3.1.[eiseres] vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht wordt verklaard dat [gedaagde] ex art. 2:9 BW en/of art. 6:162 BW aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden en nog te lijden schade als gevolg van zijn handelwijze als bestuurder van [eiseres] met betrekking tot het [project 1] -project;
[gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling, bij wege van voorschot, van het bedrag van EUR 3.500.000,00 (zegge: drie miljoen vijf honderd duizend euro), althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van aansprakelijkstelling (5 januari 2011), althans de dag van de laatste aanmaning (10 november 2015), althans de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
[gedaagde] wordt veroordeeld om aan [eiseres] te voldoen, voor zover dit voormeld voorschot overstijgt, een bedrag nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet ter zake van de overige schade die [eiseres] als gevolg van het [project 1] project heeft geleden, de kosten van financiering en leegstand daaronder begrepen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van aansprakelijkstelling (5 januari 2011), althans de dag van de laatste aanmaning (10 november 2015), althans de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
[gedaagde] wordt veroordeeld te voldoen een bedrag van EUR 6.775,00 ter vergoeding van gemaakte kosten ter vaststelling van de schade en verkrijging van voldoening buiten rechte te vermeerderen met, indien tijdige betaling uitblijft, de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
[gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten, inclusief nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, te vermeerderen met, indien tijdige betaling uitblijft, de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.