Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
thans gedetineerd in P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
7.OPLEGGING VAN STRAF
8.BENADEELDE PARTIJ
Artikel 8 EVRM noopt - naar de Hoge Raad heeft geoordeeld in het Taxibusarrest (ECLI:NL:HR:2002:AD5356) - er niet toe dat in de wetgeving wordt voorzien in een recht op (immateriële) schadevergoeding aan de ouder die een kind verliest als gevolg van het onrechtmatig handelen of nalaten van een ander. De Hoge Raad voegde daar in het arrest Vilt (ECLI:NL:HR:2009: BI 8583) aan toe dat dit niet anders is, als het gaat on (immateriële) schadevergoeding aan de nabestaanden van een opzettelijk misdrijf.
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
- verklaart [getuige 10] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [getuige 11] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 november 2016 en voor € 385,00 vanaf 1 januari 2017 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [getuige 11] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [getuige 11] aan de Staat € 22.358,65 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 november 2016 en voor € 385,00 vanaf 1 januari 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 146 dagen hechtenis;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [getuige 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 november 2016 en vanaf 1 januari 2017 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [getuige 1] aan de Staat
- verklaart [getuige 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 november 2016 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde] aan de Staat