4.4Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
Aangezien verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en de raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank met toepassing van het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting op 4 juni 2013;
- het proces-verbaal van aangifte van[aangever] namens de[benadeelde]
- het proces-verbaal verstrekking gevraagde gegevens (bevindingen ABN AMRO).
Nadere bewijsoverweging
De rechtbank overweegt dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij de hoogte van de door hem verduisterde bedragen niet heeft bijgehouden en dat hij dus niet weet of het door de ABN AMRO berekende verduisteringsbedrag ad € 800.882,59 juist is. Voorts zijn volgens verdachte door de[benadeelde] mogelijk ook andere bedragen, zoals vergoedingen en uitbetaling van declaraties, aan hem voldaan.
Dit standpunt is niet nader door verdachte gespecificeerd dan wel onderbouwd. Verdachte heeft niet aangegeven om wat voor vergoedingen en om welke bedragen het zou gaan. Op grond van de stukken, waaronder de arbeidsovereenkomst die verdachte met de[benadeelde] heeft gesloten, en het verhandelde ter terechtzitting is naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk geworden, dat door de[benadeelde] naast het loon, ook andere bedragen aan verdachte zijn voldaan. Om die reden zal de rechtbank dan ook uitgaan van een verduisteringsbedrag van € 800.882,59 - zoals volgt uit het ambtsedig opgemaakt Proces-verbaal van verstrekking gegevens (bevindingen ABN AMRO).
Eerste deel
Verdachte [verdachte] heeft ter terechtzitting van 4 juni 2013 verklaard dat hij op 14 december 2010 een auto (merk Volkswagen Tiguan met kenteken[kenteken 1]) en op 15 december 2010 een boot (van het merk Border Azuur Style 200 met registratienummer [nummer]) heeft overgeschreven op naam van zijn broer[A].
Getuige[A] heeft verklaard dat de auto met kenteken [kenteken 1]en de boot met registratienummer [nummer]op verzoek van zijn broer, verdachte, op zijn naam zijn overgeschreven. Er zouden schuldeisers bij zijn broer op de stoep staan en zijn broer was bang dat de goederen in beslag zouden worden genomen.
Holland Casino
Uit onderzoek naar mutaties van ABNAMRO-bankrekeningnummer[rekeningnummer] op naam van verdachte over de periode 18 januari 2006 tot en met 31 augustus 2011 blijkt:
-in de periode van 2006 tot en met 2010 werd een bedrag van totaal € 483.300,- naar rekeningen van Holland Casino afgeschreven.
-in de periode van 2006 tot en met 2010 werd een bedrag van totaal € 446.190,- middels creditcard betalingen afgeschreven.
-in de periode van 2006 tot en met 2010 werd een bedrag van totaal € 386.190,88 aan contante opnames gedaan.
Uit gegevens van International Card Services blijkt dat van het bedrag aan creditcard betalingen een bedrag van € 402.784,80 is gebruikt voor betalingen bij Holland Casino.Uit een combinatie van de van ABN AMRO, Holland Casino en International Card Services ontvangen gegevens blijkt dat van het bedrag aan contante opnames een bedrag van
€ 241.500,00 is opgenomen op de dag dat tevens een bezoek aan het casino werd gebracht. Het is zeer goed mogelijk dat dit bedrag bij het Holland Casino is uitgegeven.
Door verdachte zou in totaal een bedrag van € 1.127.684,80 zijn uitgegeven bij diverse vestigingen van Holland Casino.
Overige uitgaven
Voorts blijkt uit het onderzoek dat vanaf het rekeningnummer [rekeningnummer] onder meer de volgende betalingen werden gedaan:
Op 20/8/2008 van € 37.398,00 aan autodealer [bedrijf 1] te Leidschendam (vermoedelijke aanschaf van een Volkswagen Tiguan).
Op 16/10/2010 van € 13.799,00 aan autodealer[bedrijf 2] te Den Haag (vermoedelijke aanschaf van een Toyota Yaris).
Op 3/6/2009 van € 10.000,00 aan[bedrijf 3] (vermoedelijke aanschaf van een boot).
Op 7/2/2007 van € 17.988,00 aan[bedrijf 4] (vermoedelijke aanschaf van een caravan).
Op 10/5/2007 van € 1.990,00 aan [bedrijf 5] (juwelier).
Op 12/7/2007 van € 18.200,00 aan[bedrijf 6] (woningrichting).
Uit gegevens van de RDW is gebleken dat vanaf 26 augustus 2008 een Volkswagen Tiguan, met kenteken[kenteken 1] wordt geregistreerd op naam van verdachte.
Uit gegevens van de RDW is gebleken dat vanaf 22 oktober 2010 een Toyota Yaris, met kenteken[kenteken 2] wordt geregistreerd op naam van verdachte.
Uit gegevens van de RDW is gebleken dat op 14 mei 2010 een aanhanger (Pega type ZB2300/600 een aanhanger voor boten (Pega type ZB2300/650, kenteken [kenteken 3]) wordt geregistreerd op naam van verdachte.
Uit de factuur van[bedrijf 3] (2010) blijkt de aankoop van een aanhanger Pega door verdachte.
Uit de factuur van [bedrijf 3]2009) blijkt de aankoop van onder meer een boot (Style 200 Bowrider Azure) door verdachte, met daarop een notitie dat op 4 juni een bedrag van € 10.000,00 per bank en op 18 juni een bedrag van € 28.108,00 contant is ontvangen.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de hoogte van het vergokte bedrag niet exact kan bevestigen, maar dat het wel in de lijn van het ten laste gelegde bedrag
(ad € 1.127.684,80) is. De rechtbank zal dan ook van dit bedrag uitgaan.
Vermenging
De verdediging heeft betoogd dat de Volkswagen Tiguan en de aanschaffen voor de woning en andere grote aankopen met legaal vermogen zijn betaald, zodat wat betreft die goederen geen sprake is van witwassen. Daartoe is gesteld dat de auto is aangeschaft aan het begin van de ten laste gelegde periode, dat deze grotendeels met de inruilwaarde van de vorige auto is gefinancierd en dat door verkoop van een woning ongeveer 70 duizend euro spaargeld beschikbaar was, zodat daarmee de grote aanschaffen konden worden betaald.
Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 23 november 2010 (LJN: BN0578), is de rechtbank is van oordeel dat het gehele vermogen van verdachte en zijn echtgenote door de toevoeging van de uit misdrijf afkomstige vermogensbestanddelen is ‘besmet’. Daarbij is in aanmerking genomen de verhouding tussen de omvang van de vermogensbestanddelen die middels verduistering zijn verkregen en de omvang van de legale inkomsten van verdachte en zijn echtgenote [medeverdachte], het structurele karakter waarmee de vermenging plaats heeft gehad, de lange periode gedurende welke illegale
vermogensbestanddelen zijn verkregen alsmede de wijze waarop deze met elkaar vermengd zijn geraakt.
Wat betreft de legale en illegale inkomsten, blijkt uit financieel onderzoek (proces-verbaal van verstrekking van gegevens (bevindingen ABN AMRO) dat Van Aalst en zijn echtgenote over de periode 2006 – 2010 totaal € 226.122,65 aan salaris hebben ontvangen. Daartegenover staat een bedrag van € 800.882,59 dat in deze periode door verdachte is verduisterd. Deze legale en illegale bedragen kwamen op de bankrekening van verdachte samen. De gelden op de bankrekening werden grotendeels gebruikt voor casinobezoeken. Voorts werden - geruime tijd nadat de verduistering was begonnen - van deze rekening (grote) aankopen gedaan. De door de verdediging expliciet genoemde Volkswagen Tiguan is in augustus 2008 aangeschaft, terwijl de ten laste gelegde periode aanvangt op 20 september 2006.
Gewoontewitwassen
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van criminele gelden. Gezien de veelheid van verschillende witwashandelingen en de lange periode waarin deze hebben plaatsgevonden, acht de rechtbank tevens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte van het witwassen van criminele gelden een gewoonte heeft gemaakt.