ECLI:NL:RBMAA:2012:BW7549
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verbod op opeising en verkoop van verhypothekeerde woning in faillissement
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 23 mei 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Direkbank NV en de curator Johanna Hendrika Smeets in het faillissement van Gebroeders [[XX]] v.o.f. De curator was van plan de verhypothekeerde woning van de gefailleerde op te eisen en te verkopen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit niet in het belang van de boedel is. De rechtbank overweegt dat gezien de slechte omstandigheden op de woningmarkt en de huidige waarde van de woning, de verkoop door de curator geen boedelactief zal opleveren voor de gezamenlijke crediteuren. De gefailleerde, die geen betalingsachterstand heeft bij de bank, zou door een gedwongen verkoop in een nadelige positie komen te verkeren, met extra schulden en een mogelijke restschuld aan de bank. De rechtbank heeft de beschikkingen van de rechter-commissaris vernietigd en de curator verboden om de woning op te eisen en te verkopen. Dit besluit is genomen in het kader van de Faillissementswet, waarbij de curator zijn bevoegdheden moet uitoefenen in het belang van de gezamenlijke schuldeisers. De rechtbank concludeert dat er geen in redelijkheid te respecteren belang bestaat voor de curator om de woning te verkopen, en dat de huidige activa van de boedel voldoende zijn om de faillissementskosten te dekken zonder verkoop van de woning.