In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Limburg het beroep van eiseres tegen de afwijzing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas om haar nationaliteit te rectificeren van 'onbekend' naar 'staatloos'. Eiseres, geboren in de voormalige Sovjet-Unie, heeft in 2001 haar intrek in Nederland genomen en heeft sindsdien verblijfsrecht. Bij binnenkomst in Nederland was haar nationaliteit geregistreerd als 'onbekend' omdat zij geen brondocumenten kon overleggen. Eiseres heeft het college verzocht haar nationaliteit te rectificeren, maar het college heeft dit verzoek afgewezen, stellende dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij staatloos is. De rechtbank heeft op 1 maart 2024 uitspraak gedaan en oordeelt dat het college terecht heeft afgewezen, omdat niet buiten redelijke twijfel is komen vast te staan dat eiseres staatloos is. De rechtbank wijst erop dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar claim te onderbouwen, en dat de verklaring van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Oezbekistan niet als authentiek kan worden beschouwd. De rechtbank concludeert dat de registratie van de nationaliteit van eiseres als 'onbekend' gehandhaafd blijft.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 500,- aan eiseres. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door rechter N.J.J. Derks-Voncken en is openbaar uitgesproken op 1 maart 2024.