ECLI:NL:RBMNE:2017:102

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 januari 2017
Publicatiedatum
11 januari 2017
Zaaknummer
C/16/16/110 R
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.J. Hofman-Wels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Homologatie van een akkoord in het kader van schuldsanering

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 januari 2017 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de homologatie van een akkoord in het kader van de schuldsanering. De rechtbank heeft kennisgenomen van de eerdere beschikking van 27 december 2016, waarin het aangeboden akkoord was vastgesteld als ware het aangenomen. De homologatie van het akkoord werd behandeld op 6 januari 2017, waarbij de schuldenares, haar bewindvoerder en schuldeiser de heer [A] aanwezig waren. De heer [A] had bezwaar gemaakt tegen de homologatie, maar de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om het akkoord te weigeren, aangezien de overige schuldeisers geen bezwaar hadden gemaakt.

De rechtbank heeft in haar oordeel verwezen naar de weigeringsgronden in artikel 338 lid 2 jo. 153 lid 2 van de Faillissementswet. De rechter-commissaris had geen gronden van weigering van de homologatie geconstateerd en adviseerde de rechtbank om het akkoord te homologeren. De rechtbank heeft vervolgens het verzoek van de heer [A] tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling afgewezen.

In de beslissing heeft de rechtbank het akkoord gehomologeerd en het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 2.381,60, inclusief onkosten en omzetbelasting, ten laste van de schuldenares. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. C.J. Hofman-Wels. Hoger beroep tegen deze uitspraak kan alleen worden ingesteld door een advocaat bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, met een termijn van acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/16/110 R
nummer verklaring: CDS1500495387
uitspraakdatum: 10 januari 2017
uitspraak op grond van artikel 338 van de Faillissementswet
(“homologatie akkoord”)
enkelvoudige kamer
Bij vonnis van deze kamer van 9 februari 2016 is de schuldsanering uitgesproken ten aanzien van:
[schuldenares]
geboren op [1972] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] , [woonplaats] ,
hierna: schuldenares.

1.Verloop van de procedure

1.1
De rechtbank heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van de op 5 december 2016 gehouden verificatievergadering.
1.2
Bij beschikking van 27 december 2016 heeft de rechtbank het aangeboden akkoord vastgesteld als ware het aangenomen en bepaald dat de homologatie van het akkoord zal worden behandeld op 6 januari 2017.
1.3
De homologatie is behandeld op 6 januari 2017. Hierbij zijn gehoord de schuldenares, haar bewindvoerder, schuldeiser de heer [A] (hierna: [A] ) en zijn raadsman mr. L.E. Huard.
1.4
[A] heeft als enige schuldeiser bezwaar gemaakt tegen de homologatie. Ter zitting heeft hij verklaard dat deze bezwaren zijn verwoord in het verzoekschrift van 2 december 2016 tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling dan wel verlenging van de termijn van de schuldsaneringsregeling.
1.5
Bij vonnis van 10 januari 2017 heeft de rechtbank het verzoek van [A] tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling dan wel de verlenging van de termijn ex artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet afgewezen.
1.6
De rechter-commissaris heeft schriftelijk verslag uitgebracht. Van een grond van weigering van de homologatie is haar niet gebleken en zij adviseert de rechtbank het akkoord te homologeren.

2.Oordeel van de rechtbank

Gelet op de weigeringsgronden genoemd in artikel 338 lid 2 jo. 153 lid 2 Faillissementswet ziet de rechtbank geen aanleiding om op grond van de door [A] aangevoerde bezwaren de homologatie te weigeren. De overige schuldeisers hebben geen bezwaar gemaakt tegen de homologatie van het akkoord. De rechtbank ziet, evenals de rc heeft overwogen met betrekking tot het aangeboden en aangenomen akkoord, voor het overige ook geen bezwaren om de homologatie te weigeren. Derhalve dient het aangenomen akkoord te worden gehomologeerd.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen.

3.Beslissing

De rechtbank:
homologeert het akkoord;
stelt het salaris van de bewindvoerder, één en ander inclusief onkosten en omzetbelasting, vast op € 2.381,60 en brengt dit bedrag ten laste van de schuldenares.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Hofman-Wels en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2017. [1]

Voetnoten

1.