Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met 10 producties,
- het verweerschrift, tevens houdende een zelfstandig verzoek, met 12 producties,
- het verweerschrift tegen het zelfstandig verzoek, met 2 producties,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 12 juli 2016, waar partijen hun standpunten hebben toegelicht aan de hand van pleitnota’s en waarvan aantekening is gehouden door de griffier.
2.De feiten
6 Broodverkoop personeel
Voor brood meldt u zich bij uw leidinggevende, zij weten waar het “overbrood” staat dat bestemd is voor verkoop aan medewerk(st)ers.Geen brood meenemen uit het magazijn.
Brood meenemen zonder sticker, wordt gezien als diefstal.
Indien u extra brood wilt aanschaffen, kunt u bij [A] etiketten kopen. (0,50 per product).
Doorverkoopartikelen zijn niet te koop.
9.Diefstal
Bij een eerste en een tweede diefstal volgt een schriftelijke waarschuwing die in het dossier zal worden vastgelegd.
Bij een derde diefstal volgt een schriftelijke waarschuwing en de melding dat het een laatste waarschuwing betreft, welke vervolgens in het dossier zal worden vastgelegd.
Bij een vierde diefstal zullen arbeidsrechtelijke consequenties volgen.
Soest, oktober 2008
Zelf ben ik geconfronteerd, toen ik zelf inviel op deze route, met een achtervolging via het filiaal midden graaflaan naar filiaal kronenburg ter Arnhem.
Deze ochtend hadden wij op het kantoor van [verweerder] te Soest een gesprek met u naar aanleiding van onze constatering van deze ochtend dat u retourbroden afkomstig van en/of broden bestemd voor afnemers van [verweerder] zonder medeweten (laat staan: toestemming) doorlevert aan minimaal één derde persoon in de nabijheid van de Aldi-vestiging Middellaan te Arnhem.
Bij deze verklaar ik dat mij in de inwerkperiode bij [verweerder] is geleerd dat op vrijdag en zaterdag Op route 2 ( Arnhem en omstreken ) [D] en [E] ( voor zover ik weet paarden handelaren ) het retourbrood van de vorige dag ophalen (…) in Arnhem aan de Middelgraaflaan bij het Aldi filiaal aldaar. Dat brood is bestemd voor de paarden.
De heer [G] heeft mij instructies gegeven om de slager de slager in Arnhem altijd brood te geven wanneer deze man erom vraagt.
Ik heb kennis genomen van de verklaring van [F] .
Op verzoek van [verzoeker] verklaar ik hierbij dat ik net als [verzoeker] het brood wat retour kwam van de Aldi’s moest lossen bij Slagerij [slagerij] in Arnhem, dit in opdracht van de toenmalige planner [I] .”
Via mijn werkgever begreep ik dat [H] een verklaring heeft afgegeven in de procedure met [verzoeker] waarin ik met name wordt genoemd. [H] geeft aan dat ik hem toen heb gezegd dat het brood dat retour kwam van de Aldi’s moest worden gelost bij Slagerij [slagerij] . Ik zou dit ook zelf aan [verzoeker] hebben gevraagd. Zo’n opdracht heb ik nooit gegeven. Ik vind het dan ook raar dat mijn naam hierbij wordt genoemd.”
Als logistiek manager van Bakkerij [verweerder] heb ik begrepen dat er drie verklaringen omtrent de leveringen van het brood aan een slager te Arnhem zouden bestaan.
Ik werk als chauffeur bij [verweerder] . Het is mij bekend dat mijn collega [verzoeker] tegen de instructies in van [verweerder] brood weg gaf aan een slager in Arnhem. Deze slager heeft paarden en heeft volgens eigen zeggen hiervoor het oude brood nodig. Alvorens ik deze route ging rijden heeft [verzoeker] mij verteld dat de slager in Arnhem oud brood voor zijn paarden kwam halen en dat ik dit mee mocht geven. [verzoeker] verklaarde dat hij dit zelf ook altijd deed.
Ik ben chauffeur bij [verweerder] (…).
Ik ben in 2008 bij [verweerder] in dienst gekomen.
3.Het geschil
- de tussen [verweerder] en [verzoeker] bestaande arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn voorwaardelijk (voor het geval het ontslag op staande voet op enig moment geacht wordt ten onrechte te zijn gegeven) te ontbinden;
- bij het bepalen van de einddatum
- te bepalen dat [verzoeker] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten en dat hem om die reden geen transitievergoeding toekomt ten laste van [verweerder] , alsmede te bepalen dat een recht op transitievergoeding ten laste van [verweerder] ook niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid komt te ontstaan, dan wel te bepalen dat deze transitievergoeding slechts gedeeltelijk zal worden toegekend en op nihil althans op een zo laag mogelijk bedrag zal worden gesteld;
- [verzoeker] te veroordelen in de proceskosten.
primairtot afwijzing van het zelfstandig tegenverzoek, met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
Subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, concludeert [verzoeker] tot toekenning van een transitievergoeding aan hem van € 40.754,00 bruto en van een billijke vergoeding van € 50.000,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot de voldoening, waarbij hij de kantonrechter verzoekt om bij het bepalen van de einddatum rekening te houden met de voor hem geldende opzegtermijn van drie maanden, zonder aftrek van de periode die is gelegen tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de datum van de ontbindingsbeschikking, met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.