Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna ook te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. D. Zonnebeld,
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. E.M. de Bie.
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek,
- de antwoordakte aan de zijde van [eiser] .
2.De feiten
3.Het geschil
subsidiaireen verklaring voor recht dat [gedaagde] geen recht heeft op loon van [eiser] ter zake van de bemiddelingsovereenkomst, en
meer subsidiaireen verklaring voor recht dat het tussen partijen gesloten beding ter zake van de bemiddelingsvergoeding een nietig beding betreft in de zin van artikel 7:264 lid 2 BW;
4.De beoordeling
- dagvaarding € 103,10
- griffierechten 223,00
- salaris gemachtigde