ECLI:NL:RBMNE:2017:6298
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. drs. R. in 't Veld
- mr. M.E.A. Braeken
- mr. K. de Meulder
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verwijtbare werkloosheid en voortvarendheid bij ontslag van een militair ambtenaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 december 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Defensie en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De zaak betreft de vraag of een werknemer, die als militair ambtenaar was aangesteld, verwijtbaar werkloos is geworden na zijn ontslag wegens wangedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werknemer op 1 december 2016 recht had op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW), maar dat deze uitkering niet tot uitbetaling kwam omdat de werkgever, de minister van Defensie, het ontslag had verleend. De rechtbank oordeelde dat de minister niet voortvarend had gehandeld in de procedure rondom het ontslag, waardoor er geen subjectief dringende reden voor ontslag aanwezig was. De rechtbank concludeerde dat de werknemer niet verwijtbaar werkloos was geworden en dat hij recht had op de WW-uitkering. Het beroep van de minister werd ongegrond verklaard, en de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van voortvarendheid in ontslagprocedures en de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig te handelen bij het beëindigen van dienstverbanden.