ECLI:NL:RBLIM:2024:892

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
C/03/324398 / FA RK 23-4347
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geslacht en voornaamswijziging in de geboorteakte van een non-binaire persoon

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 31 januari 2024 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van geslacht en voornaam van een non-binaire persoon, aangeduid als [voornaam X]. De verzoeker heeft aangetoond dat de huidige geslachtsvermelding niet overeenkomt met diens genderidentiteit, wat leidt tot aanzienlijke hinder in de dagelijkse praktijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een zwaarwichtig belang bestaat bij de verzochte voornaamswijziging en dat de huidige wetgeving niet voorziet in een geslachtsvermelding 'X'. De rechtbank heeft zich gebaseerd op eerdere jurisprudentie en de trend naar erkenning van non-binaire identiteiten. De rechtbank heeft besloten het verzoek van [voornaam X] toe te wijzen, waarbij de geslachtsvermelding in de geboorteakte zal worden gewijzigd naar 'X' en de voornaam van [voornaam Y] naar [voornaam X]. De beslissing is genomen met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Doetinchem gelast om de wijzigingen door te voeren in de registers van de burgerlijke stand.

Uitspraak

Rechtbank Limburg

Familie en jeugd
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: C/03/324398 / FA RK 23-4347
Beschikking van 31 januari 2024 betreffende de registers van de burgerlijke stand
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen [voornaam X] ,
advocaat: mr. K.S.M. Smienk.
De rechtbank merkt als belanghebbende aan:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Doetinchem.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Dit blijkt uit het volgende:
- het verzoekschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 17 november 2023.
1.2.
Op 15 januari 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Bij deze behandeling is verschenen:
- [voornaam X] , bijgestaan door mr. K.S.M. Smienk.
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Doetinchem is niet op de zitting verschenen.

2.Het verzoek

2.1.
Het verzoek houdt in:
een latere vermelding toe te voegen aan de geboorteakte van verzoeker van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht X zal zijn;
de voornaam ‘ [voornaam Y] ’ te wijzigen in ‘ [voornaam X] ’ en de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten om deze wijziging in de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente Doetinchem van het jaar 1978 ( [aktenummer X] ) toe te voegen.
2.2.
Verzoek om X als geslachtsvermelding
[voornaam X] heeft een non-binaire beleving van diens gender en identificeert zich niet als man of vrouw. [voornaam X] heeft een toelichting geschreven aan de rechtbank. Uit die toelichting blijkt dat [voornaam X] diens hele leven al worstelt met diens genderidentiteit.
Sinds [voornaam X] zichzelf non-binair noemt, wil die al een non-binaire aanduiding van diens geslachtsvermelding op het identiteitsbewijs. Het is belangrijk voor [voornaam X] dat diens geboorteakte, identiteitsbewijs en officiële documenten aansluiten bij de werkelijkheid. De werkelijkheid is dat [voornaam X] zich niet thuis voelt in specifiek één van de hokjes ‘Man’ of ‘Vrouw’ en ook niet specifiek ‘Man’ of ‘Vrouw’ op diens identiteitsbewijs wil zien. De geslachtsvermelding ‘Man’ of ‘Vrouw’ komt namelijk niet overeen met de innerlijke genderbeleving van [voornaam X] .
Op dit moment wordt [voornaam X] vaak geconfronteerd met diens officiële gegevens.
De aanduiding X/X bij de geslachtsregistratie en de gewenste voornaam op diens identiteitsbewijs zorgt ervoor dat de juridische werkelijkheid in overeenstemming is met de innerlijke genderbeleving van [voornaam X] . [voornaam X] zal na toewijzing van de verzoeken volledig zichzelf kunnen zijn.
[voornaam X] is zich ervan bewust dat er geen wettelijke basis is voor zijn verzoek. Hij beroept zich op jurisprudentie die het wetgevingsproces niet afwacht en op vergelijkbare verzoeken een beslissing neemt die aansluit bij de tendens in het wetgevingsproces en ontwikkelingen in de rechtspraak en de maatschappij.
2.3.
Wijziging voornaam
Er is sprake van een zwaarwegend belang voor [voornaam X] om diens voornaam te wijzigen. [voornaam X] wil graag een niet-binaire voornaam. De voornaam [voornaam X] wordt sinds de zomer van 2022 al feitelijk gebruikt en is inmiddels heel eigen geworden.
[voornaam X] voelt zich comfortabel bij de gevraagde voornaam omdat deze meer passend is bij diens (gender)identiteit. De naam sluit ook goed aan bij diens huidige officiële voornaam. [voornaam X] is 45 jaar en veel mensen kennen [voornaam X] al jaren met de huidige officiële voornaam [voornaam Y] . Mensen die [voornaam X] nog niet zo lang kennen en mensen die dichtbij staan gebruiken de voornaam [voornaam X] . Overal waar dit kan registreert [voornaam X] zichzelf als [voornaam X] . [voornaam X] blijft er echter tegenaan lopen dat bij veel organisaties het gebruik van de voornaam [voornaam X] niet mogelijk is zonder officiële wijziging van de voornaam. [voornaam X] verzoekt daarom om wijziging van diens voornaam, zodat die ook écht overal zichzelf kan voorstellen en registreren als [voornaam X] .
Er is volgens [voornaam X] geen sprake van ongepastheid van de gevraagde voornaam. De
gevraagde voornaam stemt volgens [voornaam X] ook niet overeen met een bestaande
geslachtsnaam die geen gebruikelijke voornaam is (artikel 1:4 lid 2 BW).

3.De vaststellingen en overwegingen

3.1.
Uit een overgelegd uittreksel uit het register van geboorten van de gemeente Doetinchem blijkt dat in die gemeente op [geboortedatum] 1978 is geboren: [verzoeker] .
Vermelding geslacht ‘X’ in de geboorteakte
3.2.
Met betrekking tot het verzoek om een latere vermelding toe te voegen aan de geboorteakte van [voornaam X] van wijziging van het geslacht, in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn, overweegt de rechtbank het volgende.
3.3.
De Hoge Raad heeft bij uitspraak van 4 maart 2022 (ECLI:NL:HR:2022:336) afgezien van het beantwoorden van de prejudiciële vragen.
3.4.
Na voormelde uitspraak van de Hoge Raad hebben diverse rechtbanken uitspraken gedaan waarbij verzoeken met betrekking tot de vermelding ‘X’ in de geboorteakte zijn toegewezen. Op 4 augustus 2022 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ook in die zin beslist (ECLI:NL:GHARL:2022:6917). Er is duidelijk sprake van een trend naar juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit.
3.5.
De rechtbank acht het wenselijk dat non-binaire personen een geslachtsvermelding in hun geboorteakte kunnen hebben die in overeenstemming is met hun genderidentiteit, ook gelet op de rechten die zij kunnen ontlenen aan artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Een geslachtsvermelding ‘X’ zou dat mogelijk maken. Echter de wet voorziet hier nog niet in. Er is ook geen zicht op de termijn waarbinnen dit wel het geval is. De politieke wil tot het treffen van een dergelijke voorziening is weliswaar aanwezig, maar het is nog niet tot wetswijziging gekomen.
3.6.
[voornaam X] heeft aangetoond in de dagelijkse praktijk veel hinder te ondervinden van het verschil tussen de huidige geslachtsvermelding en diens genderidentiteit. Van [voornaam X] kan niet gevergd worden dat die nog langer wacht op de wetgever. Het belang van [voornaam X] bij het mogelijk maken van een geslachtsvermelding in de geboorteakte conform diens genderidentiteit weegt zwaarder dan het handhaven van de huidige wettelijke regeling. De rechtbank zal daarom beslissen conform de genoemde lijn in de rechtspraak, waaronder de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, en het verzoek van [voornaam X] toewijzen.
Voornaamswijziging
3.7.
Artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (verder te noemen: BW) geeft de rechter de (discretionaire) bevoegdheid op verzoek van de betrokken persoon of van zijn wettelijke vertegenwoordiger de wijziging te gelasten van zijn voornamen. Op grond van lid 4 moet voor een wijziging van de voornamen een voldoende zwaarwichtig belang bestaan. Verder moet het verzoek worden getoetst aan artikel 1:4 lid 2 BW en moet worden beoordeeld of de gewenste voornamen niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
3.8.
De rechtbank is van oordeel dat [voornaam X] met de gegeven toelichting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de voornaam [voornaam X] meer passend is bij diens (gender)identiteit. De rechtbank vindt ook dat, het zwaarwichtig belang bij de verzochte voornaamswijziging voldoende is komen vast te staan. Niet gebleken is van beletselen als bedoeld in artikel 1:4 lid 2 BW tegen de gewenste voornaam ‘ [voornaam X] ’. Het verzoek tot wijziging van de voornaam zal daarom worden toegewezen, in die zin dat de voornaam ‘ [voornaam Y] ’ wordt gewijzigd in ‘ [voornaam X] ’.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Doetinchem om aan de geboorteakte, ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente Doetinchem van het jaar 1978 met [aktenummer X] , een latere vermelding toe te voegen van de wijziging van het geslacht van betrokkene, in die zin dat het geslacht zal zijn: ‘X’’;
4.2.
gelast de wijziging van de voornaam van [verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] , van wie de geboorteakte is opgenomen in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Doetinchem in het jaar 1978 onder [aktenummer X] aldus dat de voornaam zal zijn: ‘ [voornaam X] ’;
4.3.
bepaalt dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Doetinchem, in verband met de toevoeging aan de geboorteakte van de latere vermelding betreffende de wijziging van het geslacht en de wijziging van de voornaam.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C.M. van der Meijden, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van H.V.M. Smeets, griffier, op 31 januari 2024.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.