Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingslocatie Utrecht
1.De procedure
- de vordering, die binnen de in artikel 511b van het wetboek van strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
- het strafdossier onder parketnummer 16/650553-12, waaruit blijkt dat veroordeelde op
- het proces-verbaal van berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting;
- de overige stukken.
2.De beoordeling
- aannemelijk is geworden dat veroordeelde eenmaal 421 hennepplanten heeft geoogst;
- de rechtbank stelt vast dat de gemiddelde oogst per plant, naar uit ervaringsregels en politieonderzoek is gebleken, bij een kwekerij als bij veroordeelde is aangetroffen 28,2 gram hennep per plant oplevert;
- de rechtbank stelt de inkoopprijs van de hennepstekken, naar uit ervaringsregels en politieonderzoek is gebleken, vast op € 2,85 per stuk;
- de rechtbank zal de variabele kosten op gemiddeld € 3,33 per plant stellen;
- de rechtbank zal de herstelkosten van de elektrische installatie vaststellen op € 694,79;
- de huur van de ruimte die in verband met de kwekerij door veroordeelde is gehuurd bedraagt € 3.000,- per kwartaal.
3.De beslissing
Zij legt aan de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter grootte van € 26.343,59, ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.