In deze zaak hebben eisers, eigenaren van een woning in Woudenberg, beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om tegemoetkoming in planschade door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg. De afwijzing volgde op een besluit van 7 januari 2016, waarin het verzoek om planschade werd afgewezen, en een bestreden besluit van 5 juli 2016, waarin het bezwaar van eisers gegrond werd verklaard, maar het primaire besluit werd gehandhaafd. De rechtbank heeft op 18 juli 2017 uitspraak gedaan in deze zaak.
Eisers hebben schade geleden als gevolg van de bouw van een woonzorgcomplex in hun nabijheid, wat heeft geleid tot een waardevermindering van hun woning van ongeveer 3,4%. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze schade onder het normaal maatschappelijk risico valt, omdat de waardevermindering onder de 5% ligt. De rechtbank oordeelt dat de ontwikkeling van het woonzorgcomplex als een normale maatschappelijke ontwikkeling kan worden beschouwd, waarmee eisers rekening hadden kunnen houden. De rechtbank heeft de afwijzing van het verzoek om planschade door verweerder terecht geacht en het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar relevante wetgeving, zoals de Wet ruimtelijke ordening, en naar eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de ontwikkeling van het woonzorgcomplex past binnen het planologisch beleid en dat de schade voor rekening van eisers dient te blijven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.