hij op of omstreeks 05 juni 2014 te De Meern en/of Utrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een
woning, gelegen aan het perceel Romanusweg 30, weg te nemen een hoeveelheid
vaten, in elk geval enig goed/geld, geheel of ten dele toebehorende aan een
ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s) en zich daarbij
de toegang tot die woning te verschaffen en / of die / dat weg te nemen
goederen/geld onder zijn / hun bereik te brengen door middel van braak en/of
verbreking en/of inklimming en/of valse sleutel, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of
hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn mededader(s) naar de
woning voornoemd toegegaan en/of (vervolgens) (met kracht) een hard/scherp
voorwerp op/tegen/in de (voor)deur gestoken/geduwd/gepord, zijnde de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrechtart 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht