Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
op 18 maart 2013 samen met anderen heeft geprobeerd een personenauto te stelen;
op 16 of 17 maart 2013 samen met anderen een personenauto met goederen daarin heeft gestolen dan wel heeft geheeld;
op 15 of 16 maart 2013, 15 of 16 februari 2013, 27 of 28 februari 2013 en 5 of 6 maart 2013 telkens samen met anderen een personenauto met goederen daarin heeft gestolen;
in de periode van 3 december 2012 tot en met 18 maart 2013 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van autodiefstallen.
3.De voorvragen
4.De waardering van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
[benadeelde 6], als gevolg van het hiervoor onder 5 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 703,-- (zegge zevenhonderddrie euro). De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
gemotiveerdte betwisten dat de gestelde waarde juist is, de dief kan immers in concreto aangeven wat de waarde zou kunnen zijn van het ontvreemde. Nu dit is nagelaten is het verweer ook in zoverre onvoldoende onderbouwd.
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 7 ten laste gelegde feit;
6 maanden.
honderdtachtig (180) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 dagen.
[benadeelde 6]toe tot een bedrag van € 703,-- (zegge zevenhonderddrie euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 28 februari 2013 tot aan de dag van de algehele voldoening.