ECLI:NL:RBMNE:2013:3018

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 juni 2013
Publicatiedatum
26 juli 2013
Zaaknummer
16-712051-11
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en gewoontewitwassen door medewerker financiële administratie

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 18 juni 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verduistering in dienstbetrekking en gewoontewitwassen. De verdachte, werkzaam als medewerker financiële administratie bij de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF), heeft in de periode van 20 september 2006 tot en met 8 december 2010 meer dan € 800.000,- verduisterd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk zich wederrechtelijk toe-eigenen van geldbedragen die toebehoorden aan zijn werkgever. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen door de herkomst van de verduisterde gelden te verbergen en deze te gebruiken voor persoonlijke aankopen, waaronder een auto en een boot. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de schade die de verdachte zijn werkgever heeft berokkend, en het feit dat hij een aanzienlijk deel van het verduisterde bedrag heeft vergokt. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, de NVLF, ter hoogte van € 95.284,59, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/712051-11 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 18 juni 2013.
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op[geboortedatum] te ’[geboorteplaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres 1], [woonplaats] (postadres)

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 4 juni 2013. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. B.J.W. Tijkotte, advocaat te Koog aan de Zaan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 20 september 2006 tot en met 8 december 2010, in zijn functie als boekhoudkundig medewerker, althans als financieel controleur bij Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) gelden heeft verduisterd.
feit 2
in de periode van 20 september 2006 tot en met 8 december 2010, zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde kan komen, met dien verstande dat verdachte de hoogte van het verduisteringsbedrag heeft betwist, zodat - mede gezien het ondoorzichtige dossier - uit moet worden gegaan van het door de accountant berekende bedrag van € 655.000,00.
De verdediging is voorts van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 2 (eerste deel) ten laste gelegde kan komen.
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een (volledige) bewezenverklaring van het onder 2 (tweede deel) ten laste gelegde kan komen. De verdediging verzoekt vrijspraak van het witwassen ten aanzien van de Volkswagen Tiguan, de woninginventaris, en de uitgaven bij het Holland Casino, voor zover dit het bedrag aan contante opnames betreft. De verdediging voert daartoe in het bijzonder aan dat hiervan niet is komen vast te staan dat deze (voor het overgrote deel) zijn gefinancierd met uit misdrijf verkregen vermogen.
4.4
Het oordeel van de rechtbank [1]
Ten aanzien van feit 1
Aangezien verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en de raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank met toepassing van het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting op 4 juni 2013;
  • het proces-verbaal van aangifte van[aangever] namens de[benadeelde]
- het proces-verbaal verstrekking gevraagde gegevens (bevindingen ABN AMRO). [3]
Nadere bewijsoverweging
De rechtbank overweegt dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij de hoogte van de door hem verduisterde bedragen niet heeft bijgehouden en dat hij dus niet weet of het door de ABN AMRO berekende verduisteringsbedrag ad € 800.882,59 juist is. Voorts zijn volgens verdachte door de[benadeelde] mogelijk ook andere bedragen, zoals vergoedingen en uitbetaling van declaraties, aan hem voldaan.
Dit standpunt is niet nader door verdachte gespecificeerd dan wel onderbouwd. Verdachte heeft niet aangegeven om wat voor vergoedingen en om welke bedragen het zou gaan. Op grond van de stukken, waaronder de arbeidsovereenkomst die verdachte met de[benadeelde] heeft gesloten, en het verhandelde ter terechtzitting is naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk geworden, dat door de[benadeelde] naast het loon, ook andere bedragen aan verdachte zijn voldaan. Om die reden zal de rechtbank dan ook uitgaan van een verduisteringsbedrag van € 800.882,59 - zoals volgt uit het ambtsedig opgemaakt Proces-verbaal van verstrekking gegevens (bevindingen ABN AMRO).
Ten aanzien van feit 2
Bewijs
Eerste deel
Verdachte [verdachte] heeft ter terechtzitting van 4 juni 2013 verklaard dat hij op 14 december 2010 een auto (merk Volkswagen Tiguan met kenteken[kenteken 1]) en op 15 december 2010 een boot (van het merk Border Azuur Style 200 met registratienummer [nummer]) heeft overgeschreven op naam van zijn broer[A].
Getuige[A] heeft verklaard dat de auto met kenteken [kenteken 1] [4] en de boot met registratienummer [nummer] [5] op verzoek van zijn broer, verdachte, op zijn naam zijn overgeschreven. Er zouden schuldeisers bij zijn broer op de stoep staan en zijn broer was bang dat de goederen in beslag zouden worden genomen.
Tweede deel
Holland Casino
Uit onderzoek naar mutaties van ABNAMRO-bankrekeningnummer[rekeningnummer] op naam van verdachte over de periode 18 januari 2006 tot en met 31 augustus 2011 blijkt:
-in de periode van 2006 tot en met 2010 werd een bedrag van totaal € 483.300,- naar rekeningen van Holland Casino afgeschreven. [6]
-in de periode van 2006 tot en met 2010 werd een bedrag van totaal € 446.190,- middels creditcard betalingen afgeschreven. [7]
-in de periode van 2006 tot en met 2010 werd een bedrag van totaal € 386.190,88 aan contante opnames gedaan. [8]
Uit gegevens van International Card Services blijkt dat van het bedrag aan creditcard betalingen een bedrag van € 402.784,80 is gebruikt voor betalingen bij Holland Casino. [9] Uit een combinatie van de van ABN AMRO, Holland Casino en International Card Services ontvangen gegevens blijkt dat van het bedrag aan contante opnames een bedrag van
€ 241.500,00 is opgenomen op de dag dat tevens een bezoek aan het casino werd gebracht. Het is zeer goed mogelijk dat dit bedrag bij het Holland Casino is uitgegeven. [10]
Door verdachte zou in totaal een bedrag van € 1.127.684,80 zijn uitgegeven bij diverse vestigingen van Holland Casino. [11]
Overige uitgaven
Voorts blijkt uit het onderzoek dat vanaf het rekeningnummer [rekeningnummer] onder meer de volgende betalingen werden gedaan [12] :
Op 20/8/2008 van € 37.398,00 aan autodealer [bedrijf 1] te Leidschendam (vermoedelijke aanschaf van een Volkswagen Tiguan).
Op 16/10/2010 van € 13.799,00 aan autodealer[bedrijf 2] te Den Haag (vermoedelijke aanschaf van een Toyota Yaris).
Op 3/6/2009 van € 10.000,00 aan[bedrijf 3] (vermoedelijke aanschaf van een boot).
Op 7/2/2007 van € 17.988,00 aan[bedrijf 4] (vermoedelijke aanschaf van een caravan).
Op 10/5/2007 van € 1.990,00 aan [bedrijf 5] (juwelier).
Op 12/7/2007 van € 18.200,00 aan[bedrijf 6] (woningrichting).
Uit gegevens van de RDW is gebleken dat vanaf 26 augustus 2008 een Volkswagen Tiguan, met kenteken[kenteken 1] wordt geregistreerd op naam van verdachte. [13]
Uit gegevens van de RDW is gebleken dat vanaf 22 oktober 2010 een Toyota Yaris, met kenteken[kenteken 2] wordt geregistreerd op naam van verdachte. [14]
Uit gegevens van de RDW is gebleken dat op 14 mei 2010 een aanhanger (Pega type ZB2300/600 een aanhanger voor boten (Pega type ZB2300/650, kenteken [kenteken 3]) wordt geregistreerd op naam van verdachte. [15]
Uit de factuur van[bedrijf 3] (2010) blijkt de aankoop van een aanhanger Pega door verdachte. [16]
Uit de factuur van [bedrijf 3]2009) blijkt de aankoop van onder meer een boot (Style 200 Bowrider Azure) door verdachte, met daarop een notitie dat op 4 juni een bedrag van € 10.000,00 per bank en op 18 juni een bedrag van € 28.108,00 contant is ontvangen. [17]
Nadere bewijsoverweging
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de hoogte van het vergokte bedrag niet exact kan bevestigen, maar dat het wel in de lijn van het ten laste gelegde bedrag
(ad € 1.127.684,80) is. De rechtbank zal dan ook van dit bedrag uitgaan.
Vermenging
De verdediging heeft betoogd dat de Volkswagen Tiguan en de aanschaffen voor de woning en andere grote aankopen met legaal vermogen zijn betaald, zodat wat betreft die goederen geen sprake is van witwassen. Daartoe is gesteld dat de auto is aangeschaft aan het begin van de ten laste gelegde periode, dat deze grotendeels met de inruilwaarde van de vorige auto is gefinancierd en dat door verkoop van een woning ongeveer 70 duizend euro spaargeld beschikbaar was, zodat daarmee de grote aanschaffen konden worden betaald.
Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 23 november 2010 (LJN: BN0578), is de rechtbank is van oordeel dat het gehele vermogen van verdachte en zijn echtgenote door de toevoeging van de uit misdrijf afkomstige vermogensbestanddelen is ‘besmet’. Daarbij is in aanmerking genomen de verhouding tussen de omvang van de vermogensbestanddelen die middels verduistering zijn verkregen en de omvang van de legale inkomsten van verdachte en zijn echtgenote [medeverdachte], het structurele karakter waarmee de vermenging plaats heeft gehad, de lange periode gedurende welke illegale
vermogensbestanddelen zijn verkregen alsmede de wijze waarop deze met elkaar vermengd zijn geraakt.
Wat betreft de legale en illegale inkomsten, blijkt uit financieel onderzoek (proces-verbaal van verstrekking van gegevens (bevindingen ABN AMRO) dat Van Aalst en zijn echtgenote over de periode 2006 – 2010 totaal € 226.122,65 aan salaris hebben ontvangen. Daartegenover staat een bedrag van € 800.882,59 dat in deze periode door verdachte is verduisterd. Deze legale en illegale bedragen kwamen op de bankrekening van verdachte samen. De gelden op de bankrekening werden grotendeels gebruikt voor casinobezoeken. Voorts werden - geruime tijd nadat de verduistering was begonnen - van deze rekening (grote) aankopen gedaan. De door de verdediging expliciet genoemde Volkswagen Tiguan is in augustus 2008 aangeschaft, terwijl de ten laste gelegde periode aanvangt op 20 september 2006.
Gewoontewitwassen
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van criminele gelden. Gezien de veelheid van verschillende witwashandelingen en de lange periode waarin deze hebben plaatsgevonden, acht de rechtbank tevens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte van het witwassen van criminele gelden een gewoonte heeft gemaakt.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op tijstippen in de periode van 20 september 2006 tot en met 8 december 2010, te Woerden en te Den Haag, meermalen telkens opzettelijk (girale) geldbedragen, in totaal ten bedrage van ongeveer 800.882,59 euro, die toebehoorden aan de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF), en welke geldbedragen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als boekhouder en/of financieel controleur bij[benadeelde], in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, telkens wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
in de periode van 13 tot en met 15 december 2010 te Woerden en/of te Den Haag, de herkomst verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp was en/of het voorwerp voorhanden had,
immers heeft hij onder meer:
  • op 14 december 2010 een auto (Volkswagen Tiguan met kenteken [kenteken 1]) overgeschreven op naam van[A], en
  • op 15 december 2010 een boot (van het merk Border Azuur Style 200 met registratienummer [nummer]) overgeschreven op naam van [A],
terwijl hij wist dat deze voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - geheel of gedeeltelijk afkomstig zijn uit enig misdrijf;
en
in de periode van 20 september 2006 tot en met 26 april 2011 in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, telkens voorwerpen overgedragen en/of verworven en/of omgezet en/of van voorwerpen gebruik gemaakt, immers heeft hij telkens onder meer:
  • meerdere geldbedragen (in totaal ten bedrage van ongeveer 1.127.684,80 euro) uitgegeven bij diverse vestigingen van Holland Casino, en
  • in de periode van 2 januari 2007 tot en met 26 oktober 2010 één of meerdere goederen gekocht bij een juwelier en ten behoeve van woninginrichting, en
  • gekocht en voorhanden gehad:
  • auto’s (een Toyota Yaris, kenteken [kenteken 2] en een Volkswagen Tiguan, kenteken [kenteken 1]) en
  • een aanhanger (Pega type ZB2300/600, kenteken [kenteken 3]), en
  • een boot (Border Azuur Style 200), en
  • een caravan,
terwijl hij wist dat deze geldbedragen en voorwerpen- onmiddellijk of middellijk - geheel of gedeeltelijk afkomstig zijn uit enig misdrijf;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
verduistering, gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft;
(eerste deel) witwassen en (tweede deel) gewoontewitwassen

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1 en 2 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met verplicht reclasseringscontact en als bijzondere voorwaarden: meldingsgebod, behandeling bij De Waag en financiële hulpverlening.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft een strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft in zijn functie van medewerker financiële administratie meer dan
€ 800.000,- van zijn toenmalige werkgever,[benadeelde], verduisterd. Verdachte heeft zijn werkgever en diens leden grote financiële schade toegebracht.
Verdachte heeft een aanzienlijk deel van het door hem verduisterde geldbedrag vergokt. Van het resterende bedrag heeft hij (grote) aankopen gedaan, zoals auto’s, een boot, een caravan en een aanhangwagen.
Verdachte heeft in het geheel geen rekening gehouden met de gevolgen van zijn gedrag en heeft zich alleen laten leiden door zijn streven naar zijn eigen financiële gewin.
De rechtbank rekent het verdachte bovendien zwaar aan dat hij misbruik heeft gemaakt van de mogelijkheden die hij in zijn functie binnen de vereniging had en dat hij het daarbij behorende vertrouwen dat zijn werkgever in hem had, ernstig heeft geschaad.
Verdachte heeft zich voorts gedurende een periode van bijna vijf jaar schuldig gemaakt aan het witwassen van de door hem ontvangen geldbedragen. Verdachte heeft de van misdrijf afkomstige gelden grotendeels vergokt en daarvan meerdere (grote) aankopen gedaan. Hij heeft door zijn handelen er aan bijgedragen dat de opbrengsten van zijn misdrijven aan het zicht werden onttrokken en daaraan een schijnbaar legale herkomst werd verschaft. Het witwassen van criminele gelden heeft een ontwrichtende werking op het financieel-economisch verkeer. Deze werking wordt versterkt indien dit geld via witwassen als vermeend legaal geld aangewend kan worden in investeringen in de reguliere economie. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op:
  • een uittreksel uit de justitiële documentatie van 25 april 2013, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld;
  • een reclasseringsadvies d.d. 23 mei 2013, opgemaakt door Reclassering Nederland, waarin - kort gezegd - een meldplicht, een behandelverplichting voor zijn deviante gedrag in samenhang met zijn emotioneel welzijn, financiën en denkpatronen en deelname aan financiële hulptrajecten wordt geadviseerd.
Voorts houdt de rechtbank rekening met het feit dat het een relatief oude zaak betreft, waardoor verdachte voor langere tijd in onzekerheid is gebleven.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden en hetgeen in vergelijkbare zaken pleegt te worden opgelegd, aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd.
De rechtbank acht een gevangenisstraf van 18 maanden in beginsel passend en geboden. De rechtbank ziet evenwel in het tijdsverloop aanleiding een deel van deze straf, te weten 10 maanden, geheel voorwaardelijk op te leggen. Met dit voorwaardelijk deel wordt beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Voorts maakt dit begeleiding en behandeling zoals voorgesteld door de reclassering mogelijk.

9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De behandeling van de vordering van
[benadeelde],levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
De raadsman van de benadeelde partij heeft ter terechtzitting zijn vordering toegelicht, in die zin dat het verschil tussen het oorspronkelijke schadebedrag ad € 800.882,59 en het door de kantonrechter toegekende bedragen ad € 655.598,00 wordt gevorderd. Het opgevoerde bedrag ad € 22.894,42 aan proceskosten wordt niet gevorderd, nu daarvoor reeds een titel bestaat. Voorts heeft de raadsman de vordering gematigd met een bedrag van € 50.000,00, nu dit bedrag inmiddels door executie van beslag is voldaan.
De verdediging heeft verzocht om de schadevergoedingsmaatregel af te wijzen.
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert de schade op
€ 95.284,59 (aan materiële schade), vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum van de aangifte. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
De rechtbank acht het gelet op de hoogte van het toegewezen bedrag niet opportuun de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Oplegging daarvan zou er ongetwijfeld toe leiden dat verdachte de vervangende hechtenis moet ondergaan, en dan is hij niet meer in staat om door middel van werkzaamheden inkomen te verwerven en aan zijn betalingsverplichting te voldoen. Daar komt bij, dat de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie een professionele vereniging is, die heel wel in staat moet worden geacht haar vorderingen te innen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 322, 420 bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
verduistering, gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft;
(eerste deel) witwassen en (tweede deel) gewoontewitwassen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
18 maanden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 10 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Veroordeelde moet zich binnen 5 dagen na afloop van zijn detentie melden bij Reclassering Nederland, zo frequent en zolang de reclassering zich noodzakelijk acht. Veroordeelde moet zich tijdens de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland.
Veroordeelde wordt verplicht om zich te laten behandelen bij de Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling aan de reclassering. Veroordeelde moet zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling / behandelaar worden gegeven.
Veroordeelde wordt verplicht om, indien de toezichthouder dit nodig vindt, mee te werken aan financiële hulpverleningstrajecten, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Geeft aan genoemde instelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Benadeelde partij
Wijst de vordering van de[benadeelde]toe tot
€ 95.284,59(zegge vijfennegentigduizend tweehonderd vierentachtig euro en negenenvijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 15 december 2010 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Oostendorp, voorzitter, mr. S. Wijna en mr. E.M. de Stigter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Westerhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 juni 2013.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 september 2006 tot en met 8 december 2010, te Woerden en/of te Den Haag, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk één of meer (girale) geldbedrag(en), in totaal ten bedrage van ongeveer 800.882,59 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de [benadeelde]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) geldbedrag(en) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als boekhouder en/of administrateur en/of financieel controleur bij [benadeelde], in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, (telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 322 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 september 2006 tot en met 26 april 2011 te Woerden en/of te Den Haag, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) de herkomst verborgen en/of verhuld en/of (telkens) verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp is/was en/of het voorwerp voorhanden had, immers heeft hij en/of zijn mededader(s) (onder meeer):
  • op of omstreeks 14 december 2010 een auto (Volkswagen Tiguan met kenteken [kenteken 1]) overgeschreven op naam van R. van Aalst, in elk geval een ander dan verdachte zelf, en/of
  • op of omstreeks 15 december 2010 een boot (van het merk Border Azuur Style 200 met registratienummer [nummer]) overgeschreven op naam van [A], in elk geval een ander dan verdachte zelf,
terwijl hij wist dat dit/deze voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - geheel of gedeeltelijk afkomstig is/zijn uit enig misdrijf;
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 afh/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 september 2006 tot en met 26 april 2011 te Woerden en/of te Den Haag, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) (een) voorwerp(en) overgedragen en/of verworven en/of omgezet en/of van (een) voorwerp(en) gebruik gemaakt, immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) (onder meer):
  • één of meerdere geldbedrag(en) (in totaal ten bedrage van ongeveer 1.127.684,80 euro) uitgegeven bij diverse vestigingen van Holland Casino, en/of
  • op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 januari 2007 tot en met 26 oktober 2010 één of meerdere (grote) goederen gekocht en/of diensten afgenomen bij (een) juwelier(s) en/of ten behoeve van woninginrichting, en/of
  • gekocht en/of gebruikt/voorhanden gehad:
  • een of meer auto('s) (waaronder een Toyota Yaris, kenteken[kenteken 2] en/of een Volkswagen Tiguan, kenteken [kenteken 1] en/of
  • een aanhanger (Pega type ZB2300/600, kenteken[kenteken 3]), en/of
  • een boot (Border Azuur Style 200), en/of
  • een caravan,
terwijl hij wist dat dit/deze geldbedrag(en) en/of voorwerp(en)- onmiddellijk of middellijk - geheel of gedeeltelijk afkomstig is/zijn uit enig misdrijf;
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
[medeverdachte]
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 september 2006 tot en met 26 april 2011 te Woerden en/of te Den Haag, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) (een) voorwerp(en) overgedragen en/of verworven en/of omgezet en/of van (een) voorwerp(en) gebruik gemaakt, immers heeft zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) (onder meer) :
  • één of meerdere geldbedrag(en) (in totaal ten bedrage van ongeveer 1.127.684,80 euro) uitgegeven bij diverse vestigingen van Holland Casino, en/of
  • op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 januari 2007 tot en met 26 oktober 2010 één of meerdere (grote) goederen gekocht en/of diensten afgenomen bij (een) juwelier(s) en/of ten behoeve van woninginrichting, en/of
  • gekocht en/of gebruikt/voorhanden gehad:
  • een of meer auto('s) (waaronder een Toyota Yaris, kenteken[kenteken 2]en/of
een Volkswagen Tiguan, kenteken [kenteken 1]) en/of
  • een aanhanger (Pega type ZB2300/600, kenteken [kenteken 3], en/of
  • een boot (Border Azuur Style 200), en/of
  • een caravan,
terwijl zij en/of die ander of anderen, wist(en), in elk geval redelijkerwijs
moest(en) vermoeden, dat genoemd(e) voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ond/ahf b Wetboek van Strafrecht
art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Indien hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt hierbij telkens verwezen naar de bijlagen bij het proces-verbaal van Politie Utrecht met nummer 201094472, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 695.
2.Proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde pagina’s 61 ev
3.Proces-verbaal verstrekking gevraagde gegevens (PV bevindingen ABN AMRO), doorgenummerde pagina’s 162 ev
4.Proces-verbaal van verhoor van[A] (als verdachte), doorgenummerde pagina 29
5.Proces-verbaal van verhoor van [A] (als verdachte), doorgenummerde pagina 30
6.Proces-verbaal verstrekking gevraagde gegevens (bevindingen ABN AMRO), doorgenummerde pagina 163
7.Proces-verbaal verstrekking gevraagde gegevens (bevindingen ABN AMRO), doorgenummerde pagina 164
8.Proces-verbaal verstrekking gevraagde gegevens (bevindingen ABN AMRO), doorgenummerde pagina 164
9.Proces-verbaal verstrekking gevraagde gegevens (bevindingen International Card Services), doorgenummerde pagina 524
10.Proces-verbaal van bevindingen (relaas van het onderzoek), doorgenummerde pagina 8
11.Proces-verbaal van bevindingen (relaas van het onderzoek), doorgenummerde pagina 10
12.Proces-verbaal verstrekking gevraagde gegevens (bevindingen ABN AMRO), doorgenummerde pagina 164
13.Proces-verbaal van bevindingen (relaas van het onderzoek), doorgenummerde pagina 11
14.Proces-verbaal van bevindingen (relaas van het onderzoek), doorgenummerde pagina 11
15.Proces-verbaal van bevindingen (relaas van het onderzoek), doorgenummerde pagina 11
16.Een geschrift, zijnde een factuur van[bedrijf 3] d.d. 18/6/2009, doorgenummerde pagina 667
17.Een geschrift, zijnde een factuur van [bedrijf 3] d.d. 18/6/2009, doorgenummerde pagina 665