In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 21 maart 2019, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.J. Zomer, een kort geding aangespannen tegen Arrow Global Limited (LTD), vertegenwoordigd door mr. J.A. Trimbach. Eiser verzoekt de voorzieningenrechter om de BKR-registratie te verwijderen die door Arrow is geplaatst naar aanleiding van een openstaande schuld van € 15.602,20. Deze schuld is voortgekomen uit een eerder verstekvonnis uit 2002, waarbij eiser werd veroordeeld tot betaling aan [bedrijfsnaam 2] B.V., welke schuld door Arrow is overgenomen. Eiser stelt dat de BKR-registratie hem belemmert in het verkrijgen van een hypotheek voor een woning die hij heeft gekocht.
Tijdens de zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Arrow voert verweer en stelt dat eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat hij niet tijdig een verzoekschrift heeft ingediend. Daarnaast betwist Arrow het spoedeisend belang van de vordering van eiser. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser ontvankelijk is in zijn vordering en dat er sprake is van spoedeisend belang, aangezien de BKR-registratie het verkrijgen van een hypotheek belemmert.
De voorzieningenrechter heeft een belangenafweging gemaakt tussen de belangen van eiser en die van Arrow. Eiser heeft aangetoond financieel stabiel te zijn en bereid te zijn de openstaande schuld te voldoen. De voorzieningenrechter heeft Arrow veroordeeld om de BKR-registratie te verwijderen binnen drie werkdagen na betaling van de schuld door eiser. De overige vorderingen van eiser zijn afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.