ECLI:NL:RBMNE:2019:2134
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verwijdering van persoonsgegevens door de Sociale Verzekeringsbank aan de Belastingdienst/Toeslagen
In deze zaak heeft eiseres, geboren op [geboortedatum] 2016, een verzoek ingediend bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) om de Belastingdienst/Toeslagen op te dragen haar persoonsgegevens te verwijderen. Dit verzoek volgde op de toekenning van kinderbijslag door de SVB, waarbij een startbericht naar de Belastingdienst/Toeslagen werd verzonden om het recht op kindgebonden budget vast te stellen. De SVB heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen wettelijke basis is om de Belastingdienst/Toeslagen te dwingen tot verwijdering van de gegevens. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verantwoordelijkheid voor de gegevens bij de Belastingdienst/Toeslagen ligt, aangezien de gegevens al zijn overgedragen en de SVB niet langer als verwerkingsverantwoordelijke kan worden beschouwd.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de argumenten van eiseres over de onrechtmatigheid en disproportionaliteit van de gegevensverstrekking niet opwegen tegen de vaststelling dat de SVB geen bevoegdheid heeft om de Belastingdienst/Toeslagen te dwingen tot verwijdering. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en concludeert dat er geen gezamenlijke verantwoordelijkheid is tussen de SVB en de Belastingdienst/Toeslagen, zoals eiseres heeft betoogd. Het verzoek om verwijdering van gegevens door de SVB zelf valt buiten de omvang van dit beroep, aangezien de SVB heeft toegezegd hierop een beslissing te nemen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 april 2019.