ECLI:NL:RBMNE:2013:3655

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 september 2013
Publicatiedatum
5 september 2013
Zaaknummer
C-16-295506 - HA ZA 10-2303
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissement en aansprakelijkheid van aandeelhouders in dividendbesluiten

In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland werd behandeld, ging het om een vordering van de curator in het faillissement van Trinitas Maritime Carriers B.V. (TMC) tegen de aandeelhouders Accuraa Beheer B.V. en Trinitas B.V. De curator stelde dat een dividendbesluit, genomen op 14 november 2008, onbehoorlijk bestuur in de zin van artikel 2:248 BW constitueerde en dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement was. De rechtbank oordeelde dat de curator onvoldoende had onderbouwd dat TMC, zonder de dividendbetaling, langer had kunnen voortgaan met het betalen van haar schuldeisers. De rechtbank wees de vorderingen van de curator op basis van artikel 2:248 BW af, maar oordeelde dat Trinitas c.s. wel aansprakelijk was voor de benadeling van de schuldeisers op grond van onrechtmatige daad.

De rechtbank stelde vast dat de curator aanspraak maakte op een schadevergoeding ter waarde van USD 2.383.660,00, die moest worden omgezet naar Euro op basis van de wisselkoers op de datum van de dividenduitkering. De rechtbank oordeelde dat de curator recht had op de tegenwaarde in Euro van het dividendbedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de dividenduitkering. Daarnaast werden de beslagkosten en proceskosten toegewezen aan de curator, die Accuraa Beheer c.s. hoofdelijk aansprakelijk stelde voor deze kosten.

De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is op 11 september 2013 uitgesproken door de rechters J.W. Frieling, Y. Sneevliet en J.K.J. van den Boom.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/295506 / HA ZA 10-2303
Vonnis van 11 september 2013
in de zaak van
[eiser]
in hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Trinitas Maritime Carriers B.V.,
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. drs. M. van der Laarse te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ACCURAA BEHEER B.V.,
gevestigd te Zeist,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRINITAS B.V.,
gevestigd te Zeist,
3.
[gedaagde 3],
wonende te[woonplaats],
4.
[gedaagde 4],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat mr. H.H. Tan te Utrecht.
Partijen zullen hierna de curator, Accuraa Beheer, Trinitas,[gedaagde 3] en[gedaagde 4] worden genoemd. Accuraa Beheer, Trinitas,[gedaagde 3] en[gedaagde 4] zullen gezamenlijk ook Accuraa Beheer c.s. worden genoemd, en Trinitas,[gedaagde 3] en[gedaagde 4] gezamenlijk ook Trinitas c.s. Trinitas Maritime Carriers B.V. zal hierna TMC worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 22 mei 2013
  • de akte van de curator
  • de antwoordakte Accuraa Beheer c.s.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1.
In 4.30 van het hiervoor genoemde tussenvonnis van 22 mei 2013 (hierna: het tussenvonnis) heeft de rechtbank de curator in de gelegenheid gesteld om zich erover uit te laten precies welke “uitvoering van de dividendbesluiten” hij tot inzet van zijn vorderingen beoogt te maken, hoe deze uitvoering volgens hem kwalificeert, en of en zo ja hoe deze uitvoering volgens hem een belangrijke oorzaak van het faillissement vormt.
2.2.
De curator heeft hierop toegelicht hoe het dividendbesluit van 14 november 2008 is uitgevoerd, te weten door betaling aan de Stichting Derdengelden Oude Haven ten behoeve van Accuraa Beheer op diezelfde dag. Partijen zijn het hierover eens. De curator laat zich in zijn akte niet uit over de uitvoering(en) van de eerdere dividendbesluiten. Voor zover de curator deze nog steeds als inzet van zijn vorderingen wil handhaven, zal de rechtbank daaraan voorbijgaan.
2.3.
De curator stelt dat bedoelde dividendbetaling onbehoorlijk bestuur in de zin van artikel 2:248 BW constitueert en dat dit onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement. De curator voert hiertoe aan dat de uitgekeerde gelden hadden kunnen worden gebruikt om schuldeisers te betalen, of om hen een buitengerechtelijk akkoord aan te bieden.
2.4.
De rechtbank volgt de curator hierin niet. Tegenover de door Accuraa Beheer c.s. als productie 8 overgelegde liquiditeitsbegroting en de door haar daarbij gegeven toelichting, heeft de curator onvoldoende onderbouwd dat TMC, de dividendbetaling weggedacht, langer dan enkele weken na de datum waarop zij in werkelijkheid failliet is verklaard, had kunnen voortgaan met het betalen van haar schuldeisers. De curator heeft evenmin voldoende concreet onderbouwd dat, de dividendbetaling weggedacht, een buitengerechtelijke akkoord had kunnen worden aangeboden dat ook door alle schuldeisers zou zijn geaccepteerd. Dit betekent dat de op artikel 2:248 BW gebaseerde vorderingen van de curator zullen worden afgewezen.
2.5.
Trinitas c.s. is voor haar uitvoering van het door Accuraa Beheer als aandeelhouder van TMC genomen dividendbesluit niet aansprakelijk te houden jegens TMC, maar wel jegens de gezamenlijke schuldeisers van TMC, voor wie de curator in deze procedure opkomt, op grond van onrechtmatige daad, omdat benadeling van schuldeisers voorzienbaar was (4.23 van het tussenvonnis).
2.6.
In 4.24 en 4.31 van het tussenvonnis heeft de rechtbank de curator in de gelegenheid gesteld om zijn schade ten gevolge van het bedoelde dividendbesluit en de uitkering daarvan te begroten. De curator heeft hierop aanspraak gemaakt, hoofdelijk jegens Accuraa Beheer c.s., op de tegenwaarde in Euro van USD 2.383.660,00 (het dividendbedrag) per de datum of data dat zal worden betaald, vermeerderd met de wettelijke rente op voet van artikel 6:119 BW, en schadevergoeding op voet van artikel 6:125 lid 1 BW. Voor zover sprake is van een vermeerdering van eis, passeert de rechtbank het door Accuraa Beheer c.s. hiertegen gemaakte bezwaar, gelet op het bepaalde in artikel 130 Rv en omdat deze geen strijd oplevert met de goede procesorde. Omdat Accuraa Beheer c.s. in haar antwoordakte reeds is ingegaan op de begrote schade/gewijzigde eis, voor het geval dat de eiswijziging mocht worden toegestaan, hetgeen dus het geval is, behoeft Accuraa Beheer c.s. daartoe niet nader in de gelegenheid te worden gesteld.
2.7.
Toewijsbaar, zoals gevorderd, is de tegenwaarde in Euro van USD 2.383.660,00 per de datum of data dat zal worden betaald, vermeerderd met de wettelijke rente op voet van artikel 6:119 BW vanaf 14 november 2008. Ook is toewijsbaar de door de curator gevorderde schade op voet van artikel 6:125 lid 1 BW. De rechtbank begroot de schade van de curator, gelijk de curator zelf, in USD. De verbintenis van Accuraa Beheer c.s. tot vergoeding van deze schade luidt aldus in USD, zodat het tweede lid van artikel 6:125 BW niet van toepassing is. Mede gelet hierop faalt het betoog van Accuraa Beheer c.s. dat artikelen 6:123, 124 en 125 BW in het onderhavige geval helemaal niet van toepassing zijn. De rechtbank verwerpt het pleidooi van Accuraa Beheer c.s. dat strekt tot analoge toepassing van artikel 130 Fw op de vordering van de curator, nu dit geen steun vindt in het recht. De curator heeft onweersproken gesteld dat zijn schade op voet van artikel 6:125 lid 1 BW (uitsluitend) bestaat uit EUR/USD-koersverlies. Deze wordt exact gecompenseerd door toewijzing van de tegenwaarde in EUR van het bedrag van de dividenduitkering op de dag ervan, 14 november 2008. De curator voert aan, onderbouwd met bronnen, dat de toe te passen wisselkoers EUR/USD op 14 november 2008 1,26 bedroeg. Accuraa Beheer c.s. bepleit toepassing van een middenkoers op vier decimalen en stelt dat deze op 14 november 2008 1,2675 bedroeg. Zij heeft deze stelling evenwel niet met bronnen onderbouwd, zodat de rechtbank hieraan voorbij zal gaan. Toewijsbaar, in hoofdsom, is derhalve het bedrag USD 2.383.660,00/koers 1,26 = EUR 1.891.793,60.
2.8.
De curator vordert Accuraa Beheer c.s. te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 4.616,14 voor verschotten en € 3.211,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 3.211,00).
2.9.
Accuraa Beheer c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De rechtbank begroot deze aan de zijde van de curator op basis van het toegewezen bedrag op:
- dagvaarding €  73,89
- griffierecht 1.292,00
- salaris advocaat
16.055,00(5,0 punten × tarief € 3.211,00)
Totaal €  17.420,89
2.10.
De rechtbank verwerpt het door Accuraa Beheer c.s. gevoerde verweer tegen de door de curator gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad, nu zij het door haar daarbij als grondslag genoemde restitutierisico, in het licht van het door haar eveneens genoemde boedelsaldo en de door haar overgelegde openbare faillissementverslagen, onvoldoende heeft onderbouwd.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt Accuraa Beheer c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover één van hen betaalt ook de anderen zullen zijn bevrijd, om aan de curator te betalen € 1.891.793,60 (éénmiljoen achthonderdeenennegentigduizend zevenhonderddrieënnegentig euro en zestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag vanaf 14 november 2008 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt Accuraa Beheer c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover één van hen betaalt ook de anderen zullen zijn bevrijd, in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 7.827,14, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 september 2013 tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt Accuraa Beheer c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover één van hen betaalt ook de anderen zullen zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 17.420,89, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 september 2013 tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt Accuraa Beheer c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover één van hen betaalt ook de anderen zullen zijn bevrijd, onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door de curator volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 131,00 aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Frieling, mr. Y. Sneevliet en mr. J.K.J. van den Boom en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2013.