Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
300,00(2 punten x tarief € 150,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 10 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser sub 1] en [gedaagde] over de rechtmatigheid van een courtagebeding bij woningbemiddeling. [eiser sub 1] had in 2014 een huurovereenkomst ondertekend en een courtage van € 1.119,25 betaald aan [gedaagde] voor bemiddeling bij het huren van een zelfstandige woning. Later vorderde [eiser sub 1] terugbetaling van dit bedrag, stellende dat het onverschuldigd was betaald, omdat er sprake was van 'dienen van twee heren' zoals bedoeld in artikel 7:417 lid 4 BW. De kantonrechter oordeelde dat het courtagebeding vernietigbaar was, omdat [gedaagde] zowel voor de verhuurder als de huurder had bemiddeld, wat in strijd is met de wet. De rechter concludeerde dat [eiser sub 1] het bedrag onverschuldigd had betaald en dat hij recht had op terugbetaling, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De totale vordering van [eiser sub 1] werd toegewezen, en [gedaagde] werd veroordeeld in de proceskosten.