Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 19 december 2013 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 19 december 2013, staat de loonsanctie centraal die aan de werkgever is opgelegd vanwege onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werkneemster, die sinds januari 2011 wegens psychische klachten arbeidsongeschikt was. De rechtbank behandelt de zaak tussen [eiseres] B.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), waarbij de werkneemster als derde-partij betrokken is. De rechtbank oordeelt dat de loonsanctie, die is opgelegd na een primaire beslissing van het Uwv op 28 november 2012, niet deugdelijk is gemotiveerd. De rechtbank stelt vast dat de werkgever, ondanks het deskundigenoordeel van 18 januari 2012 dat de re-integratie-inspanningen tot dat moment voldoende waren, niet voldoende heeft gedaan om de werkneemster te re-integreren na deze datum. De rechtbank concludeert dat het Uwv aannemelijk moet maken dat de werkgever tekort is geschoten in zijn re-integratieverplichtingen en dat dit zonder deugdelijke grond is gebeurd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van het Uwv, maar laat de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat de loonsanctie blijft bestaan. De rechtbank oordeelt dat de werkgever niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen en dat de loonsanctie terecht is opgelegd, maar dat de motivering van het besluit niet voldeed aan de eisen van de wet. De rechtbank bepaalt dat het door eiseres betaalde griffierecht wordt vergoed en dat de proceskosten door het Uwv moeten worden vergoed.