ECLI:NL:RBMNE:2018:4235
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.E.A. Braeken
- N.M. Spelt
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vastgestelde WOZ-waarde van een kinderdagverblijf met betrekking tot marktsituatie en functionele veroudering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 juli 2018 uitspraak gedaan in twee beroepen van eiseressen tegen de vastgestelde WOZ-waarden van een kinderdagverblijf. Eiseres 1, huurder van het pand, en eiseres 2, eigenaar van het pand, hebben beide beroep ingesteld tegen de besluiten van de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, die de waarde van het pand respectievelijk op € 344.000,- en € 349.000,- heeft vastgesteld voor de belastingjaren 2016 en 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarde is bepaald aan de hand van de gecorrigeerde vervangingswaarde, een methode die niet in geschil is. Eiseressen hebben aangevoerd dat de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld, omdat onvoldoende rekening is gehouden met de marktsituatie van kinderdagverblijven en de lage bezettingsgraad. De rechtbank oordeelt dat de gestelde lage bezettingsgraad geen invloed heeft op de vastgestelde waarde, omdat de bestemming van het pand breed is en het gebruik als kinderdagverblijf niet afdoet aan de waarde voor de eigenaar. De rechtbank heeft ook de beroepsgronden van eiseres 1 met betrekking tot functionele veroudering beoordeeld, maar oordeelt dat de door verweerder toegepaste levensduur en waardering van het pand redelijk zijn. Uiteindelijk zijn beide beroepen ongegrond verklaard, en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.