ECLI:NL:RBMID:2006:AY5618

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
2 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12-715234-06
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Toetsing van de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling en de vordering tot inbewaringstelling

In deze zaak is de verdachte op 2 augustus 2006 aangehouden wegens inbraak. De aanhouding vond plaats om 08.15 uur, waarna de verdachte om 09.20 uur arriveert op de plaats van verhoor. De eerste voorgeleiding aan de hulpofficier van justitie vindt plaats om 10.55 uur. De rechter-commissaris moet beoordelen op welk tijdstip de ophoudingstermijn van zes uren is aangevangen, aangezien de verdachte uiteindelijk om 16.00 uur in verzekering is gesteld. De rechter-commissaris hanteert het tijdstip van 10.55 uur als startpunt voor de ophoudingstermijn, in lijn met de richtlijnen van de Hoge Raad in een eerder arrest van 31 augustus 2004 (LJN AP 1213).

De raadsman van de verdachte, mr. N.A. Koole, betwist de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling. Hij stelt dat de verdachte langer dan zes uur is opgehouden voor verhoor en dat de inverzekeringstelling pas om 16.00 uur heeft plaatsgevonden. De raadsman verwijst naar de uitleg van de officier van justitie over het arrest van de Hoge Raad, waarin wordt gesteld dat de zes uur termijn begint te lopen op het moment dat de hulpofficier van justitie de ophouding voor verhoor beveelt. Echter, de raadsman wijst erop dat de Hoge Raad in een eerdere uitspraak van 24 mei 1988 (NJ 1988, 918) heeft aangegeven dat de termijn ook kan beginnen bij de aankomst van de verdachte op de plaats van verhoor.

De rechter-commissaris concludeert dat de inverzekeringstelling niet onrechtmatig is, gezien het tijdstip van 10.55 uur als startpunt voor de ophoudingstermijn. De vordering tot inbewaringstelling wordt verleend, waarbij de rechter-commissaris rekening houdt met het onderzoeksbelang. De zaak illustreert de complexe afwegingen die gemaakt moeten worden bij de toetsing van de rechtmatigheid van inverzekeringstellingen en de toepassing van relevante jurisprudentie.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
VERHOOR VAN VERDACHTE (inverzekeringstelling en inbewaringstelling)
ARC-nummer 06/910
Parketnr. 12/715234-06
datum 02 augustus 2006
tijdstip 12.00 uur
rechter-commissaris mr. B.J. Duinhof
griffier J.A. Luijk
officier van justitie ---
raadsman van verdachte mr. N.A. Koole
verdachte:
X
geboren te X op X
wonende te X
thans verblijvende in de X
Verhoor op de toetsing van de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling en op de vordering tot het verlenen van een bevel tot bewaring.
(…)
Mr. Koole is van mening dat de inverzekeringstelling onrechtmatig is. Hij stelt daartoe dat verdachte langer dan 6 uur is opgehouden voor verhoor en eerst om 16.00 uur in verzekering is gesteld. Hij verzet zich tegen de uitleg die de officier van justitie geeft aan het arrest van de Hoge Raad van 31 augustus 2004 (LJN AP 1213). Weliswaar heeft de Hoge Raad in rechtsoverweging 4.5 overwogen dat de zes uur termijn begint te lopen op het moment waarop de (hulp)officier van justitie beveelt dat verdachte wordt opgehouden voor onderzoek. Daarnaast heeft de Hoge Raad in diezelfde rechtsoverweging echter uitdrukkelijk verwezen naar haar arrest van 24 mei 1988, (NJ 1988, 918) zodat de Hoge Raad kennelijk nog steeds van oordeel is, dat de daarin opgenomen opvatting dat de termijn aanvangt bij aankomst van de verdachte op de plaats van verhoor, nog steeds geldt. Hij refereert zich, gelet op het aanwezig te achten onderzoeksbelang, met betrekking tot de vordering tot inbewaringstelling.
Hierop deelt de Rechter-Commissaris de verdachte mede, dat hem de inverzekeringstelling niet onrechtmatig voorkomt nu de hulpofficier van justitie ten aanzien van verdachte om 10.55 uur de ophouding voor verhoor heeft bevolen. Voorts deelt hij de verdachte mede dat een bevel tot inbewaringstelling tegen hem wordt verleend.
Waarvan proces-verbaal.