In deze zaak hebben eisers, eigenaren van een woning in Amersfoort, beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om tegemoetkoming in planschade door het college van burgemeester en wethouders. Het primaire besluit van 25 mei 2016 wees het verzoek af, en het bestreden besluit van 1 november 2016 verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft op 11 mei 2017 de zitting gehouden, waar eisers en verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers op 2 augustus 1994 het juridisch eigendom van hun woning hebben verkregen. Het nieuwe bestemmingsplan, dat op 26 november 2013 is vastgesteld, maakt de bouw van een rij eengezinswoningen mogelijk nabij hun perceel. Eisers hebben een schade van minimaal € 5.000,- ingediend, maar verweerder heeft gesteld dat deze schade binnen het normale maatschappelijke risico valt, wat door de rechtbank is bevestigd. De rechtbank oordeelt dat de schade van 3,23% van de woningwaarde niet leidt tot ontneming van eigendom in de zin van het Eerste Protocol bij het EVRM.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eisers, waaronder de onjuistheid van de planologische vergelijking en de taxatie door het adviesbureau, verworpen. De rechtbank concludeert dat de schadevergoeding niet aan de orde is, omdat de schade binnen het normale maatschappelijke risico valt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 11 juli 2017.