Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[verzoeker 1] ,
[verzoeker 2],
[verzoeker 3],
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
‘van collectie naar connectie’, waarbij de uitleen van boeken minder belangrijk wordt en de bibliotheek zich ontwikkelt tot
‘een platform voor social learning.’
‘De medewerker bibliotheek is gericht op het bieden van actieve dienstverlening aan klanten conform de formule. De medewerker bibliotheek is verantwoordelijk voor een goede presentatie van de bibliotheek en het efficiënt uitvoeren van logistieke processen, met als doel het van materialen, het ondersteunen van klanten in het zoekproces en het verstrekken van informatie. Daarnaast heeft de medewerker een (ondersteunende) rol bij de uitvoering van publieksactiviteiten (lezingen, presentaties, groepsbezoeken etc.). De medewerker bibliotheek is (mede)verantwoordelijk voor het behalen van (vooraf vastgestelde) resultaten.’
‘De functie van Medewerker Bibliotheek verandert in Medewerker dienstverlening vestigingen. Hieraan is ook een inhoudelijke wijziging verbonden. Het uitvoeren van groepsbezoeken en activiteiten is uit deze functie gehaald. Dit wordt in de nieuwe organisatie gedaan door medewerkers uit de Expertisepools. De Medewerker dienstverlening vestigingen heeft wel een ondersteunende rol bij de uitvoering van de programmering. Aan de andere kant krijgt de Medewerker dienstverlening vestigingen een coördinerende en (in een latere versie van het plan is hier het woord ‘
inhoudelijk’ingevoegd, ktr.
) sturende rol ten aanzien van de vrijwilligers die in de vestigingen aan de slag zullen gaan. Ook zal hij zelf in staat moeten zijn om voorkomende problemen op het gebied van automatisering zelf op te lossen en heeft hij een belangrijke taak op het gebied van het beheer van de vestiging. Zowel bij de Medewerker dienstverlening vestigingen als bij de Toezichthouder verdwijnen de niveaus omdat er in de praktijk geen onderscheid in werkzaamheden gemaakt kan worden.’Waar de functie van Medewerker Bibliotheek 1, 2 en 3 was ingedeeld in respectievelijk salarisschaal 4, 5 en 6 wordt de functie van Medewerker dienstverlening vestigingen ingedeeld in salarisschaal 6.
‘De medewerker dienstverlening vestigingen is een pro-actieve, zelfstandige en sociaal vaardige vertegenwoordiger van de bibliotheek in stad en wijk. Hij is de spil binnen de vestiging die coördineert, problemen oplost, klantvragen beantwoordt en verantwoordelijk is voor het soepel verlopen van de dienstverlening. De Medewerker dienstverlening vestigingen biedt op pro-actieve wijze een uitstekende dienstverlening aan de klanten en bezoekers van de bibliotheek. De Medewerker dienstverlening vestigingen is verantwoordelijk voor promotie van de activiteiten die voortvloeien uit de programmering en mede-verantwoordelijk voor het halen van de gestelde targets per activiteit. De medewerker is zich bewust van het belang van de presentatie van de vestiging voor de beleving van de klant en handelt hiernaar. Hij zorgt voor het efficiënt (laten) uitvoeren van logistieke processen. De medewerker fungeert als de ‘ogen en oren’ van de bibliotheek in de wijk. Signaleert behoeften van klanten of klantgroepen, ziet kansen voor verbetering van de dienstverlening en neemt hier actie op. Daarnaast heeft de medewerker een actief ondersteunende rol bij de uitvoering van de programmering. De medewerker houdt overzicht over het activiteitenprogramma in de vestiging en schept mede de randvoorwaarden waaronder zij succesvol plaats kunnen vinden. De medewerker is hierin pro-actief. Signaleert in de planning wat de randvoorwaarden zijn voor het slagen van activiteiten en neemt actie om deze te (laten) realiseren. De Medewerker dienstverlening vestigingen is het eerste aanspreekpunt voor vrijwillige medewerkers van de bibliotheek. Verdeelt en houdt toezicht op een goede uitvoering van de werkzaamheden. Beantwoordt vragen en lost dagelijkse knelpunten in overleg met zijn collega(‘s) of de vrijwilliger zelfstandig op. De Medewerker dienstverlening vestigingen is bevoegd tot het nemen van beslissingen binnen de door de teamleider vastgestelde kaders.’
‘(d)e inzet van vrijwilligers (-) niet ten koste (gaat) van de betaalde formatie van de professionele organisatie.’FNV, partij bij deze CAO, heeft Bibliotheek Utrecht gesommeerd deze CAO-bepaling na te komen. Bibliotheek Utrecht meende dat van strijd met de CAO geen sprake was. Medio april 2016 is zij begonnen met de werving van vrijwilligers. In het vervolgens door FNV aangespannen kort geding, is bij vonnis van 8 juni 2016 (ECLI:NL:RBMNE:2016:3052; JAR 2016, 154) overwogen dat Bibliotheek Utrecht in strijd met artikel 48 lid 3 van de CAO OB 2015-2019 handelt door de werkzaamheden die kort tevoren nog door bibliotheekmedewerkers in haar dienst werden verricht, te laten uitvoeren door vrijwilligers. Bibliotheek Utrecht werd veroordeeld deze CAO-bepaling na te leven, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Dit vonnis is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (locatie Arnhem) van 29 november 2016 (ECLI:NL:GHARL:2016:9561; JAR 2017, 9) bekrachtigd.
‘Uw besluit om de kwalitatieve aanpassing van de stichting gepaard te laten gaan met een bezuiniging op de (personeels)kosten vinden wij daarom redelijk. Wij vinden dat u de voorgestelde krimp op basis van de beschikbare informatie voldoende inzichtelijk heeft gemaakt.’Over de ontslagvolgorde heeft het UWV overwogen:
‘U hebt aangevoerd dat de functie van medewerker dienstverlening vestigingen meer verantwoordelijkheden en een veelzijdiger takenpakket kent. Uw stichting moet een leer- en ontmoetingsplek worden, waar ook voor kwetsbare doelgroepen, faciliteiten en activiteiten worden geboden om hun weg in de informatiesamenleving te vinden. De functie van medewerker dienstverlening vestigingen is daarom meer gericht op coördinatie en facilitering van de diverse diensten en de verschillende bezoekersstromen. Dit vereist andere competenties dan tot op heden vereist in de functie van medewerker bibliotheek. (-) Wij vinden dat u aannemelijk hebt gemaakt dat de functie van medewerker dienstverlening vestigingen wezenlijk verschilt van de functie van werknemer. Het verweer van werknemer verandert ons oordeel niet, we hebben vastgesteld dat u en werknemer het er over eens zijn dat de werkzaamheden elkaar wat betreft functie-inhoud deels overlappen, maar dat maakt de functies nog niet uitwisselbaar. We concluderen dat de factoren functie-inhoud, verantwoordelijkheden, vereiste kennis en vaardigheden voor beide functies zodanig verschillen dat in samenhang bezien er geen sprake is van uitwisselbaarheid van de functies.’Het UWV kwam daarom niet toe aan het bepalen van de ontslagvolgorde op basis van het afspiegelingsbeginsel. Omdat het herplaatsingstraject naar het oordeel van het UWV overeenkomstig de CAO-Regeling Sociaal Plan, en daarmee niet op onzorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden, en Bibliotheek Utrecht de meest geschikte kandidaten heeft mogen selecteren voor de nieuwe functie van medewerker dienstverlening vestigingen, werd toestemming verleend om de arbeidsovereenkomsten met [verzoeker 1] , [verzoeker 2] en [verzoeker 3] op te zeggen.