Op 3 juni 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de omgevingsvergunning voor de aanleg van 30 parkeerplaatsen op het perceel bij de Schans 20 te Soest. Eiseres, Stichting Behoud de Eemvallei, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest, dat op 26 april 2017 een omgevingsvergunning heeft verleend aan derde-partij voor de aanleg van deze parkeerplaatsen voor een periode van 10 jaar. Eiseres betwistte de rechtmatigheid van deze vergunning, onder andere omdat de aanleg in strijd zou zijn met het geldende bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Soest', dat de bestemming 'Agrarisch met waarden' heeft.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning is verleend met toepassing van artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Eiseres heeft ter zitting haar beroepsgronden dat de vergunning in strijd is met de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 ingetrokken. De rechtbank oordeelt dat verweerder in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van zijn bevoegdheid om de vergunning te verlenen, en dat de belangen van derde-partij bij de aanleg van de parkeerplaatsen zwaarder wegen dan de belangen van eiseres.
De rechtbank concludeert dat de vergunning rechtmatig is verleend en dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen. Het beroep is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 juni 2019, en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.