Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.DE TENLASTELEGGING
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken sleutelbeen en/of een gekneusde borstkas en/of gekneusde ribben, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
door welke gedraging(en) gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
3.DE VOORVRAGEN
4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
Uit de enkele omstandigheid dat verdachte, toen hij zich vergewiste van mogelijk naderend verkeer, de motorrijdster aan wie hij voorrang diende te verlenen niet heeft gezien hoewel deze voor hem wel zichtbaar moet zijn geweest, kan niet volgen dat verdachte ‘aanmerkelijk onoplettend en met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen geboden zorgvuldigheid heeft gereden.’
5.BEWEZENVERKLARING
6.KWALIFICATIE
7.STRAFBAARHEID
8.STRAFOPLEGGING
9.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
geldboete ter hoogte van € 450,00;