5.1.De beroepsgronden zien met name op de schending van het vertrouwens-, gelijkheids- en rechtzekerheidsbeginsel. Bij het vertrouwensbeginsel spitst het zich toe op de vraag of verweerder, vanwege gewekt vertrouwen, de omgevingsvergunning heeft mogen weigeren in verband met het (zwaarder wegende) algemeen belang / de goede ruimtelijke ordening.
Is een verklaring van geen bedenkingen nodig?
6. Op de zitting heeft eiseres aangevoerd dat een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad niet nodig is (zie ook onder 9 van de uitspraak). Nog daargelaten dat dit pas op zitting is aangevoerd en dit eerder niet ter discussie heeft gestaan, blijkt uit de door de gemeenteraad vastgestelde ‘Lijst van categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist op grond van de Wabo’ van 20 oktober 2015 dat een verklaring van geen bedenkingen voor dit bouwplan wel is vereist. In die lijst is namelijk het volgende bepaald: “Op grond van artikel 2.27 Wabo jo artikel 6.5 lid 3 Bor te besluiten dat, indien het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, alles als categorie van gevallen is aangewezen met uitzondering van de volgende categorieën:
- Ontwikkelingen die niet concreet in een visie zijn afgekaderd (met visie wordt bedoeld: structuurvisies en beleidsnota’s waaronder ook de onder de oude WRO vastgestelde gebieds- en structuurvisies zoals de Structuurvisie Centrum Horst en de Gebiedsvisie LOG Witveldweg); (...)”. De rechtbank is niet gebleken dat het bouwplan in dit verband concreet is afgekaderd. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Heeft verweerder in strijd met het vertrouwensbeginsel gehandeld?
7. Eiseres voert aan dat verweerder op 17 september 2018, 16 januari 2019 en
22 februari 2022 als reactie op haar principeverzoeken schriftelijk heeft laten weten onder voorwaarden medewerking aan het bouwplan te willen verlenen. Eiseres mocht erop vertrouwen dat verweerder een positief standpunt bij de vergunningverlening zou innemen. Dat de gemeenteraad niet een verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven, kan niet aan eiseres worden tegengeworpen. Verweerder heeft de gemeenteraad geadviseerd om geen verklaring af te geven, terwijl verweerder gedurende vier jaar positieve signalen aan eiseres heeft afgegeven. Volgens eiseres moeten de gerechtvaardigde verwachtingen die bij haar zijn gewekt worden gehonoreerd. In dat verband stelt eiseres dat de Structuurvisie ook gold ten tijde van het eerste positieve principestandpunt en dat de Woonzorgvisie een inspiratiekader is. Ook stelt eiseres dat de spuitzoneproblematiek niet ertoe mag leiden dat haar gerechtvaardigde verwachtingen niet worden gehonoreerd. Eiseres is dan ook van mening dat haar belang zwaarder weegt dan het belang van verweerder.
8. De rechtbank overweegt, onder verwijzing naar vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling), dat voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel allereerst vereist is dat de betrokkene aannemelijk maakt dat van de kant van de overheid toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan of gedragingen zijn verricht waaruit hij/zij in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht afleiden of het bestuursorgaan een bepaalde bevoegdheid zou uitoefenen en zo ja, hoe. Als hiervan sprake is, moet de vraag worden beantwoord of die toezeggingen / uitlatingen aan het bevoegde bestuursorgaan kan worden toegerekend. Als beide vragen bevestigend worden beantwoord, en er dus een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel kan worden gedaan, volgt de derde stap. In het kader van die derde stap zal de vraag moeten worden beantwoord wat de betekenis van het gewekte vertrouwen is voor de uitoefening van de betreffende bevoegdheid.