Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 29 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert [eiseres], werkzaam bij Care Dienstengroep B.V., betaling van loon en andere emolumenten op basis van een arbeidsovereenkomst voor 35 uur per week. [Eiseres] heeft zich op 30 mei 2023 ziek gemeld, waarna Care haar heeft gesommeerd om haar werkzaamheden te hervatten. Na een conflict over haar arbeidsomvang en een vermeende ontslagbrief, heeft [eiseres] haar vordering ingesteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] niet tijdig heeft geklaagd over de onvolledige loonbetaling, waardoor haar vorderingen zijn afgewezen. De rechter oordeelt dat Care zich kan beroepen op de klachtplicht uit artikel 6:89 BW, omdat [eiseres] pas op 20 december 2023 heeft geklaagd over de niet-conforme betaling. De nevenvorderingen, waaronder de eindejaarsuitkering en gecorrigeerde loonstroken, zijn eveneens afgewezen. [Eiseres] wordt in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 1.221,00. Het vonnis is uitgesproken op 18 december 2024.