Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiser sub 2],
Rechtbank Limburg
In deze zaak vorderden de eisers, nieuwe eigenaren van een huurwoning, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de gedaagde, die sinds 2007 huurde. De eisers stelden dat de gedaagde in gebreke was gebleven met het betalen van de huur, wat resulteerde in een huurachterstand van € 210,80. De gedaagde erkende dat hij de huurverhogingen niet volledig had voldaan, maar gaf aan dat hij de huur altijd via zijn uitkeringsinstantie, ISD Kompas, betaalde, wat leidde tot een structurele betaling tussen de twaalfde en vijftiende van de maand. De kantonrechter oordeelde dat de geringe huurachterstand van € 240,23, die was vastgesteld tot 1 september 2025, niet voldoende was om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De rechter weegt mee dat de gedaagde al jarenlang op deze manier betaalde en dat de verhuurder dit nooit eerder had betwist. De kantonrechter wees de vorderingen van de eisers af, omdat er geen sprake was van een tekortkoming die de ontbinding rechtvaardigde. De huurovereenkomst werd als rechtsgeldig verlengd, en de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de maandelijkse huur, maar de vorderingen inzake buitengerechtelijke kosten en contractuele rente werden afgewezen.