In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, staat de aansprakelijkheid van bestuurders in het faillissement van CTX-Business Drive B.V. centraal. De curator, Wilhelmina Simone Teitsma Joha, heeft de gedaagden, die als bestuurders van CTX fungeerden, aangeklaagd op basis van artikel 2:248 BW. De rechtbank heeft vastgesteld dat CTX op 29 maart 2011 in staat van faillissement is verklaard, na een betalingsachterstand bij Volvo Lease. De curator stelt dat de gedaagden hun taak als bestuurders onbehoorlijk hebben vervuld door de jaarrekening over 2008 niet tijdig te publiceren, wat een belangrijke oorzaak van het faillissement zou zijn. De rechtbank heeft de feiten en de procedure besproken, waaronder de selectieve betalingen die door de gedaagden zijn gedaan in het zicht van faillissement. De rechtbank oordeelt dat de curator niet voldoende heeft aangetoond dat [gedaagde 2] onrechtmatig heeft gehandeld, aangezien hij niet meer als bestuurder van CTX optrad ten tijde van de relevante betalingen. Echter, [gedaagde 1] heeft wel onrechtmatig gehandeld door selectieve betalingen te verrichten, wat in strijd is met de maatschappelijke zorgvuldigheid. De rechtbank heeft de vordering van de curator tot schadevergoeding toegewezen, evenals de hoofdelijkheid van de gedaagden voor het faillissementstekort, en heeft de zaak verwezen naar de schadestaatprocedure voor verdere afhandeling van de schade.