Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 december 2017,
- de akte uitlating van [eiser] ,
- de akte uitlating van Reaal.
2.De verdere beoordeling
678,00(1,5 punt × tarief € 452,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Kolder, een vordering ingesteld tegen [gedaagde sub 1] B.V. en REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V. De zaak betreft de gevolgen van de onttrekking van de advocaat van [gedaagde sub 1] op 5 april 2014, in een situatie waarin verplichte procesvertegenwoordiging geldt. De rechtbank heeft in een eerder vonnis van 20 december 2017 de vorderingen van eiser tegen [gedaagde sub 1] afgewezen, en eiser heeft in deze procedure zijn belang bij een vonnis onderbouwd door aan te geven dat hij de zaak in hoger beroep wil voortzetten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde sub 1] nog steeds partij is in de procedure, ondanks de onttrekking van de advocaat. De rechtbank heeft overwogen dat de procedure voortgezet kan worden op tegenspraak, ook al is er geen advocaat meer voor [gedaagde sub 1]. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser afgewezen, omdat de aansprakelijkheid van [gedaagde sub 1] in het eerdere vonnis al was afgewezen. Eiser kan van REAAL niet meer vorderen dan wat [gedaagde sub 1] op basis van haar aansprakelijkheidsverzekering zou kunnen vorderen, en aangezien er geen aansprakelijkheid is vastgesteld, is ook de vordering tegen REAAL afgewezen.
Eiser is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van REAAL zijn begroot op € 1.286,00. De rechtbank heeft ook de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis verklaard, wat betekent dat de kostenveroordeling direct kan worden uitgevoerd, ongeacht een eventueel hoger beroep.