagina 2328.
71.Een proces-verbaal fotoreportage van [verbalisant 7] d.d. 21 februari 2017, ordner 6, pagina 2329-2330.
72.Een proces-verbaal fotoreportage van [verbalisant 7] d.d. 21 februari 2017, ordner 6, pagina 2331-2332.
73.Een proces-verbaal fotoreportage van [verbalisant 7] d.d. 21 februari 2017, ordner 6, pagina 2332-2334.
74.Een tapgesprek, sessienummer 1834, ordner 1, pagina 240.
75.Een tapgesprek, sessienummer 2934, ordner 6, pagina 2212.
76.Een tapgesprek, sessienummer 2935, ordner 6, pagina 2213.
77.Hoge Raad 26 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM4440; Hoge Raad 28 januari 2014, ECLI:HR:2014:188.
78.Hoge Raad 18 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2344; ECLI:NL:HR:2019:474.
79.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] (
80.Resultaat Buitenlandbevraging Financial Intelligence Unit [I 2] d.d. 26 augustus 2016, dossier witwassen, pagina 247.
81.Akte verkoop onroerend goed, financieel dossier ordner 6, pagina 2028 en 2034.
82.Gezamenlijke eigendomsverklaring, nationaal agentschap ter registratie van onroerende goederen (Kadaster) en cartografie d.d. 28 maart 2017, financieel dossier, pagina 1945.
83.Gezamenlijke eigendomsverklaring, nationaal agentschap ter registratie van onroerende goederen (Kadaster) en cartografie d.d. 28 maart 2017, financieel dossier, pagina 1948.
84.Akte verkoop onroerend goed, financieel dossier ordner 6, pagina 2024 en 2034.
85.Een tapgesprek, sessienummer 292, ordner 6, pagina 2230.
86.Een tapgesprek, sessienummer 3889, dossier witwassen, pagina 268.
87.Uittreksel van de Kamer van Koophandel, gegenereerd op 13 juni 2016, ordner 1, pagina 69.
88.Uittreksel van de Kamer van Koophandel, gegenereerd op 13 juni 2016, ordner 1, pagina 70.
89.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 19] d.d. 16 maart 2017, ordner 3, pagina 1561-1562 (
90.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 1 juni 2017, ordner 4, p. 1581.
91.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 1 juni 2017, ordner 4, p. 1582.
92.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 1 juni 2017, ordner 4, p. 1583.
93.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van verbalisant [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2311.
94.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van verbalisant [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2312.
95.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2313.
96.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2314.
97.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2315.
98.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van [verbalisant 6] d.d. 25 februari 2017, ordner 6, pagina 2317.
99.Een proces-verbaal fotoreportage van [verbalisant 7] d.d. 21 februari 2017, ordner 6, pagina 2328.
100.Een proces-verbaal fotoreportage van [verbalisant 7] d.d. 21 februari 2017, ordner 6, pagina 2329-2330.
101.Een proces-verbaal fotoreportage van [verbalisant 7] d.d. 21 februari 2017, ordner 6, pagina 2331-2332.
102.Een proces-verbaal fotoreportage van [verbalisant 7] d.d. 21 februari 2017, ordner 6, pagina 2332-2334.
103.Een tapgesprek, sessienummer 150, ordner 6, pagina 2205.
104.Een tapgesprek, sessienummer 11454, ordner 1, pagina 78.
105.Een tapgesprek, sessienummer 86, ordner 1, pagina 2205.
106.Een tapgesprek, sessienummer 982, ordner 6, pagina 2206.
107.Een tapgesprek, sessienummer 184, ordner 1, pagina 406.
108.Een tapgesprek, sessienummer 1020, ordner 1, pagina 408.
109.Een tapgesprek, sessienummer 1834, ordner 1, pagina 240.
110.Een tapgesprek, sessienummer 2025, ordner 6, pagina 2207.
111.Een tapgesprek, sessienummer 2184, ordner 6, pagina 2208.
112.Een tapgesprek, sessienummer 2239, ordner 6, pagina 2209.
113.Een tapgesprek, sessienummer 2934, ordner 6, pagina 2212.
114.Een tapgesprek, sessienummer 2935, ordner 6, pagina 2213.
115.Een tapgesprek, sessienummer 27, ordner 7, pagina 423.
116.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
117.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 677.
118.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 678.
119.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 679.
120.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
121.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 678.
122.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
123.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 682-683.
124.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
125.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
126.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 684.
127.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
128.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
129.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 24 januari 2017, ordner 2, pagina 686.
130.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
131.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
132.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
133.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
134.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
135.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
136.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
137.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
138.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
139.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
140.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
141.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
142.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
143.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
144.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 13] , ordner 5, pagina 2006.
145.Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] d.d. 21 februari 2017, ordner 3, pagina 1024-1028 (
146.Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] d.d. 22 februari 2017, ordner 3, pagina 1166.
147.Een verhoor van getuige onder ede, [getuige 3] , afgelegd bij de onderzoeksrechter bij de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel .
148.Overzicht reisbewegingen van [medeverdachte 1] , ordner 1, pagina 117-119 (en proces-verbaal van relaas, ordner 1, pagina 51).
149.Proces-verbaal van relaas, ordner 1, pagina 51-52.
150.Verklaring van [verdachte] , afgelegd ter terechtzitting van 8 april 2019.
151.Een tapgesprek, sessienummer 25, ordner 7, pagina 340.
152.Een tapgesprek, sessienummer 149, ordner 1, pagina 498.
153.Een tapgesprek, sessienummer 153, ordner 1, pagina 476.
154.Een tapgesprek, sessienummer 209, ordner 1, pagina 427.
155.Een tapgesprek, sessienummer 1240, ordner 2, pagina 790.
156.Een tapgesprek, sessienummer 166984820, ordner 7, pagina 401.
157.Een tapgesprek, sessienummer 2057, ordner 7, pagina 408.
158.Een tapgesprek, sessienummer 25, ordner 1, pagina 421.
159.Een tapgesprek, sessienummer 893, ordner 1, pagina 425.
160.Een tapgesprek, sessienummer 3823, ordner 1, pagina 446.
161.Een tapgesprek, sessienummer 3823, ordner 1, pagina 447.
162.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 15 maart 2017, ordner 4, p. 1570.
163.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 15 maart 2017, ordner 4, p. 1571.
164.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 15 maart 2017, ordner 4, p. 1572.
165.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 15 maart 2017, ordner 4, p. 1573.
166.Een tapgesprek, sessienummer 166982839, ordner 2, pagina 742.
167.Een tapgesprek, sessienummer 66983036, ordner 2, pagina 744.
168.Een tapgesprek, sessienummer 166984707, ordner 2, pagina 794.
169.Een tapgesprek, sessienummer 46, ordner 2, pagina 747.
170.Een proces-verbaal van bevindingen E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 (
171.Een proces-verbaal van bevindingen E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 (
172.Een proces-verbaal van bevindingen E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 (
173.Een proces-verbaal van bevindingen E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 (
174.Een tapgesprek, sessienummer 322, ordner 2, pagina 753.
175.Een tapgesprek, sessienummer 243, ordner 2, pagina 755.
176.Een tapgesprek, sessienummer 815, ordner 2, pagina 766.
177.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 22 december 2016, ordner II, pagina 568.
178.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 22 december 2016, ordner II, pagina 569.
179.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] d.d. 22 december 2016, ordner II, pagina 568.
180.Een verklaring bij de rechter-commissaris van [H 1] d.d. 3 december 2018, p. 4.
181.Een tapgesprek, sessienummer 313, ordner 2, pagina 630.
182.Een tapgesprek, sessienummer 313, ordner 2, pagina 631.
183.Een tapgesprek, sessienummer 313, ordner 2, pagina 632.
184.Een proces-verbaal van bevindingen [verbalisant 9] (
185.Een proces-verbaal van bevindingen [verbalisant 9] (
186.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
187.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
188.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
189.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
190.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
191.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
192.Een proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9] (
193.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 14] en [verbalisant 15] d.d. 21 februari 2017, ordner 5, pagina 1861.
194.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 14] en [verbalisant 15] d.d. 21 februari 2017, ordner 5, pagina 1865.
195.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 14] en [verbalisant 15] d.d. 21 februari 2017, ordner 5, pagina 1869.
196.Proces-verbaal indicatieve test van [S] d.d. 22 februari 2017, ordner 5, pagina 1874.
197.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 16] d.d. 22 februari 2017, ordner 5, pagina 1882-1883.
198.Proces-verbaal van aangifte [R] namens [..4] d.d. 17 mei 2017, p. 2179 t/m 2730 (
199.De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 januari 2019.
200.Een proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 1] d.d. 24 november 2018, procesdossier voorgeleiding, pagina 5.
201.Een proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 1] d.d. 24 november 2018, procesdossier voorgeleiding, pagina 6.
202.Proces-verbaal van verhoor van getuige [verbalisant 1] door de rechtercommissaris d.d. 27 maart 2019, p. 3.
203.Proces-verbaal van verhoor van getuige [verbalisant 2] door de rechtercommissaris d.d. 27 maart 2019, p. 1.
204.Proces-verbaal van verhoor van getuige [verbalisant 2] door de rechtercommissaris d.d. 27 maart 2019, p. 2.
205.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2019.
206.Hoge Raad 25 maart 2003, NJ 2003, 552.
207.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 17] en [verbalisant 18] d.d. 24 november 2018, procesdossier voorgeleiding, pagina 11.
208.Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 24 november 2018, procesdossier voorgeleiding – PL0900-2018338435-14,
209.Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 24 november 2018, procesdossier voorgeleiding – PL0900-2018338435-15,
210.Een rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut van [T] , d.d. 27 november 2018, procesdossier einddossier, p. 34.
211.Een rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut van [T] , d.d. 27 november 2018, procesdossier einddossier, p. 35.
212.Een rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut van [T] , d.d. 27 november 2018, procesdossier einddossier, p. 36.
213.Een rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut van [T] , d.d. 27 november 2018, procesdossier einddossier, p. 37.
214.De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2019.