Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.DE TENLASTELEGGING
3.DE VOORVRAGEN
4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
Aan de hand van de bloedsporen op de naast het chalet van het slachtoffer aangetroffen baksteen, de op de baksteen aangetroffen haren, het microsporenonderzoek aan huiddelen van de verwondingen aan het hoofd van het slachtoffer en de verklaring van de patholoog bij de rechter-commissaris kan worden vastgesteld dat het slachtoffer met de baksteen op haar hoofd is geslagen. Op basis van de op de baksteen, op een van de klompen, de sok en de schoen van verdachte aangetroffen DNA-sporen kan worden vastgesteld dat hij de persoon is geweest die het slachtoffer met de baksteen op het hoofd heeft geslagen. Het alternatieve scenario van verdachte over hoe zijn DNA op de baksteen terecht is gekomen is, gelet op de recentheid van de sporen en de getuigenverklaringen over de herkomst van de baksteen, niet aannemelijk geworden. Ook matcht het DNA-profiel van verdachte met bij het slachtoffer aangetroffen nagelvuil, waarbij deskundige B. Kokshoorn bij de rechter-commissaris verklaard heeft dat DNA onder een vingernagel doorgaans komt door intensief contact. Het DNA is aangetroffen onder een nagel van de rechterhand van het slachtoffer, aan welke hand zich volgens het pathologierapport ook letsel bevindt dat kan duiden op afweerletsel. Dat het DNA van verdachte onder de nagel van het slachtoffer zou zijn gekomen via een aansteker is niet aannemelijk.
5.BEWEZENVERKLARING
6.KWALIFICATIE
7.STRAFBAARHEID
8.STRAFOPLEGGING
9.BESLAG
10 DE BENADEELDE PARTIJEN
- [B] , daartoe vertegenwoordigd door mr. C.E. Jeekel, advocaat te Zwolle;
- [A] , daartoe vertegenwoordigd door mr. C.E. Jeekel;
- [C] , daartoe vertegenwoordigd door mr. C.E. Jeekel;
- [D] , daartoe vertegenwoordigd door mr. C.E. Jeekel, en
- [getuige 2] en [E] (verder: [getuige 2] )
- door de benadeelde partij [B] begroot op een bedrag van € 11.668,48, bestaande uit € 5.000,- aan immateriële en € 6.668,48 aan materiële schade;
- door de benadeelde partij [A] begroot op een bedrag van € 8.061,25, bestaande uit € 5.000,- aan immateriële en € 3.061,25 aan materiële schade;
- door de benadeelde partij [C] begroot op een bedrag van € 5.000,- aan immateriële schade;
- door de benadeelde partij [D] begroot op een bedrag van € 5.000,- aan immateriële schade en
- door de benadeelde partij [getuige 2] , na een ter terechtzitting gedane aanvulling op de vordering, begroot op een bedrag van € 9.685,35 aan materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De door benadeelde partij [getuige 2] ter terechtzitting gedane aanvulling op de vordering houdt geen rechtstreeks verband met de ten laste gelegde feiten.
- benadeelde partij [A] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering voor wat betreft de immateriële schade ter hoogte van € 5.000,- en de overige gevorderde materiële schade ter hoogte van € 3.061,25 toe te wijzen;
- benadeelde partij [C] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering;
- benadeelde partij [D] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering;
- de door de benadeelde partij [getuige 2] gevorderde materiële schade ter hoogte van € 7.975,35 toe te wijzen en de ter terechtzitting aangevoerde aanvullende schade af te wijzen.
11.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 jaren;