Op 7 december 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen [verdachte] B.V., waarbij de rechtbank de verdachte heeft veroordeeld voor gewoontewitwassen. De zaak betreft een 66-jarige man uit Soest, die als initiator van een oplichtingsschema met obligatiefondsen in Duits vastgoed werd gezien. De rechtbank oordeelde dat de man en zijn mededaders, waaronder zijn vrouw en zoon, betrokken waren bij het witwassen van een bedrag van € 3.204.752,00, dat afkomstig was van de oplichting van beleggers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, gedurende de periode van 1 april 2012 tot en met 21 januari 2014, opzettelijk geldbedragen en onroerend goed heeft verworven, terwijl zij wisten dat deze afkomstig waren uit misdrijf.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte deel uitmaakte van een structuur van rechtspersonen die zich richtte op het aantrekken van investeringen van beleggers door middel van valse voorwendselen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen betrokken was bij het witwassen van geld, maar ook bij het verwerven van vastgoed met deze gelden. Ondanks de ernst van de feiten, heeft de rechtbank besloten geen straf op te leggen, omdat de verdachte rechtspersoon inmiddels failliet was en een geldboete ten koste zou gaan van de boedel, wat de slachtoffers zou benadelen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig verklaard zonder oplegging van een straf of maatregel, in lijn met de eis van de officier van justitie.