ECLI:NL:RBLIM:2024:7229

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 september 2024
Publicatiedatum
15 oktober 2024
Zaaknummer
03.038352.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan criminele organisatie en handel in harddrugs met witwassen in Maastricht

In deze strafzaak heeft de rechtbank Limburg op 16 september 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van deelname aan een criminele organisatie, handel in harddrugs en witwassen. De verdachte was betrokken bij een netwerk dat zich bezighield met de grootschalige export en handel in heroïne en cocaïne in Maastricht en omgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte deel uitmaakte van een organisatie die als oogmerk had het plegen van misdrijven, zoals het verhandelen van verdovende middelen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van aanzienlijke hoeveelheden harddrugs en het witwassen van een geldbedrag van €14.140,-, dat afkomstig was van de drugshandel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, en een geldboete van €15.000,-. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de strafprocedure, wat heeft geleid tot een lagere straf dan oorspronkelijk geëist. De zaak is behandeld in het kader van een breder onderzoek naar de criminele organisatie, waarbij meerdere medeverdachten betrokken waren.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.038352.21
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 16 september 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 2001,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.L.P. Biesmans, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 juli 2024 en op 16 september 2024 formeel gesloten. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] met het parketnummer 03.102727.21, [medeverdachte 2] met het parketnummer 03.299412.20 en
[medeverdachte 3] met het parketnummer 03.299604.20.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1:deel heeft genomen aan een criminele organisatie;
feit 2:al dan niet samen met anderen in totaal 2446,14 gram cocaïne en/of 420,08 gram heroïne aanwezig heeft gehad;
feit 3:al dan niet samen met anderen € 14.140 heeft witgewassen, subsidiair is dit ten laste gelegd als eenvoudig witwassen;
feit 4:al dan niet samen met anderen heroïne en/of cocaïne heeft uitgevoerd en/of gehandeld heeft in heroïne en/of cocaïne.

3.De voorvragen

Geldigheid dagvaarding
De raadsvrouw heeft bepleit dat de dagvaarding voor wat betreft feit 1 partieel nietig dient te worden verklaard, gelet op de ruime tenlastegelegde periode en het ontbreken van uitvoeringshandelingen aangaande softdrugs. Er blijkt onvoldoende duidelijk waarop de verdenking ziet.
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 tenlastegelegde voldoende duidelijk is. De tenlastelegging ziet op de deelname aan een criminele organisatie die als oogmerk had het plegen van strafbare feiten op het gebied van hard- en softdrugs. Dat uit het dossier niet blijkt van strafbare feiten op het gebied van softdrugs, maakt niet dat de tenlastelegging voor dit gedeelte nietig dient te worden verklaard. De rechtbank verwerpt dan ook dit verweer.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten. Ten aanzien van feit 3 heeft zij gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde, het witwassen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich, overeenkomstig haar pleitnota, op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten niet kunnen worden bewezen en de verdachte derhalve vrij dient te worden gesproken. Op specifieke verweren van de verdediging zal de rechtbank hierna ingaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Verweer verdediging
Sky-ECC
De raadsvrouw heeft bepleit dat de interceptie en verwerking van de Sky-ECC data op onrechtmatige wijze heeft plaatsgevonden en dat, gelet daarop, bewijsuitsluiting dient plaats te vinden, dan wel dat strafvermindering moet worden toegepast.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Indien binnen de door artikel 359a Sv bepaalde grenzen sprake is van een vormverzuim als bedoeld in deze bepaling, en de rechtsgevolgen daarvan niet uit de wet blijken, moet de rechter beoordelen of aan dat vormverzuim enig rechtsgevolg dient te worden verbonden en, zo ja, welk rechtsgevolg dan in aanmerking komt. Daarbij dient de rechter rekening te houden met de in het tweede lid van artikel 359a Sv genoemde factoren. Het rechtsgevolg zal immers door deze factoren moeten worden gerechtvaardigd. De eerste factor is ‘het belang dat het geschonden voorschrift dient’. De tweede factor is ‘de ernst van het verzuim’. De derde factor is ‘het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt’. [1]
Het is vaste jurisprudentie van de Hoge Raad [2] dat voor de zogenoemde 359a-verweren een specifieke zware stelplicht geldt. Dit betekent dat van de verdediging, die een beroep doet op schending van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv, mag worden verlangd dat zij duidelijk en uitdrukkelijk onderbouwd aan de hand van de in het tweede lid van dit artikel genoemde factoren aangeeft tot welk in artikel 359a Sv omschreven rechtsgevolg het door de verdediging bepleitte onherstelbare vormverzuim dient te leiden. Alleen op een zodanig verweer is de rechter gehouden een met redenen omklede beslissing te geven.
Naar het oordeel van de rechtbank voldoet dit verweer niet aan deze vereisten. Zo gaat de raadsvrouw onder meer niet in op het belang van het geschonden voorschrift en het nadeel dat de verdachte hierdoor zou hebben geleden.
De rechtbank verwerpt dan ook deze verweren.
Voorwaardelijk verzoek prejudiciële vragen
Voorts heeft de raadsvrouw een voorwaardelijk verzoek gedaan om prejudiciële vragen aangaande de interpretatie van het Unierecht voor te leggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
De rechtbank zal dit verzoek afwijzen nu de Hoge Raad zich recent over deze kwestie heeft uitgelaten. [3] De uitspraak van het Hof van Justitie van 30 april 2024 noopt ook niet tot het stellen van enige vraag in dit verband, ook nu het door de Hoge Raad geschetste kader op relevante onderdelen bevestiging vindt in deze uitspraak [4] .
De rechtbank ziet, in het licht van deze uitspraken, geen aanleiding om prejudiciële vragen te stellen en wijst dit voorwaardelijk verzoek dan ook af.
Partiële vrijspraak feit 1, artikel 11 van de Opiumwet
Aan de verdachte is onder 1 de deelname aan een criminele organisatie ten laste gelegd die als oogmerk had het uitvoeren, verhandelen, aanwezig hebben of voorbereiden van misdrijven die zien op hard- en softdrugs.
Op grond van het dossier kan de rechtbank niet vaststellen dat er sprake was van strafbare feiten die zien op softdrugs, artikel 11 of 11a van de Opiumwet. De rechtbank zal de verdachte dan ook van dit gedeelte van de tenlastelegging vrijspreken.
Voorwaardelijk verzoek horen deskundige over DNA- en dactyloscopische sporen
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting van 4 juli 2024 bij dupliek een voorwaardelijk verzoek ingediend om de deskundige van het TMFI te horen die het dactyloscopisch onderzoek heeft verricht aan de zakjes met geld en verdovende middelen aangetroffen in het pand aan de [adres 1] in Maastricht. Zij heeft daartoe aangedragen dat fouten zijn gemaakt bij het forensisch onderzoek naar zakjes verdovende middelen aangetroffen in het pand aan de [adres 2] te Maastricht. Op pagina 494 van het voorgeleidingsdossier van [verdachte] van 11 februari 2021 staat namelijk vermeld dat dactyloscopische sporen van de verdachte zijn aangetroffen op zakjes verdovende middelen aangetroffen in dit pand. Dit blijkt achteraf niet juist te zijn. Er zijn in dit pand geen DNA-sporen of dactyloscopische sporen van [verdachte] aangetroffen. Reden waarom er niet vanuit kan worden gegaan dat het forensisch onderzoek naar de zakjes verdovende middelen en geld aangetroffen in het pand aan de [adres 1] wel correct is verlopen en nader onderzoek dient te worden verricht.
In het stamproces-verbaal van het voorgeleidingsdossier van de verdachte van 11 februari 2021 is sprake geweest van een kennelijke misslag. Daarin staat namelijk op pagina 494 vermeld dat vingerafdrukken van de verdachte zouden zijn aangetroffen op verpakkingen verdovende middelen in het pand aan de [adres 2] . Uit de onderliggende stukken van het TMFI, opgenomen in het raadkamerdossier van 22 februari 2021, blijkt echter dat dit de [adres 1] moet zijn en blijkt ook dat er geen sporen van de verdachte aangetroffen zijn in het pand aan de [adres 2] . Deze kennelijke misslag van de politie vormt geen grond voor het horen van een deskundige van het TMFI. Bovendien mist dit voorwaardelijk verzoek enige onderbouwing ten aanzien van de vraag waarom het onderzoek aan de zakjes verdovende middelen aangetroffen in het pand aan de [adres 1] niet correct zou zijn verlopen.
De rechtbank acht het horen van een deskundige van het TMFI daarom niet noodzakelijk en wijst dit voorwaardelijk verzoek af.
Bewijsmiddelen [5]
Aangehouden kopers/dealers
Het proces-verbaal van bevindingen: [6]
Er werd een onderzoek ingesteld naar eerdere aanhoudingen van mensen die in Maastricht verdovende middelen hadden gekocht van een persoon of groepering welke door de kopers ‘Tony’ genoemd werd.
Op 6 februari 2015 werd in Maastricht [naam 1] verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij [naam 1] werd 22,4 gram heroïne, 8,6 gram cocaïne, een telefoon en een geldbedrag van € 465,- aangetroffen. Als verdacht van het kopen van heroïne van [naam 1] werd aangehouden [naam 2] (geboren te [geboorteplaats 2] . Bij [naam 2] werd 2,4 gram heroïne aangetroffen. [naam 2] verklaarde dat hij telefonisch verdovende middelen besteld had bij Tony in Maastricht, die te bereiken was op het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [naam 2] was in het gezelschap van [naam 3] . [naam 3] verklaarde dat hij samen met de man die door de politie was aangehouden met de bus vanuit België naar Nederland was gekomen en dat de man toen via de telefoon verdovende middelen had besteld bij iemand in Maastricht.
Op 3 juli 2015 werd in Maastricht waargenomen dat [naam 4] iets overgaf aan [naam 5] . Bij de staandehouding van [naam 5] bleek het te gaan om 0,4 gram cocaïne. [naam 5] verklaarde dat hij naar Maastricht was gekomen en dat hij telefonisch een kleintje coke had besteld bij Tony. Hij had hiervoor het telefoonnummer [telefoonnummer 1] gebeld. Er kwamen steeds verschillende mensen die de verdovende middelen afleverden.
Op 13 november 2015 werd in Maastricht [naam 6] aangehouden als verdacht van het in bezit hebben van verdovende middelen. Bij hem werd 2,7 gram heroïne aangetroffen. [naam 6] verklaarde dat hij de verdovende middelen had gekocht door telefonisch contact op te nemen met Toni die te bereiken was onder telefoonnummer: [telefoonnummer 2] . Er kwamen echter steeds andere mensen verdovende middelen leveren. Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer van [naam 6] vanaf 20 oktober 2019 tot en met 11 oktober 2020 veelvuldig contact had met de telefoonnummers [telefoonnummer 3] , [telefoonnummer 2] , [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 4] en [telefoonnummer 5] .
Op 25 juli 2016 werd [naam 7] in Maastricht aangehouden als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij [naam 7] werd 36,8 gram heroïne, een telefoon en een geldbedrag van € 1.025,- aangetroffen. [naam 7] verklaarde dat hij de verdovende middelen die hij had verkocht van iemand anders had gekregen, dat hij de naam van deze persoon niet wilde noemen en dat hij werd gedwongen om de verdovende middelen te verkopen omdat hij schulden had. Als verdacht van het kopen van heroïne van [naam 7] werden [naam 8] (geboren te [geboorteplaats 3] ) en [naam 9] (geboren te [geboorteplaats 4] ) aangehouden. Bij [naam 8] werd 5,2 gram heroïne aangetroffen. [naam 8] verklaarde dat hij Tony belde en dat de dealer verdovende middelen afleverde. Het telefoonnummer waar [naam 8] Tony onder kon bereiken was [telefoonnummer 2] .
Op 23 februari 2017 werd [naam 10] aangehouden als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij [naam 10] werd 63,3 gram heroïne en 9,4 gram cocaïne aangetroffen. [naam 10] verklaarde dat hij de verdovende middelen verkocht voor de organisatie Tony. Hij was door Tony zelf benaderd, omdat hij verslaafd was en niet meer bij Tony had gekocht. Hem werd toen het voorstel gedaan om zelf te gaan verkopen, waar [naam 10] mee akkoord ging. [naam 10] kon Tony bereiken onder meer op het telefoonnummer: [telefoonnummer 2] . [naam 10] kreeg van Tony de plaats door waar hij moest leveren en hoeveel hij moest leveren. [naam 11] werd verdacht van het kopen van heroïne van [naam 10] . Bij [naam 11] werd 2,6 gram heroïne aangetroffen. [naam 11] verklaarde dat zij Tony belde op het telefoonnummer: [telefoonnummer 5] en dat de dealer de verdovende middelen afleverde.
Bijlage: het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 10] :
V: Wie is Tony?
A: Een Marokkaan of Turk.
A: Best een grote neus, een heftige neus, hij is lang en smal. Korte zwarte haren, soms een baardje.
Op 23 april 2017 werd [naam 12] aangehouden in Maastricht als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij [naam 12] werd 21,2 gram heroïne, 5,5 gram cocaïne, een telefoon en € 495,- aangetroffen. [naam 12] had verdovende middelen verkocht aan
[naam 13] (geboren te [geboorteplaats 5] ). [naam 13] verklaarde dat hij 5 gram heroïne had gekocht en deze had besteld bij Tony. Tony was te bereiken op het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . [naam 13] kocht al jaren verdovende middelen bij Tony. [naam 13] had Tony zelf ongeveer 3 jaar geleden voor het laatst gezien. Tony is een Marokkaan, smal postuur en een grote kromme neus. Tony pakt wel altijd de telefoon op als hij hem belt. Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer van [naam 13] vanaf 7 november 2019 tot en met 3 oktober 2020 veelvuldig contact had met de telefoonnummers [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 4] en [telefoonnummer 2] .
Op 15 juni 2017 werd in Maastricht [naam 14] aangehouden als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij hem werden 26,6 gram heroïne, 1,5 gram cocaïne, een telefoon en € 110,- aangetroffen. [naam 14] verklaarde dat hij werkte voor de organisatie genaamd Tony. [naam 14] werd gedwongen om voor deze organisatie te verkopen, omdat hij een tijdje geleden opgepakt was en de toen ontstane schuld moest terugbetalen. Hij was al door mensen die werkzaamheden voor Tony verrichten mishandeld. [naam 14] had verdovende middelen verkocht aan [naam 15] (geboren te [geboorteplaats 5] ). Bij [naam 15] werd 2,7 gram heroïne en 0,5 gram cocaïne aangetroffen. [naam 15] verklaarde dat hij vanuit België met Tony had gebeld en dat hij vervolgens in Nederland verdovende middelen had gekregen en al 2 jaar verdovende middelen kocht bij Tony. Hij wist dat het Nederlandse telefoonnummer eindigde op [telefoonnummer 1] .
Op 17 mei 2018 werd in Maastricht [naam 16] aangehouden als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij hem werd 19 gram heroïne en 9,7 gram cocaïne aangetroffen, alsmede diverse telefoons en een geldbedrag van € 280,-. Als verdacht van het kopen van 21,1 gram heroïne van [naam 16] werd aangehouden [naam 17] . [naam 17] verklaarde dat zij Tony belde en dat [naam 16] de verdovende middelen afleverde. [naam 17] kocht al ongeveer 5 jaar bij Tony verdovende middelen. Het telefoonnummer waar [naam 17] Tony op kon bereiken was [telefoonnummer 5] .
Op [geboortedatum 2] 2019 werd in Maastricht aangehouden [naam 18] als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij hem werden 1,5 gram cocaïne en 42,4 gram heroïne aangetroffen. Als verdacht van het kopen van 0,4 gram cocaïne van [naam 18] werd aangehouden [naam 19] (wonende te [woonplaats] ) en [naam 20] (wonende te [woonplaats] ). [naam 19] verklaarde dat hij de verdovende middelen besteld had bij Tony. Uit onderzoek in de printgegevens bleek dat het telefoonnummer van [naam 19] vanaf 30 november 2019 tot en met 31 oktober 2020 veelvuldig in contact was geweest met de telefoonnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 2] .
Op 19 februari 2020 werd in Maastricht aangehouden [naam 21] als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij hem werden 28,3 gram heroïne, 3,3 gram cocaïne en 1,3 gram hennep aangetroffen. Als verdacht van het kopen van 2,9 gram heroïne van [naam 21] werd [naam 22] (geboren te [geboorteplaats 6] ) aangehouden. [naam 22] verklaarde dat hij verdovende middelen kocht bij Tony in Maastricht. Hij kocht al zeker 5 jaar verdovende middelen bij Tony. Het nummer waar hij Tony op kon bereiken stond in zijn telefoon. Hij had eerst een ander nummer, maar sinds een week had hij het volgende nummer van Tony gekregen via een sms-bericht: [telefoonnummer 3] . Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer dat bij [naam 22] in gebruik was tussen 15 november 2019 tot en met 31 oktober 2020 contact had met de telefoonnummers [telefoonnummer 2] , [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 4] .
Op 8 oktober 2020 werd in Maastricht [naam 23] aangehouden als verdacht van het in bezit hebben van verdovende middelen. Bij hem werd 5 gram heroïne aangetroffen. [naam 23] verklaarde dat hij de verdovende middelen gekocht had door telefonisch contact op te nemen met Tonie. Hij werd vervolgens vanuit België naar het adres [adres 3] te Maastricht gestuurd. Aldaar trof hij buiten de bewoner nog vier personen aan die verdovende middelen wilden hebben. Hierna kwam een man binnen die iedereen van verdovende middelen voorzag. Deze man was niet Tonie, maar de dealer van Tonie. [naam 23] had de volgende telefoonnummers waarop hij Tony kon bereiken in zijn telefoon staan: Fa: [telefoonnummer 1] , Fa1: [telefoonnummer 2] en Fa3: [telefoonnummer 3] . Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer dat bij [naam 23] in gebruik was tussen 21 oktober 2019 en 8 oktober 2020 veelvuldig contact had met de voornoemde telefoonnummers. [naam 23] herkende [medeverdachte 1] als zijnde Tonie.
Bijlage: het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 23] , d.d. 9 oktober 2020:
A: […] Dit was niet de persoon waarvan ik gekocht had in de woning. Dit was niet Tony zelf. Die ken ik wel. Die heb ik in het verleden persoonlijk ontmoet. Tony is begonnen op 16-jarige leeftijd en dit is 16 jaar geleden. Dit is een Marokkaan. Volgens mij heet Tony eigenlijk [naam 24] .
[…]V: Was dit ook de persoon die u sprak toen u een afspraak maakte om verdovende middelen te kopen?
A: Nee, dat was Tony. Die stem herken ik. Zoals gezegd heb ik dat nummer ook al een hele tijd. In die 16 jaar dat ik gebruik spreek ik ook steeds met Tony. Zodoende herken ik hem ook.
Bijlage: het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 23] , d.d. 9 oktober 2020:
V: Wat kun je ons vertellen over het uiterlijk van ‘Tony’?
A: Een smal gelaat, Marokkaans, ongeveer 1,70 meter groot, normaal van postuur, […]
V: Wij tonen jou een foto van een persoon. Herken je deze persoon?
A: Ja dat is hem. Dat is de voor mij bekende Tony.
A: Ik herken hem voor 100% […].
Op het adres [adres 3] te Maastricht is woonachtig [naam 25] . [naam 25] is te bereiken op telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Dit telefoonnummer werd tussen 26 september 2020 te 07:51 uur en 1 oktober 2020 te 20:14 uur afgeluisterd. Uit onderzoek bleek dat dit telefoonnummer tussen 26 september 2020 en 1 oktober 2020 meerdere malen contact had met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en tussen 2 oktober 2019 en 8 oktober 2020 veelvuldig contact had met de telefoonnummers [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 1] .
Bij onderzoek aan voornoemde zaken bleek dat het overgrote deel van de aangehouden kopers van verdovende middelen bestelden bij ‘Tony’ in Maastricht. Dit gebeurde telefonisch waarna zij een plek kregen te horen waar zij verdovende middelen verstrekt kregen. De mensen die de verdovende middelen verstrekten waren zeer wisselend en het betroffen veelal jonge mannen. Zij maakten veelal gebruik van mobiele telefoons van het merk Nokia waar alleen mee gebeld kon worden en berichten konden worden verzonden.
Bij het uitlezen van inbeslaggenomen telefoons werd vastgesteld dat er veelal sms-berichten verzonden werden naar de leveranciers van de verdovende middelen, waarbij gecodeerd de afleverplaats alsmede de hoeveelheid en soort verdovende middelen werd doorgegeven. Hierbij werden afkortingen gebruikt voor de soort en hoeveelheid verdovende middelen, te weten:
K = klein bolletje heroïne
G = groot bolletje heroïne
M = bolletje heroïne
Als afleverplaatsen werden veelal de volgende afkortingen gebruikt waarbij de volgende plaatsen horen:
  • [afleverplaats 1] = [afleverplaats 1] [straatnaam 1]
  • [afleverplaats 2] = [straatnaam 2] / [straatnaam 3]
  • [afleverplaats 3] = [straatnaam 4]
  • [afleverplaats 4] = [straatnaam 5]
  • [afleverplaats 5] = [straatnaam 6]
  • [afleverplaats 6] = [straatnaam 7]
  • [afleverplaats 7] = [straatnaam 8]
  • [afleverplaats 8] = [straatnaam 9]
  • [afleverplaats 9] = [straatnaam 10]
  • [afleverplaats 10] = [straatnaam 11]
  • [afleverplaats 11] = [straatnaam 12]
  • [afleverplaats 12] = [straatnaam 13]
  • [afleverplaats 13] = [straatnaam 14]
  • [afleverplaats 14] = [straatnaam 15]
  • [afleverplaats 15] = [straatnaam 16]
  • [afleverplaats 16] = [straatnaam 17]
  • [afleverplaats 17] = [straatnaam 18]
  • [afleverplaats 18] = [straatnaam 19]
  • [afleverplaats 19] = [straatnaam 20] / [straatnaam 21]
  • [afleverplaats 20] = [straatnaam 22]
Tijdens de aanhouding en waarnemingen door de politie bleek dat de voornoemde plaatsen regelmatig gebruikt werden als plaatsen waar verdovende middelen werden afgeleverd.
Het proces-verbaal van bevindingen: [7]
Op 1 september 2015 werd in Maastricht [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1989, aangehouden. Bij [medeverdachte 1] werd 28,1 gram heroïne en 3,3 gram cocaïne aangetroffen. De potentiële koper van de verdovende middelen, [naam 26] , verklaarde dat hij de dealer die hij in zijn telefoon had staan onder vermelding [naam 27] en het telefoonnummer [telefoonnummer 5] gebeld had.
Het proces-verbaal van bevindingen: [8]
Op 24 september 2016 werd ik, verbalisant, aangesproken door de mij bekende [naam 28] en een onbekend gebleven jongen. Zij verklaarden spontaan over het drugsnetwerk rondom Toni. Zij vertelden mij dat Toni op dit moment geleid wordt door [medeverdachte 1] . Ik hoorde dat ze zeiden dat [medeverdachte 1] op het moment in Marokko verbleef.
Het proces-verbaal verhoor getuige [naam 23] bij de rechter-commissaris, d.d. 21 december 2020: [9]
Ik kocht toen drugs van een zekere Tony. Tony was de vaste persoon waar ik drugs van kocht. Ik heb Tony ook in het echt gezien. In het begin bezorgde Tony de drugs zelf en later stuurde hij jongens om de drugs te bezorgen. Ik heb Tony persoonlijk ontmoet. Dat was een aantal jaren eerder, toen ik voor de eerste keer bij hem bestelde. Ze geven je een nummer met de naam Tony. Ik heb als nieuwe klant Tony een paar keer persoonlijk ontmoet. Hij stelde zich voor als Tony. Daarna kwamen andere mensen. Tony had tegen mij gezegd dat hij voor zichzelf ging starten en hij gaf mij daarna een ander telefoonnummer. Ik heb het telefoonnummer van Tony opgeslagen onder ‘Fa’. Ik had Fa1, 2 en 3. Ik kocht alleen bij Tony. Bij het wisselen van het nummer kreeg ik een sms’je. Het nummer van Tony heb ik ongeveer drie jaar voor mijn aanhouding gekregen. Toen ik Tony leerde kennen was hij rond de 20 jaar en hij is nu rond de 35 jaar. Hij was heel jong toen hij startte.
Telefoongegevens
Het proces-verbaal van bevindingen (gebruikersgegevens bestelnummers): [10]
Van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] werden gegevens verstrekt door de provider Lebara. Het telefoonnummer bleek geactiveerd te zijn op 21-08-2014 om 17.37 uur.
Van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] werden gegevens verstrekt door de provider Lebara. Het telefoonnummer bleek geactiveerd te zijn op 02-09-2015 te 15.14 uur.
Van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] werden gegevens verstrekt van de provider Lebara. Het telefoonnummer bleek geactiveerd te zijn op 18-03-2017 te 16.19 uur.
Het proces-verbaal van bevindingen (IMSI-catcher): [11]
De telefoonnummers [telefoonnummer 7] , [telefoonnummer 8] , [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 9] zijn blijkens de inzet van de nummervergaring – op 4 augustus 2020 en op 25 augustus 2020 – in gebruik bij [medeverdachte 1] .
Het proces-verbaal van bevindingen (bestelnummers i.c.m. [medeverdachte 1] ): [12]
Op 21 augustus 2020 volgde ik, verbalisant, live de verkeersgegevens van de telefoonnummers: [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 3] , [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 4] . Ik zag dat de genoemde telefoonnummers zich tussen 13:30 uur en 15:15 uur vanuit Maastricht richting Tegelen verplaatsten. Omstreeks 15:10 uur namen wij positie op de Clavecymbelstraat te Maastricht. Wij hoorden dat de telefoonnummers op dat moment masten in Maastricht aanstraalden in het gebied van de Clavecymbelstraat. Ik zag vlak na dit bericht een lichtgrijs gekleurde Renault Megane vanaf de Clavecymbelstraat de Berceusestraat inrijden. Ik zag dat het kenteken begon met de Nederlandse combinatie [kenteken 1] . Ik herkende de bestuurder als [medeverdachte 1] . Ik heb meerdere foto’s van [medeverdachte 1] gezien en herkende hem aan zijn gezicht. Ik zag dat [medeverdachte 1] een telefoon in zijn hand hield.
Het proces-verbaal van bevindingen (beelden observatie woning [medeverdachte 1] ): [13]
Uit verkregen informatie van de RDW blijkt dat verdachte [medeverdachte 1] eigenaar is van een Renault Megane, kenteken: [kenteken 1] .
Het proces-verbaal van bevindingen (masten telefoon [medeverdachte 1] op 26 augustus 2020): [14]
Op 26 augustus 2020 werd tussen 10:03 en 14:40 uur een observatie verricht op de verdachte [medeverdachte 1] . Hierbij werd gezien dat de verdachte bestuurder was van het voertuig voorzien van Nederlands kenteken [kenteken 1] . Hij bezocht coffeeshop [naam coffeeshop] , een woning in een flatgebouw op de [adres 4] en theehuis [naam theehuis] gelegen aan de [adres 5] te Maastricht.
Naar aanleiding van vorenstaande werd een onderzoek gedaan in de printgegevens van de besteltelefoonnummers. Hierbij werd geconstateerd dat de besteltelefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 3] op 26 augustus 2020 tussen 10:00 uur en 14:40 uur van dezelfde zendmasten gebruikmaakten. Hierbij wordt opgemerkt dat beide telefoonnummers vermoedelijk in één telefoon zaten. Tevens werd op 26 augustus 2020 tussen 10:00 uur en 14:40 uur geconstateerd dat de besteltelefoonnummers [telefoonnummer 4] en [telefoonnummer 2] van dezelfde zendmasten gebruikmaakten. Hierbij wordt opgemerkt dat beide telefoonnummers vermoedelijk in één telefoon zaten.
De route die blijkens de gegevens van de zendmasten kon worden vastgesteld, kwam overeen met de route die de verdachte [medeverdachte 1] die dag tussen genoemde tijdstippen reed.
Het proces-verbaal van bevindingen (observatie mast/baken op 14 september 2020): [15]
Op 14 september 2020 omstreeks 14:22 uur gaf het baken de Roemerstraat te Maastricht aan. Wij reden richting de Roemerstraat en ter hoogte van de Potteriestraat zag ik het voertuig met kenteken [kenteken 1] de rotonde naderen vanaf de Terra Cottalaan. Wij zagen dat er twee personen in het voertuig zaten. Vanaf dit moment hebben wij de gegevens van het baken vergeleken met de mastgegevens van de telefoonnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 3] , 0619948575, [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 9] . De telefoonnummers straalde omstreeks 14:30 uur aan op de masten: Clavecymbelstraat, Hazendans en Porseleinstraat. Alle masten bevinden zich in Maastricht West. De Potteriestraat is onder alle masten mogelijk. Omstreeks 16:00 uur hebben wij [medeverdachte 1] herkend als bijrijder in het bebakend voertuig.
Het proces-verbaal van bevindingen (reis naar Marokko): [16]
Uit de analyse van de verkregen verkeersgegevens en opgenomen telecommunicatie hebben wij het navolgende bevonden:
Op 18 september 2020 te 22:57 uur wordt een mast aangestraald op de Beeklaan te Hillegom. Dit betreft het laatste contact van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] , waarbij mastgegevens worden vermeld. Hillegom is nabijgelegen aan Schiphol Airport.
Op 18 september 2020 te 22:57 uur wordt een mast aangestraald op het Jack Sharp Park te Vijfhuizen. Dit betreft het laatste contact van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , waarbij mastgegevens worden vermeld. Vijfhuizen is nabijgelegen Schiphol Airport.
Op 19 september 2020 te 10:33 uur wordt een mast aangestraald op het Skicentrum in Hoofddorp. Dit betreft het laatste contact van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] waarbij Nederlandse mastgegevens worden vermeld. Hoofddorp is nabijgelegen aan Schiphol Airport. Op 20 september 2020 te 12:45 uur verkrijgen wij via de verkeersgegevens dat de mast met nummer 604-01-347-5517 wordt aangestraald door het telefoonnummer [telefoonnummer 3] .
Op 18 september 2020 te 01:45 uur wordt een mast aangestraald op de Clavecymbelstraat te Maastricht. Dit betreft het laatste contact met het telefoonnummer + [telefoonnummer 9] . Op 20 september 2020 te 01:19 uur verkrijgen wij via de verkeersgegevens dat de mast met nummer 604-00-50100-50470 wordt aangestraald door het telefoonnummer + [telefoonnummer 9] .
De landcode 604 behoort toe aan Marokko. De telefoonnummers + [telefoonnummer 9] en [telefoonnummer 3] zijn gezien de weergegeven landcode in Marokko op voornoemde momenten.
Van de telefoonnummers [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 1] zijn vanaf 19 september 2020 te 23:10 uur wel nog inkomende contacten te zien, maar zijn geen (Nederlandse) mastgegevens meer verkregen. Het niet krijgen van mastgegevens, maar wel inkomende oproepen, doet vermoeden dat de genoemde telefoonnummers buiten het Nederlandse telefoonnetwerk zijn.
Het proces-verbaal van bevindingen (tapgesprekken [naam 25] ): [17]
In de periode van 25 september 2020 tot en met 1 oktober 2020 werden gesprekken gevoerd met het telefoonnummer van [naam 25] ( [telefoonnummer 6] ) opgenomen en afgeluisterd. Het telefoonnummer [telefoonnummer 6] had meerdere malen contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
Taplijn TA007 (sessienummer 36 op 27 september 2020)
[telefoonnummer 6] belt naar [telefoonnummer 1]
- [telefoonnummer 6] vraagt of hij langs kan komen, maar niet die van gisteren die was niet goed
- [telefoonnummer 1] vraagt wat dan niet goed was
- [telefoonnummer 6] zegt was gewoon niet goed hij smaakte anders, hij wil die wat hij normaal krijgt
- [telefoonnummer 1] zegt komt in orde
- [telefoonnummer 6] zegt is goed
Taplijn TA007 (sessienummer 152 op 1 oktober 2020)
[telefoonnummer 6] belt naar [telefoonnummer 1]
- [telefoonnummer 1] : Jow
- [telefoonnummer 6] : Ken je langskomen
- [telefoonnummer 1] : Ja, hij komt eraan, komt eraan. Tot zo
Het proces-verbaal van bevindingen (terugkomst naar Nederland): [18]
Uit de printertap van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] blijkt dat op 9 oktober 2020 te 22:51 uur de mast 604-00-9030-52701 wordt aangestraald. 604 betreft de landcode Marokko. Op 10 oktober 2020 te 00:08:58 uur wordt een mast in Maastricht, omgeving Clavecymbelstraat, aangestraald.
Uit de printertap van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] blijkt dat op 9 oktober 2020 geen mast wordt aangestraald. Op 10 oktober 2020 te 00:09:36 uur wordt de mast op de Clavecymbelstraat te Maastricht aangestraald.
Uit de printertap van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] blijkt dat op 9 oktober 2020 geen mast wordt aangestraald. Op 10 oktober 2020 te 00:09:31 uur wordt de mast op de Clavecymbelstraat te Maastricht aangestraald.
Uit de printertap van het telefoonnummer [telefoonnummer 9] blijkt dat op 9 oktober 2020 te 12:16 uur de mast 604-01-4451-51318795 wordt aangestraald. 604 betreft de landcode Marokko. Op 10 oktober te 00:10 uur wordt de mast 424-03-2332-34838 aangestraald. 424 betreft de landcode Verenigde Arabische Emiraten.
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek frequente bellers [naam 25] en [naam 29] ): [19]
In het onderzoek zijn verschillende bestelnummers bekend waarop drugs worden besteld. Op de verkeersgegevens van de bestelnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 4] , [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] komen onder andere de volgende telefoonnummers voor: [telefoonnummer 10] en [telefoonnummer 6] . Het telefoonnummer [telefoonnummer 10] is te herleiden naar de naam [naam 29] en het telefoonnummer [telefoonnummer 6] staat op naam van [naam 25] .
Deze twee telefoonnummers komen in veelvoud en recent voor op de verkeersgegevens van de bestelnummers. De telefoonnummers bellen op verschillende tijdstippen op de dag met de bestelnummers.
In de periode van 20-03-2020 tot en met 25-11-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 25] , [telefoonnummer 6] , 701 keer contact met bestelnummer [telefoonnummer 1] .
In de periode van 24-08-2020 tot en met 28-10-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 25] , [telefoonnummer 6] , 30 keer contact met bestelnummer [telefoonnummer 2] .
In de periode van 09-10-2020 tot en met 19-11-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 25] , [telefoonnummer 6] , 152 keer contact met bestelnummer [telefoonnummer 3] .
In de periode van 5-05-2020 tot en met 28-11 -2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 29] , [telefoonnummer 6] , 352 keer contact met bestelnummer [telefoonnummer 1] .
In de periode van 18-02-2020 tot en met 13-11-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 29] , [telefoonnummer 6] , 398 keer contact met bestelnummer [telefoonnummer 2] .
In de periode van 10-10-2020 tot en met 16-11-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 29] , [telefoonnummer 6] , 39 keer contact met bestelnummer [telefoonnummer 3] .
In de periode van 17-02-2020 tot en met 10-11-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 29] , [telefoonnummer 6] , 357 keer contact met bestelnummer [telefoonnummer 4] .
Het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 25] d.d. 14 december 2020: [20]
V: Maar u kocht via het Toni-netwerk?
A: Ja.
[…]
M: Uit het onderzoek blijkt dat u in het bezit bent van het telefoonnummer: [telefoonnummer 6] en dat dit telefoonnummer tussen 2 oktober 2020 en 8 oktober 2020 veelvuldig contact had met de telefoonnummers [telefoonnummer 3] , [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 1] .
A: Dat zijn nummers als je hun moest bellen voor wat te bestellen, dan moest je hun bellen. […] Dat zijn allemaal telefoonnummers die in de loop van de tijd door hen gebruikt zijn.
Het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 25] d.d. 15 december 2020: [21]
V: We tonen je foto 3. Wie is de persoon op die foto?
A: Dat is hem. Tony. Ik weet zijn echte naam niet maar dat zullen jullie wel weten.
[…]
Foto 3 betreft [medeverdachte 1] .
Het proces-verbaal van bevindingen (Whatsappgesprek tussen [naam 25] en [telefoonnummer 11] ): [22]
In de twee verhoren met [naam 25] vertelde hij dat hij de dag voor het verhoor op 14 december 2020 contact heeft gehad met Tonie via een Whatsappgesprek op een telefoonnummer in Dubai ( [telefoonnummer 11] ). De gesprekken tussen [naam 25] en Tonie vinden plaats tussen 30 november 2020 en 13 december 2020
30 november 2020
[telefoonnummer 11] : Hey [naam 25] . Maatje alles goed.
[naam 25] : Wie ben je, nummer is me niet bekend?
[telefoonnummer 11] (geluidsfragment): Hé maatje [naam 25] je heb me een paar maanden niet gehoord man herken je men stem nu of niet?
[telefoonnummer 11] : Herken je mijn stem?
[naam 25] : Ben je Tony? Is dat het nummer van Dubai?
[telefoonnummer 11] (geluidsfragment): Ja [naam 25] jongen ik ben het jongen ik ben het als je me nodig hebt vanaf morgen zijn jongens weer bereikbaar ja. Stuur me naar deze nummer dan stuur ik ze naar je toe.
[naam 25] (geluidsfragment): Hé Tonie alles goed? Hier is ook [naam 30] , alles goed met je?
[telefoonnummer 11] (geluidsfragment): Ja het gaat wel man met omstandigheden maja kopje omhoog jongen. De andere jongens zijn allemaal weg (…) ook een tijdje weg.
[naam 25] (geluidsfragment): Hé hallo, het is vervelend wat gebeurd is man. We missen je. Maar uhh kwaliteit is heel slecht op het ogenblik. Echt heel slecht. Wordt tijd dat je terugkomt man.
[telefoonnummer 11] (geluidsfragment): Komt in orde jongen vanaf morgen hebben jullie weer kwaliteit, vanaf morgen.
12 december 2020
[telefoonnummer 11] : Ik heb nieuwe straks oude goede materiaal
[telefoonnummer 11] : In de namiddag
[naam 25] : Ok
[naam 25] : Laat me weten wanneer
[telefoonnummer 11] : Oke
[naam 25] : Kan je iemand langssturen
[telefoonnummer 11] : Okee
Het proces-verbaal van bevindingen (stemherkenning [medeverdachte 1] ): [23]
Door ons verbalisanten werden geluidsfragmenten beluisterd van:
  • het opgenomen telefoongesprek met Tonie en [naam 29] (sessienummer 147 van 29 september 2020. [naam 29] belt met Tonie, het drugsbestelnummer [telefoonnummer 1] , om 100 bruin te verkopen aan een “Duitser”) (p. 4022);
  • het opgenomen telefoongesprek met Tonie en [naam 25] (sessienummer 36 van 27 september 2020. [naam 25] belt met Tonie, het drugsbestelnummer [telefoonnummer 1] , en vraag waar hij blijft en dat de kwaliteit slecht was de laatste keer) (p. 4054 en 4055);
  • de Whatsappspraakberichten verstuurd door Tonie aan [naam 25] (een door de digitale opsporing veiliggesteld bericht van ‘Tonie’ uit de inbeslaggenomen telefoon van [naam 25] . [naam 25] heeft contact met Tonie, in Dubai, over het leveren van verdovende middelen) (p. 6665 t/m 6668);
  • het getuigenverhoor van de verdachte [medeverdachte 1] uit 2017 op verzoek van Belgische autoriteiten.
Door ons werd op alle voornoemde geluidsfragmenten dezelfde stem herkend. Wij hoorden dit aan het stemgeluid, de intonatie en de woordkeuze. Wij herkenden de stem als zijnde de stem van de verdachte: [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1989 te Maastricht.
Medeverdachte [medeverdachte 3]
De verklaring van verdachte [medeverdachte 3] , afgelegd ter terechtzitting van 4 juli 2024:
Ik deed wat er gevraagd werd. Ik weet niet hoe ik erin terecht ben gekomen. Dat is beetje bij beetje en voordat ik het wist was het te laat en is het uit de hand gelopen. Het begon met kleine dingen uithelpen. Op de actiedag was ik een paar maanden bezig. Ik zat zelf financieel moeilijk en in een zware tijd. Ik deed mensen bevoorraden, ik beheerde het geld en hield dat bij me. Ik had twee kleine kinderen dus ik was een vertrouwenspersoon. Ik had zelf niet veel te zeggen. Dat wat de politie heeft opgeschreven over mijn rol klopt wel ongeveer. Ik was er niet dagelijks mee bezig. Ik ging alleen als het nodig was . Ik kreeg te horen wat ik moest doen via een app of een belletje. Ik heb ook drugs klaargemaakt/versneden in die panden. Ik kreeg het binnen, versneed en verpakte het. Dan werd het opgehaald. Soms haalden de dealers het op, soms niet. Ik nam ook geld in ontvangst en dat nam ik mee naar mijn eigen woning. Het geldbedrag dat is aangetroffen in mijn woning is daarvan. Het totaalbedrag van € 255.510,- is van ongeveer 3 maanden. Per dag kwam er € 1.000,- tot € 3.000,- bij. Ik verstopte het geld achter de bank en het geld zou opgehaald worden. Ik deed zelf heel soms afleveringen aan de klanten. Ik ben de [adres 1] gaan schoonmaken. Het was niet de bedoeling dat dat daar zou liggen. Het pand aan de [adres 1] was er eigenlijk voor als we niks te doen hadden. Ik had een sleutel van de [adres 2] . Het klopt dat [telefoonnummer 12] mijn telefoonnummer was . Ik kende bepaalde jongens van jongs af aan. In de periode voor september 2020 was ik daar nog niet mee bezig. Het klopt dat ik in die auto ( [kenteken 1] ) heb gereden. Het klopt dat ik in het pand in de [adres 2] en het pand op de [adres 1] ben geweest. Als ik belde wist ik waar de verdovende middelen op de [adres 1] lagen.
Het proces-verbaal van observatie (Renault Megane [kenteken 1] op 9 september 2020): [24]
Op 9 september 2020 stapte [medeverdachte 3] als bestuurder uit de Renault Megane [kenteken 1] .
Het proces-verbaal van bevindingen (gegevens baken Renault Megane [kenteken 1] ): [25]
De registratie van het baken op de auto Renault Megane [kenteken 1] laat in de periode van 26 augustus 2020 tot en met 18 september 2020 in grote lijnen zien dat dit rond 11:00/12:00 uur actief wordt en dan tot laat in de avond vrijwel onderbroken blijft rijden in de wijken van Maastricht West. Uit eigen waarnemingen en waarnemingen van team observatie van de politie is te zien dat de Renault vrijwel altijd in de nachtelijke en vroege ochtend uren op de [adres 6] in België op de oprit geparkeerd staat. De bewoner van dit pand betreft verdachte [medeverdachte 3] .
Het baken komt vanaf 26 augustus 2020 tot het vertrek van verdachte [medeverdachte 1] uit Nederland op 18 september vrijwel dagelijks op de Roemerstraat in Maastricht. Dit vrijwel dagelijkse bezoek bestaat uit meerdere bezoeken over de dag verspreid. Op het adres [adres 2] te Maastricht staat ingeschreven: [medeverdachte 5] , geboren op [geboortedatum 3] 1988 te [geboorteplaats 7] .
Uit onderzoek werd geconstateerd dat [medeverdachte 1] als bestuurder en als bijrijder optrad. Er werd ook meerdere malen waargenomen dat [medeverdachte 1] tegelijkertijd met verdachte [medeverdachte 3] in voornoemd voertuig zat.
Het proces-verbaal van bevindingen (samenvatting tapgesprekken [telefoonnummer 12] ): [26]
In het onderzoek werd het telefoonnummer [telefoonnummer 12] – in gebruik bij [medeverdachte 3] – afgeluisterd. Het telefoonnummer [telefoonnummer 12] had veelvuldig contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 13] , afgegeven aan [medeverdachte 5] . Bij het telefoonverkeer tussen beide nummers wordt SMS-verkeer verstuurd, waarbij informatie wordt uitgewisseld over verdovende middelen en geld: ‘Heb je me kleding kast gezien broer, alles vol bruin’, ‘Gelukt geld ligt bij laminaat gelijk links als je binnenkomt kamer’ en ‘Mtje bij mij geld ligt in keuken la’.
Het proces-verbaal van bevindingen (beschrijving beslag [medeverdachte 3] ): [27]
Op 25 november 2020 vond op het adres [adres 6] te Lanaken (België) een doorzoeking van de woning van verdachte [medeverdachte 3] plaats. Bij deze doorzoeking werd de voor de woning geparkeerd staande personenauto van het merk Renault Megane, kenteken [kenteken 1] inbeslaggenomen.
Medeverdachte [medeverdachte 4]
Het proces-verbaal van bevindingen (wisseling IMEI-bestelnummers): [28]
De bestelnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 2] gaven vanaf 10 oktober 2020 weer mastgegevens in Nederland weer. De IMEI-nummers verschillen ten opzichte van de IMEI-nummers in de periode voor 19 september 2020.
Het proces-verbaal van bevindingen (opwaarderen 10 oktober 2020): [29]
Op 10 oktober 2020 te 18:44 uur is – op de camerabeelden van het Esso tankstation te Maastricht – te zien dat een persoon het tankstation binnenloopt en om 18:45 uur contant betaald aan de kassa. De persoon op de camerabeelden wordt herkend als zijnde: [medeverdachte 4] . Op de camerabeelden is te zien dat er een aankoop wordt gedaan van twee opwaardeerkaarten. Uit de verkregen klantgegevens is te zien dat op hetzelfde tijdstip twee opwaardeerkaarten worden gebruikt; een voor het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en een voor het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Uit de printgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 3] en telefoonnummer [telefoonnummer 2] bleek dat beide telefoonnummers op 10 oktober 2020 actief werden en als eerste mast, de mast gelegen op de Clavecymbelstraat te Maastricht, aanstraalden. De woonplaats, [adres 7] , van [medeverdachte 4] valt onder deze mast.
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek mastgegevens): [30]
In de periode van 10 oktober 2020 tot en met 19 oktober 2020 blijkt dat de bestelnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] zowel overdag als in de avonduren en nachtelijke uren aanstralen op de zendmast gelegen aan de Clavecymbelstraat te Maastricht. Naar aanleiding van een onderzoek door het observatieteam met de IMSI-catcher op 27 oktober 2020, is vastgesteld dat de genoemde bestelnummers in het bezit zijn van verdachte [medeverdachte 4] .
Het proces-verbaal van bevindingen (tapgesprekken [medeverdachte 4] ): [31]
De telefoon met het IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] werd in de periode van 2 november 2020 tot en met 25 november 2020 opgenomen en afgeluisterd. De telefoon was op dat moment in gebruik bij [medeverdachte 4] . In de telefoon zat de simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 14] . De gebruikers van de telefoonnummers waar contact mee gemaakt werd, werden aangestuurd waar zij verdovende middelen moesten afleveren en hoeveel verdovende middelen zij moesten afleveren.
Het proces-verbaal van bevindingen ( [medeverdachte 4] noemt zich Tonie vanaf 10 oktober 2020): [32]
Van de bestelnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] werden in de periode van 19 november 2020 tot en met 21 november 2020 gesprekken opgenomen en afgeluisterd. Hieruit bleek dat [medeverdachte 4] degene was die de bestelnummers in gebruik had en ook daadwerkelijk de gesprekken voerde. In deze gesprekken werd [medeverdachte 4] door de beller meerdere malen ‘Tonie’ genoemd, dan wel noemde [medeverdachte 4] zichzelf ‘Tonie’.
Taplijn TA014 (sessie 93 op 21 november 2020)
[telefoonnummer 1] belt naar [telefoonnummer 15]
- [telefoonnummer 1] vraagt of alles goed is, hij zegt dat […] de jongens van hem nu ook in België bezorgen tot aan de deur.
- [telefoonnummer 15] vraagt o jullie komen nou tot België ofwat?
- [telefoonnummer 1] zegt ja die jongens werken en in Maastricht en ik heb ook twee jongens die zijn ook in België, die leveren gewoon tot aan de deur bij u, is gewoon voor dezelfde prijs, zelfde materiaal, alleen het enige wat ik vraag, minimaal voor 50 euro bestellen, dat ze niet voor minder komen
[…]
- [telefoonnummer 1] zegt […] dit is Tony waarmee je spreekt.
Taplijn TA015 (sessie 89 op 19 november 2020)
[telefoonnummer 16] belt naar [telefoonnummer 3]
- [telefoonnummer 16] : Tony, ik ben om 4 uur kwart na 4 daar. Hij moet een melkje en koffie hebben en vraagt of dat gaat. Bij de [afleverplaats 6] . Hij moet nog 5 euro van de week terug krijgen. Is goed. Tot dan.
Taplijn TA016 (sessie 10 op 19 november 2020)
[telefoonnummer 2] belt naar [telefoonnummer 17]
- [telefoonnummer 17] : Tony!
[…]
- [telefoonnummer 2] : Zeg, die jongens van mij die leveren, sinds vandaag komen die ook in België aan de deur bij jullie leveren he.
Het proces-verbaal van bevindingen (relaas tapgesprekken bestelnummers): [33]
Op alle drie de telefoonnummers ( [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] ) werden alleen gesprekken gevoerd die betrekking hadden op het bestellen en leveren van verdovende middelen. Veel van de potentiële klanten zijn mensen die gebruik maken van Belgische telefoonnummers. Tijdens de gesprekken worden de afkortingen gebruikt die betrekking hebben op de hoeveelheid en soort verdovende middelen te weten: K = kleine heroïne, G = grote heroïne en M = melk = cocaïne.
Ook worden plaatsen afgesproken waar al eerder door de organisatie Tonie verdovende middelen werden afgeleverd en waar nu ook weer verdovende middelen worden afgeleverd.
In de periode van 19 en een deel van 20 november 2020 vonden ongeveer 70 gesprekken plaats waarbij leveringen van verdovende middelen plaatsvonden.
Het proces-verbaal van bevindingen (aantreffen telefoons [medeverdachte 4] ): [34]
Op 25 november 2020 werden in de woning van [medeverdachte 4] een aantal telefoons aangetroffen: een telefoon van het merk Nokia, voorzien van een simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 18] ; een telefoon van het merk Nokia, voorzien van twee simkaarten met de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] ; een telefoon van het merk Nokia, voorzien van een simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] .
Het proces-verbaal van bevindingen (bevindingen Iphone [medeverdachte 4] ): [35]
Uit het lopende onderzoek is te zien dat de handel in verdovende middelen van omstreeks 11:00 uur tot laat in de avond actief is. [medeverdachte 3]
(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 3] )vraagt in Whats-app op 9 oktober 2020 te 08:03:29 uur, “Wie gaat actief vandaag", “Iraki". [medeverdachte 4] antwoordt dan, “ [naam 46] tot 4 uur”, Dan hollandrr”.
Het proces-verbaal van bevindingen (bevindingen m.b.t. baken [adres 1] Maastricht): [36]
De Citroen, type Cactus, kleur zwart en voorzien van het kenteken [kenteken 2] staat volgens de Rijksdienst voor Wegverkeer sinds 30 oktober 2020 op naam van verdachte [medeverdachte 4] .
[medeverdachte 4] komt vrijwel dagelijks met zijn Skoda Fabia voorzien van het kenteken [kenteken 3] aan op de stash plaats aan de [adres 1] te Maastricht. Op 16 november 2020 werd door politiemedewerkers gezien dat de verdachte [medeverdachte 4] , de voordeur van de woning aan de [adres 1] opende met een sleutel en deze vervolgens binnenging.
Het proces-verbaal van bevindingen (doorzoeking Citroën Cactus): [37]
In de Citroën Cactus van [medeverdachte 4] wred een sleutelbos aangetroffen met drie sleutels. Uit nader onderzoek op het politiebureau te Maastricht bleek dat één van de sleutels op de cilinder past van de voordeur van de [adres 1] te Maastricht.
Doorzoeking pand [adres 1] te Maastricht
Het proces-verbaal van bevindingen (doorzoeking [adres 1] te Maastricht): [38]
Op 25 november 2020 werd de doorzoeking geopend op de [adres 1] te Maastricht.
In de woning werd aangetroffen en inbeslaggenomen: verdovende middelen en geld (AAMP9703NL: € 11.075,-, AAMP9702NL: € 880,- en AAMP9699NL: € 2.185,-).
Het proces-verbaal forensisch indicatief onderzoek verdovende middelen: [39]
Op 25 november 2020 werd een hoeveelheid vermoedelijke verdovende middelen aangetroffen op de locatie [adres 1] te Maastricht.
Onderzoekslocatie 2
Wij zagen dat zich aan de rechterzijde van de keuken een bovenkast met twee openstaande deurtjes bevond. Op de bovenste plank van het linker kastdeel lagen twee verpakte voorwerpen. Het betrof 1 dichtgeknoopt transparant plastic zakje met daarin bruin poeder en brokken en 1 rechthoekig bruin blok eveneens verpakt in een dichtgeknoopt transparant plastic zakje.
Onderzoek bruine poeder met brokken (SIN AAMP 9707NL)
Het nettogewicht betrof 41,90 gram (monster: SIN AANK7737NL).
Onderzoek rechthoekige bruine blok (SIN AAMP9706NL)
Het nettogewicht betrof 247,42 gram (monster: SIN AANK7738NL).
Onderzoekslocatie 3
Aan de linkerzijde van de keuken zagen wij dat in het midden van de wand een oven geplaatst was . Boven deze oven waren twee gesloten bovenkasten aanwezig en tussen deze twee gesloten bovenkasten en de oven zagen wij dat er een houten plank weggenomen was . Deze houten plank lag op het aanrecht. In de opening waarvoor de houten plank bevestigd was geweest zagen wij een diversiteit aan verpakte voorwerpen.
Onderzoek 3 verpakkingen met geld (SIN AAMP9703NL, SIN AAMP9702NL en AAMP9699NL)
Van partij met SIN AAMP9702 werd de buitenste dichtgeknoopte transparante plastic zak veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN AAMP9701NL. Deze veiliggestelde verpakking bevatte een hoeveelheid eurobiljetten en een briefje met daarop de tekst: 24 NOV BE €890.
Onderzoek gripzakje met inhoud (SIN AAMP9698NL)
Het nettogewicht betrof 3,74 gram.
Middels een M.M.C. heroïne test is een indicatief onderzoek uitgevoerd, hiermee werd een positieve indicatie voor de aanwezigheid van heroïne verkregen.
Onderzoek 1 klein transparant plastic zakje met wit poeder en brokjes (SIN AAMP9697NL)
Het nettogewicht betrof 15,93 gram.
Door zowel de FirstDefender als de TruDefender werd een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 1 klein transparant plastic zakje met wit poeder (SIN AAMP9696NL)
Het nettogewicht betrof 1,10 gram.
Door zowel de FirstDefender als de TruDefender werd een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 1 klein transparant plastic zakje met 2 bolletjes bruin poeder (SIN AAMP9695NL)
Het brutogewicht betrof 1,54 gram.
Middels een M.M.C. heroïne test is een indicatief onderzoek uitgevoerd, hiermee werd een positieve indicatie voor de aanwezigheid van heroïne verkregen.
Onderzoek 1 klein transparant plastic zakje met wit poeder en brokjes (SIN AAMP9694NL)
Het nettogewicht betrof 10,31 gram.
Door zowel de FirstDefender als de TruDefender werd een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 1 middelgrote plastic zak met witte inhoud (SIN AAMP9692NL)
Het nettogewicht betrof 60,13 gram.
Door zowel de FirstDefender als de TruDefender werd een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 21 bolletjes wit poeder en brokjes (SIN AAMP9690NL)
Het brutogewicht betrof 13,56 gram.
Door zowel de TruDefender werd driemaal een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 12 bolletjes bruin poeder (SIN AAMP9689NL)
Het brutogewicht betrof 36,99 gram.
Middels een M.M.C. heroïne test is een indicatief onderzoek uitgevoerd, hiermee werd een positieve indicatie voor de aanwezigheid van heroïne verkregen.
Onderzoek 7 dichtgeknoopte verpakkingen met bolletjes met bruine inhoud (SIN AAMP9687NL)
Subpartij 1: 36 grote bolletjes. Het brutogewicht betrof 194,22 gram.
Middels een M.M.C. heroïne test werd een indicatief onderzoek uitgevoerd, hiermee werd zevenmaal een positieve indicatie voor de aanwezigheid van heroïne verkregen.
Subpartij 2: 66 klein bolletjes. Het brutogewicht betrof 189,50 gram.
Middels een M.M.C. heroïne test werd een indicatief onderzoek uitgevoerd, hiermee werd zevenmaal een positieve indicatie voor de aanwezigheid van heroïne verkregen.
Onderzoek 4 dichtgeknoopte verpakkingen met bolletjes met witte inhoud (SIN AAMP6986NL)
48 bolletjes met wit poeder en brokjes. Het brutogewicht betrof 37,40 gram (8 monsters: SIN AANK8377NL, SIN AANK8376NL, SIN AANK9375NL, SIN AANK8374NL, SIN AANK8373NL, SIN AANK8371NL, SIN AANK8370NL en SIN AANK8369NL).
In de 4 dichtgeknoopte transparante plastic zakjes waren diverse bolletjes met witte inhoud verpakt. Geheel willekeurig zijn daarvan 2 zakjes veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN AAMP9610NL.
Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen met in de bijlagen NFI-rapporten: [40]
AANK7737NL (poeder en brokjes, bruin, uit 41,90 gram): bevat heroïne.
AANK7738NL (blok, bruin, uit 247,42 gram): bevat heroïne.
AANK8377NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8376NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8375NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8374NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8373NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8371NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8370NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8369NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
Het proces-verbaal vooronderzoek lab: [41]
Onderzoek zakje met SIN AAMP9701NL.
Wij zagen dat het een onderste deel van een leeg transparant, kleurloos kunststof zakje betrof met daarbij het bovenste gedeelte van het zakje welke geknoopt was . Wij hebben het zakje onderzocht op de aanwezigheid van dactyloscopische sporen. Ik heb de knoop van het zakje bemonsterd op mogelijke aanwezigheid van humane biologische sporen. We hebben het spoor veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AANV1634NL en verzegeld.
De deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek: [42]
Uit de bemonstering van de knoop van het zakje (AANV1634NL) is een DNA-mengprofiel verkregen afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. Het DNA-hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van [verdachte] .
Het proces-verbaal vooronderzoek lab: [43]
Onderzoek zakjes met SIN AAMP9610NL.
Wij zagen dat het twee lege transparante, kleurloze kunststof zakjes betrof welke beide verfrommeld waren. Wij hebben de zakjes onderzocht op de aanwezigheid van dactyloscopische sporen. Hierbij zagen wij op de buitenzijde van het zakje één mogelijk bruikbaar dactyloscopisch spoor welke is veiliggesteld, gewaarmerkt en gefotografeerd onder SIN AANA3499NL.
Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor: [44]
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor (SIN: AANA3499NL) heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon onder de volgende personalia: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 2011 te [geboorteplaats 1] . Adres: [adresgegevens verdachte] .
Nieuw bestelnummer [telefoonnummer 19] / verdachte [verdachte]
Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 32] , d.d. 8 januari 2021: [45]
A: Ik heb altijd heroïne van via de telefoon besteld en het werd naar mij gebracht. Er kwam niet altijd dezelfde persoon het brengen.
V: Op welk telefoonnummer bestelde u?
A: [telefoonnummer 19] .
V: Hoelang heeft u dat nummer om te bestellen?
A: Een dag of 20.
V: Heeft hij alleen bij hem gekocht?
A: Ja, een ander telefoonnummer, maar dezelfde persoon.
V: Kent u ene Tonie?
A: Tonie is hun baas.
V: Hoelang bestelde u al verdovende middelen bij Tonie?
A: 3 maanden.
V: Krijgt u nu ook nog altijd via Tonie verdovende middelen?
A: Ja, als ik bel krijg ik de verdovende middelen.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 19] , d.d. 9 januari 2021: [46]
Ik koop al drie jaar verdovende middelen bij Tonie in Maastricht. Ik heb hem lang geleden gezien. Dat was een Marokkaanse man met een kromme neus. Nu is het overgenomen door iemand anders. Die persoon is te bereiken op [telefoonnummer 19] . Ik heb de persoon die nu verkoopt niet gezien, want loopjongens leveren de verdovende middelen.
Het proces-verbaal van bevindingen (observatie en aanhouding [verdachte] ): [47]
Op 9 februari 2021 werd het drugsbestelnummer [telefoonnummer 19] door de IMSI-catcher gemeten en thuisgebracht op het adres [adresgegevens verdachte] . Dit betreft het GBA-adres van de verdachte [verdachte] . Omstreeks 12:50 uur kwam een grijskleurige Renault Clio aanrijden, voorzien van het Nederlandse kenteken: [kenteken 4] . In deze personenauto werden twee personen gezien, enkele minuten later kwam uit de woning, [adresgegevens verdachte] , de verdachte [verdachte] gelopen en stapte in op de bijrijdersstoel van de Renault Clio. Vervolgens werd het voertuig gevolgd tot aan de Holsteinbastion te Maastricht, waar [verdachte] uit het voertuig stapte en enige tijd uit beeld van het observatieteam verdween. Omstreeks 13:28 uur zag het observatieteam voornoemde Renault Clio weer op de Holsteinbastion. [verdachte] stapte weer in op de bijrijdersstoel. Het voertuig reed vervolgens via de Noorderbrug naar de wijk Wittevrouwenveld. Aldaar werd de Renault Clio geparkeerd op de Frankenstraat. [verdachte] stapte uit en bezocht een Theehuis genaamd [naam theehuis] op de [adres 5] . Toen [verdachte] terugkeerde bij de Renault Clio en instapte werd hij door de ondersteuningsgroep omstreeks 13.54 uur aangehouden.
Op 8 februari 2021 omstreeks 21:35 uur had het voornoemde drugsbestelnummer contact met een zendmast gelegen op de Busselruwe te Maastricht, stralende in de richting van o.a. de Ponjaardruwe. Op 9 februari 2021 tussen 12:53 uur en 13.25 uur werd meerdere malen de zendmasten gelegen aan de Fort Willemweg en Sint Annadal te Maastricht aangestraald door het drugsbesteltelefoonnummer. Deze masten stralen in de richting van de Holsteinbastion (de locatie waar de verdachte was gezien door het observatieteam).
Op 9 februari 2021 tussen 13:30 en 13:40 uur was enkele malen contact met zendmasten welke stralen langs de route waar de verdachte zich verplaatste met als laatste zendmast gelegen op de Professor Pieter Willemsstraat met als straal richting de Frankenstraat te Maastricht (de locatie waar de verdachte werd gezien en later werd aangehouden).
Op 9 februari 2021 te 13:53 uur straalt het drugsbesteltelefoonnummer voor het laatst een zendmast aan zijnde de voornoemde mast gelegen op de Professor Pieter Willemstraat. Gezien het feit dat hierna geen contacten meer waren met zendmasten, ondanks dat er stealth berichten werden verstuurd naar het telefoonnummer, bestond het vermoeden dat de telefoon was uitgezet.
De verdachte [verdachte] werd op 9 februari 2021 omstreeks 13:54 uur aangehouden door de ondersteuningsgroep. Er werd tussen de voeten van de verdachte aan de bijrijderszijde van voornoemde Renault Clio een mobiele telefoon aangetroffen. Deze stond uit. Ik belde omstreeks 13:56 uur met het drugsbestelnummer echter kreeg direct de voicemail.
Het proces-verbaal van bevindingen (aanhouding [verdachte] ): [48]
Bij de aangehouden verdachte [verdachte] werden 4 telefoons in beslag genomen.
Een witte Iphone zat in de linker broekzak van de verdachte. Een nieuwer model zwarte Iphone zat in de rechter broekzak van de verdachte. Een ouder model zwarte Iphone zat in de linker binnen zak van zijn zwarte North Face jas. Een ouder model Nokia lag tussen de benen van de verdachte in de personenauto.
Het proces-verbaal van bevindingen (inbeslaggenomen mobiele telefoon, Nokia): [49]
Op 9 februari 2021 werd een mobiele telefoon, Nokia, inbeslaggenomen (goednummer: 1392187).
Het proces-verbaal van bevindingen (bevraging ICCID-nummer Nokia): [50]
In de Nokia (goednummer: 1392187) zat een simkaart van de provider T-Mobile. Op deze simkaart stond het simkaartnummer, het zogeheten ICCID-nummer. Dit betrof het nummer: [ICCID-nummer] . Na vordering bij de provider verstrekte deze het telefoonnummer en de tenaamstelling behorende bij dit ICCID-nummer. Het telefoonnummer betrof: + [telefoonnummer 19] prepaid aansluiting zonder tenaamstelling.
Het proces-verbaal vooronderzoek lab: [51]
Goednummer : PL2300-2020038766-1392187
SIN : AAOJ9726NL
Object : Telefoon (Nokia, zwart)
Ik heb de batterij, simkaart en binnenzijde telefoon bemonsterd op mogelijke aanwezigheid van humane biologische sporen. Ik heb de sporen veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AAOJ8145NL (gehele batterij), AAOJ8146NL (gehele simkaart) en AAOJ8147NL (gehele binnenzijde telefoon) en verzegeld.
Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 25 februari 2021: [52]
Uit de bemonstering van de gehele batterij (AAOJ8145NL) is een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man verkregen. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. Het DNA-hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van [verdachte] .
Uit de bemonstering van de gehele simkaart (AAOJ8146NL) is een DNA-profiel van een man verkregen. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [verdachte] .
Uit de bemonstering van de gehele binnenzijde telefoon (AAOJ8147NL) is een DNA-profiel van een man verkregen. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [verdachte] .
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Iphone 12 [verdachte] ): [53]
Bij de aanhouding van [verdachte] werden mobiele telefoons inbeslaggenomen. Onder deze telefoons bevond zich een Iphone 12. Uit het Whatsappverkeer blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 20] wordt gebruikt door de telefoon. Uit het extractierapport blijkt dat er een foto van de simkaarthouder van het drugsbestelnummer (+ [telefoonnummer 19] ) is gemaakt en opgeslagen op de Iphone 12.
Uit de mobiele telefoon blijkt dat er meerdere contacten zijn welke aan het onderzoek Roca te koppelen zijn.
[telefoonnummer 11] (Aaa) (Whatsapp). Betreft een +971 nummer, behorende thuis aan de Verenigde Arabische Emiraten. Het telefoonnummer is gekoppeld aan de verdachte [medeverdachte 1] . Met dit telefoonnummer neemt [medeverdachte 1] vanuit Dubai contact op met [naam 25] , waarbij aangegeven wordt dat vanaf 1 december 2020 weer verdovende middelen kunnen worden geleverd.
[telefoonnummer 12] (Baardmn) (Telegram en Whatsapp). Dit betreft het telefoonnummer van verdachte [medeverdachte 3] .
In de mobiele telefoon werden notities aangetroffen. In deze notities wordt een uiteenzetting gegeven van geldbedragen en hoeveelheden verdovende middelen behorende bij locaties/namen van personen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gebruikelijke afkortingen voor hoeveelheden en soort verdovende middelen.
Notitie van 27 januari 2021
B doekoe :5,995
Cpap : 26,105+ 28,800
C covid
11x50g
6x10g
1x10gr
1xl00gr
1x2gr
Oude m 7 15 15
Klaver 439steen en 18poeder
Betaald 46905-14k
Rbah osso 11k
Lahsab
Over c
4x10gr
1x7,50gr
10x50
=547,5gr
37mtjes van covid over
45mtjes zwarte klaver straat 40m =85
Zwarte klaver 317gr steen
Groene klaver 500gr
Pap: €81,535 +€7500
B over 6bankoes osso 2straat
Pap: € 12,910
Notitie van 6 februari 2021
706,5 gr c
47oude m
58nieuwe m
Pap c €9,280
[naam 41] : €150ope
KI 10gr: €200 €150ope
KI 10gr: €300 €50ope
[naam 33] 50gr: €1675
[naam 33] 20gr: €150 open 520 en 100
[naam 34] 50gr: €1675
[naam 35] 50gr: €1600
[naam 36] 10gr: €350
Tt 10gr :€150 ope 200
[naam 37] 10gr: €360
[naam 38] 25gr: 875
[naam 39] 15gr: €540
[naam 40] 25gr: €
[naam 33] 100gr: €
[naam 42] 5gr: €175
Italiano 14,5gr: €580
Pap b €13.335
[naam 43]
670gr
Het proces-verbaal van bevindingen (Iphone 7 [verdachte] ): [54]
Op 9 februari 2021 werd bij [verdachte] een Iphone 7 inbeslaggenomen. Het IMEI-nummer betreft: [IMEI-nummer 2] . In deze mobiele telefoon was sinds 19 december 2020 te 19:38:45 uur de applicatie SkyECC-v2 in gebruik.
Het proces-verbaal van bevindingen (SkyECC communicatie): [55]
De volgende Sky ID’s zijn volgens het proces-verbaal en bevindingen ROCA vermoedelijk in gebruik zijn de genoemde verdachten:
TPJ4KW (359207075077592): [medeverdachte 1] (door inzet van IMSI-catcher en vordering verkeersgegevens gekoppeld aan [medeverdachte 1] )
S4PN50 ( [IMEI-nummer 2] ): [verdachte]
Ten tijde van de opmaak van dit proces-verbaal zijn niet alle berichten van de SkyECC server gekraakt. Sommige weergegeven gesprekken bevatten eenzijdige communicatie. Je ziet bij het gesprek wel welke Sky ID’s deelnemen aan het gesprek.
Op 3 december 2020 vindt communicatie plaats tussen S4PN50 en TPJ4KW.
Verzender: S4PN50 (eenzijdige communicatie)
Lange had dat met hem gefikst
Bro Lange heeft m 1000 gegeven
Waggie kwam uit op 830 ofzo
Wat blijft dan over
Moet die boy laden
Boys zijn actief in st truiden
Hoorde k het van Shi pank
Hij zegt heb gekocht van hun ma 1ste keer in me leven dat ik me Sannie weggooi
Hij zegt met jou heb k nooit problemen al 10 jaar wat ben k blij dat je er weer bent hahahah
Deze had 2g gepakt
S lauwe clannie
Dus hij [afleverplaats 16] komen
2 klanies
4K
Moet die boy
Weer laden
S ineens druk
Ja hij heeft [afleverplaats 5] gedaan
Dn gaat die meteen [afleverplaats 16]
[afleverplaats 5] en [afleverplaats 16] zijn bekende deallocaties van ‘Tony’.
Op 16 en 17 december 2020 vindt communicatie plaats tussen S4PN50 en TPJ4KW.
Verzender: S4PN50 (eenzijdige communicatie)
Notities
15DECEMBER
Pap: €2000 30 sarf
Sannie dag: 150 45
Sannie over: 11k 2g 12m
30leef
Panks 27
30leef
35tank
25olie
Loon €135
Medeverdachte [medeverdachte 2]
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telefoon in beslag genomen onder vader [naam vader medeverdachte 1] ): [56]
Op 25 november 2020, werd bij een doorzoeking aan de [adres 8] te Maastricht een mobiele telefoon in beslaggenomen. De beslagene betreft [naam vader medeverdachte 1] , zijnde de vader van [medeverdachte 1] . In de telefoon staan in de contactlijst onder andere het nummer [telefoonnummer 21] (Source Whatsapp) onder het contact [medeverdachte 1] .
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telefoon [medeverdachte 2] ): [57]
Bij de aangehouden verdachte [medeverdachte 2] werd een mobiele telefoon inbeslaggenomen.
Het telefoonnummer behorende bij het telefoontoestel was : [telefoonnummer 22] . Het telefoonnummer staat op naam van [naam vriendin medeverdachte 2] (zijnde de vriendin van [medeverdachte 2] ) maar zou in gebruik zijn bij [medeverdachte 2] .
In de telefoon staan 7 contacten: [naam 44] , [naam 24] , [naam 24] , [naam 24] , [naam 24] , [naam 24] en Lange G.
Onder het opgeslagen telefoonnummer: [telefoonnummer 21] onder de naam ‘ [naam 24] ’ wordt via Whatsapp een profielfoto getoond waarop verdachte [medeverdachte 1] te zien is. In de periode van 10 oktober 2020 tot en met 20 november 2020 heeft de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 22] een Whatsappgesprek met het opgeslagen contact ‘ [naam 24] ’ met het telefoonnummer: [telefoonnummer 21] . In dit gesprek worden diverse videofilmpjes, audiogesprekken en foto’s verstuurd.
Op 27 oktober 2020 vraagt [naam 24] aan [telefoonnummer 22] of hij nog foto’s heeft van ‘die ossotje’. [telefoonnummer 22] verstuurd hierop foto’s naar [naam 24] . Het pand op de foto’s werd door een collega herkend als zijnde het pand gelegen aan de [adres 1] te Maastricht.
Op 27 oktober 2020 stuurt [telefoonnummer 22] naar [naam 24] het volgende:
‘Broer ik heb iets gevonden assie die kost 7 tot 8 nu echte marokkaanse als we 1 st laten komen van buiten betalen we 4,7 bel mij morgen praten we erover’.
Op 28 oktober 2020 stuurt [telefoonnummer 22] naar [naam 24] :
‘Broeder dat is een partij van 100st wat ik je stuurde als we een bestellen kunnen we die hier weg doen want hier is crisis en veelste duur’ ‘En als die goed draait laat ik gelijk alles hierna toe komen’
Enkele minuten later stuurt [naam 24] een audio gesprek naar [telefoonnummer 22] :
‘Walla broeder, weet je wat die ding is, ik doe niks met assie man, walla, ik doe echt niks met assie man bro, […].
Op 29 oktober 2020 stuurt [telefoonnummer 22] naar [naam 24] :
‘Broeder je zij tegen mij ik help jou ik wou andere afdeling van jou worden denk even erover na aub beginnen klein’.
Op 9 november 2020 geeft [telefoonnummer 22] aan dat hij iets wil vragen aan [naam 24] .
‘Die lange laat toch niet… daar bij water.’ ‘Als ik weet is anders’.
[naam 24] antwoord: ‘Nee bro, zover ik weet niks broer. Ik zeg hem daar niks te leggen.’ ‘En als ik daar iets doen zou ik je zeggen’ ‘Heb meerdere appartementen bro waar ik die ding doe’ ‘Wil die ossi inrichten die boys hebben geen tijd’ ‘Wil daar gewoon rust chill osso van maken’ en ‘Ik zeg je eerlijk vertrouw daar ook niet te leggen’
[telefoonnummer 22] antwoord: ‘Die andere zij tegen mij we zien hun nooit maar soms met zak naar buiten fhimt’
[naam 24] antwoord: ‘Ik ga niet iets leggen als te veel mensen van die osso weten’, ‘Nee man bro anders zou ik je zeggen toch’ ‘Daar wordt niks gemaakt of gedaan’
[telefoonnummer 22] antwoord: ‘Heb daar paar x doekoe laten tellen. Gewoon boys wat kopen daar geld laten tellen. Geen junks’.
Op 10 november stuurt [naam 24] naar [telefoonnummer 22] een zogenaamd ‘forwarded’ bericht:
[naam 24] (forwarded): ‘Ik ga vandaag alles verplaatsen na borg dat weet je dat. Jaa broer die spullen enzo ga vandaag da boven klaarmaken.’
[naam 24] : ‘Onze Afgaanse broeder. Stuurt mij dit nu net. Moet ff tijdelijk ff switchen’
Op 10 november 2020 geeft [telefoonnummer 22] vervolgens aan:
‘Broeder wollah risico voor mij dit is mijn brood fhimt als iets gebeurt ben ik alles kwijt ik maak al minder winst omdat jij 2 appartementen hebt gepakt’
[naam 24] antwoord: ‘Ik geef je wel extra’.
[…]
[telefoonnummer 22] zegt: ‘Wollah wil je ermee helpen broeder alleen ik kan je nu niet helpen met dat ik kan die eerste huis regelen voor je’ ‘Laat me weten als je de eerste huis wil gebruiken regel ik dat’
[naam 24] : Okee ik ga je zo laten weten ben aan het rijden.
[telefoonnummer 22] zegt later tegen [naam 24] dat hij het voor hem geregeld heeft en dat hij alleen een afspraak hoeft te maken hoe en wat.
[naam 24] zegt dat dat goed is en vraagt of hij iemand langs kan sturen om te gaan kijken
[telefoonnummer 22] zegt dat dat kan en zegt: ‘Jij moet afspraak maken over papieren met hem hoe je gaat doen en als ze bezig zijn gaat hij voor staan voor veiligheid’ En vraagt vervolgens: ‘Wie gaat erna toe broer anders ga ik voor de zekerheid mee’
[naam 24] zegt: Ja die boys zijn bezig. Ik laat je weten bro’
Hierop volgt een gesprek over het wanneer gaan kijken. Hierin geeft [naam 24] aan dat het pas iets voor een week is. Dat vandaag te laat is, dat de boys hele tijd rennen en erna meteen thuis rust pakken.
Op 17 november 2020 stuurt [telefoonnummer 22] :
‘Wollah zijn geen acties dit wollah broer’ ‘Ik kom binnen ik ruik die shit ik maak middelste open ligt helemaal vol met die shit’ ‘Open en bloot’.
[…]
[telefoonnummer 22] zegt: : Maar eigenlijk, het gaat niet om junks of dit, die spul die moet ik hier niet binnen hebben, dat heb ik toch met je afgesproken. Ik zeg je ‘die ene huisje,’ ik geef je die andere huis kun je dat doen en er wordt gewoon schijt aan mij en alles ligt gewoon bloot op tafel. Nee broer, dat gaat niet man, beter niet meer man.
[…]
Vervolgens stuurt [telefoonnummer 22] : ‘Ik ga zo afghaan eerste huis laten zien saff bro’ ‘Waar ze chill dat elke keer kunnen doen dan’
[…]
[naam 24] stuurt naar [telefoonnummer 22] dat hij zich niet druk moet maken en ‘Dat is geen drugs’
[…]
[telefoonnummer 22] stuurt vervolgens naar [naam 24] :
‘Precies zoals alles daar ligt broer je ziet net als adres toch ik heb die andere huis ernaast geregeld zodat we alles netjes doen’ ‘Deze pand moet open blijven zodat we nog kunnen werken’
[naam 24] : ‘1 deze dagen moet je met hem gaan, met mij hoef je daar niet druk om te maken a sahbe’
[telefoonnummer 22] stuurt naar [naam 24] : Hij komt zo na mij toe doen we dat opruimen dat laat ik hem alles zien snel’ ‘Ik weet ik denk aan mijn brood en aan die van jou bro’
[naam 24] : ‘Safe bro’
[telefoonnummer 22] : ‘Bro [naam 44] heeft alles gezien je moet alleen afspreken hoe vaak en tamam saffi broer’ ‘Veiliger kan ik het niet maken voor jou’
Vervolgens hebben [naam 24] en [telefoonnummer 22] op 17 november 2020 een gesprek over een pand(en)/paardenstal waar ze samen tot een bedrag proberen te komen of waarvan [telefoonnummer 22] een percentage wilt krijgen. Diverse ‘huurprijzen’ worden genoemd en er wordt besloten dat [naam 24] dat wekelijks gaat betalen. [naam 24] wil het liefst een maandelijks bedrag geven en komen wanneer het moet, dat hij soms een kleine sessie tussendoor heeft van max 2 uur werk. [naam 24] zegt tegen [telefoonnummer 22] dat hij toch ziet hoe ‘de boys’ zijn, rustig, dat ze binnen blijven tot ze klaar zijn en alles wegnemen. Dat ze niks daar laten behalve oven, zand en bak. Over waar/welk pand te gaan werken en waar te ‘chillen.’ Ze hebben het over panden die [naam 24] wel/niet wil en over de duur van gebruik. Tevens heeft [telefoonnummer 22] het erover dat hij zijn broer nodig heeft, die houdt alles voor hem in de gaten zodat er geen problemen komen.
Het opgeslagen telefoonnummer [telefoonnummer 12] onder de naam ‘ [naam 44] ’ is in gebruik bij verdachte [medeverdachte 3] . In de periode van 22 september 2020 tot en met 20 november 2020 heeft de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 22] een Whatsappgesprek met ‘ [naam 44] ’.
Op 26 oktober 2020 stuurt [telefoonnummer 22] naar ‘ [naam 44] ’:
‘Broer huisbaas komt om 5 uur even hij moet fotos maken van de pand. Kun je dan de deur even open laten’
[naam 44] : ‘Ja is goed broer doe ik’
[telefoonnummer 22] : ‘Broer die van middelste verdieping ook aub hij komt tussen 5 en 6 10 min erna kun je weer dicht doen bro’
[naam 44] vraagt of [telefoonnummer 22] er ook is, anders had hij aan hem de sleutel gegeven.
[telefoonnummer 22] antwoordt dat hij er gaat proberen te zijn. Hij geeft aan dat hij ‘die tweeling net gebeld heeft en dat de [naam 44] de sleutel aan hen kan geven en als de huisbaas klaar is met foto’s maken [telefoonnummer 22] de sleutel terugbrengt naar [naam 44] .
[naam 44] zegt dat ‘die Lange’ de sleutels heeft.
Verder gaat de gehele conversatie over hoe lang de ene nog bezig is en dat de ander aan het ‘water’ is.
Op 17 november 2020 vraagt [telefoonnummer 22] aan [naam 44] :
‘Broer kun je 100e gooien bij mij aub’
Het proces-verbaal van bevindingen (samenvatting tapgesprekken [telefoonnummer 12] ): [58]
In het onderzoek werd het telefoonnummer [telefoonnummer 12] afgeluisterd. Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer in gebruik was bij [medeverdachte 3] .
Het telefoonnummer [telefoonnummer 12] heeft contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 22] . Het nummer is afgegeven aan [naam vriendin medeverdachte 2] . Zij heeft twee kinderen, waarvan de vader is: [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 4] 1989 te [geboorteplaats 1] . Uit de politie-administratie blijkt dat [medeverdachte 2] in april en juni 2020 op het adres [adres 1] te Maastricht verbleef.
Uit de printgegevens blijkt dat [medeverdachte 3] in de periode van 22 september 2020 tot en met 26 oktober 2020 meerdere malen contact heeft gehad met dit telefoonnummer.
TAO11 (sessienummer 13698 op 17 november 2020)
- [telefoonnummer 22]
Ik zeg ik regel jou die eerste huis, ik heb nog die eerste huis voor jullie geregeld als jullie iets moeten doen, snap je? Maar wat doen jullie, jullie brengen alles naar mijn huis hierzo man.
[…]
Ik maak open broer, ik zie alles open en bloot gewoon man.
[…]
Ik heb met [naam 45] afgesproken tegelijkertijd, ik zeg luister, hij vroeg mij die shit. Ik zeg broer ik wil dat niet daarbinnen bij mij. Ik zeg luister, ik geef jou die eerst huisje, gelijk daarnaast … dingewordtn. Ik geef je die eerst huisje, dat jij daar die shit kan doen en toch vind ik die shit hier.
[…]
De eerste huis, die heb ik ter beschikking voor dat.
[…]
Nee, nee nee nee nee, kijk je hebt toch drie huiz… uhhh deze waar jij nu inzit is het derde huis toch?
- [medeverdachte 3] zegt tussendoor: Ja, oke. Heb je nog meer?
- [telefoonnummer 22]
Je moet die eerste huis, bij die pad gelijk, de eerste huis […]
[…], met [naam 45] afgesproken dat jullie een chille plaats hebben.
[…] Snap je, en dan ga ik echt niet die huur vragen die ik jullie nu vraag pik.
Bewijsoverweging
Feiten 1, 2 en 4
Criminele organisatie, uitvoer van, handel in en aanwezig hebben van heroïne en cocaïne
De rechtbank zal deze drie tenlastegelegde feiten gezamenlijk bespreken.
Juridisch kader
​Van
deelnemingaan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Wetboek van Strafrecht (Sr) kan slechts dan sprake zijn als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk, namelijk het plegen van misdrijven.
Het is niet vereist dat vast komt te staan dat de verdachte heeft samengewerkt met, of in ieder geval bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. De deelneming moet voor de verdachte op zichzelf worden beoordeeld. Het is dus bijvoorbeeld niet van belang of andere personen meer hebben gedaan of een belangrijkere rol vervulden dan de betrokkene.
Voor deelneming is voldoende dat de verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. De verdachte hoeft geen wetenschap te hebben van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd.
Van een
organisatieals bedoeld in artikel 140 Sr is sprake als het gaat om een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon.
Het gaat bij het misdrijf van artikel 140 Sr niet om het daadwerkelijk gepleegd zijn van misdrijven, maar om het
oogmerktot het plegen van misdrijven. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie al zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking – zoals dat kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie – en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Aan de hand van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Werkwijze
Sinds 2015 was binnen Maastricht en omgeving een drugsnetwerk actief dat ‘Toni’ heette.
Het netwerk had meerdere dealers in dienst die gebruikers in Maastricht, maar vooral ook Belgische gebruikers, van heroïne en cocaïne voorzag. Tevens leverde het netwerk aan huis in België. Binnen dit netwerk werd gebruikgemaakt van verschillende telefoonnummers via welke nummers de kopers hun bestellingen konden doorgeven. Dit betroffen onder andere de telefoonnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 3] , [telefoonnummer 2] , [telefoonnummer 4] en [telefoonnummer 5] . Tientallen jonge dealers werden dagelijks op pad gestuurd met Nokia telefoons. In de inbeslaggenomen telefoons van kopers en verkopers werden afkortingen aangetroffen die betrekking hadden op soorten en hoeveelheden verdovende middelen en dealplekken. Uit verklaringen van diverse dealers bleek dat zij onder druk waren gezet om voor Toni te werken, vanwege ontstane schulden. Uit de inbeslaggenomen telefoons kon ook worden opgemaakt dat onderling werd afgesproken wie die dag voor Toni zou werken. Het netwerk maakte gebruik van tussenpersonen die zorgden voor de bevoorrading en financiën en de besteltelefoons beheerden. Tevens werden overzichten bijgehouden met hoeveelheden (grammen), bedragen, namen, inkomsten en uitgaven. Ook had de organisatie de beschikking over meerdere panden van waaruit de handel werd gedreven. Dit betroffen de panden aan de [adres 2] in Maastricht, zijnde de woning van medeverdachte [medeverdachte 5] , en de [adres 1] in Maastricht. In deze panden werden grote hoeveelheden heroïne en cocaïne aangetroffen.
Organisatie
Deze werkwijze impliceert een bepaalde mate van organisatie, structuur en taakverdeling. [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , maar ook [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] hebben zich in het belang van het doel van de organisatie, namelijk zo veel mogelijk geld verdienen, beziggehouden met de export van en handel in harddrugs. Ieder had binnen de organisatie zijn eigen taak, zoals hierna uiteen zal worden gezet. Zij hebben daarbij nauw en bewust samengewerkt. Derhalve is er naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest van een criminele organisatie zoals bedoeld in artikel 140 Sr.
Hierna zal de rechtbank per verdachte uiteenzetten waar zijn rol uit blijkt.
Medeverdachte [medeverdachte 1]
Oprichter
[naam 23] herkent de persoon op de foto die aan hem wordt getoond als zijnde Toni.
De rechtbank merkt hierbij op dat bij deze foto niet gerelateerd is wie de persoon op de foto is. Dit is echter dezelfde foto die aan [naam 25] is getoond en waarbij staat vermeld dat het [medeverdachte 1] betreft. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [naam 23] heeft herkend als zijnde Toni.
Verder merkt de rechtbank over deze herkenning het volgende op.
De herkenning van [medeverdachte 1] door [naam 23] heeft plaatsgevonden op basis van een zogenoemde enkelvoudige fotoconfrontatie. De rechtbank stelt voorop dat bij het gebruik van de enkelvoudige fotoconfrontatie als bewijsmiddel grote behoedzaamheid is geboden. Dat een herkenning heeft plaatsgevonden op basis van een enkelvoudige fotoconfrontatie leidt er niet, althans niet zonder meer, toe dat die herkenning niet voor het bewijs kan worden gebruikt. Uitgangspunt is dat de resultaten van een rechtmatige enkelvoudige confrontatie voor het bewijs kunnen worden gebruikt, ongeacht de over het algemeen bestaande voorkeur voor het hanteren van een meervoudige confrontatie, en ongeacht het belang van de confrontatie in het geheel van de bewijsvoering (vgl. ECLI:NL:HR:2001:AB3244). De rechtbank stelt dienaangaande vast dat de bij de onderhavige confrontatie gevolgde werkwijze volgens de rechtbank geenszins onverenigbaar is met een eerlijke procesvoering. Immers, de omstandigheden waaronder de confrontatie aan de getuige is aangekondigd en vervolgens heeft plaatsgevonden, waren niet zodanig dat zij strekten tot beïnvloeding van deze getuige met het oog op de door hem af te leggen verklaring.
Daarnaast geldt dat bestendige jurisprudentie bepaalt dat het aan de rechter die over de feiten oordeelt, is voorbehouden om binnen de door de wet getrokken grenzen, van het beschikbare materiaal datgene tot bewijs te bezigen wat deze uit het oogpunt van betrouwbaarheid daartoe dienstig voorkomt en terzijde te stellen wat hij voor het bewijs van geen waarde acht (vgl. o.a. ECLI:NL:HR:2006:AU9130 en ECLI:NL:HR:2021:1413). Voor wat betreft de betrouwbaarheid van de herkenning stelt de rechtbank dat daaraan in de eerste plaats bijdraagt dat de getuige bij de fotoconfrontatie heeft aangegeven dat hij zonder enige twijfel medeverdachte [medeverdachte 1] voor 100% herkent. Daarnaast draagt in zijn algemeenheid aan de betrouwbaarheid van de uitgevoerde confrontatie bij dat de getuige langere tijd te maken had met de medeverdachte [medeverdachte 1] . Ten slotte acht de rechtbank op dit punt van belang dat de enkelvoudige herkenning in de onderhavige zaak als ondersteuning dient van het al aanwezige bewijs. Er is derhalve meer. Zo staan in de telefoon van [naam 23] de bestelnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 2] . [naam 23] verklaart dat Toni voor zichzelf is begonnen en hem toen deze drie telefoonnummers heeft gegeven.
Al vanaf 2015 zijn deze bestelnummers gebruikt om verdovende middelen te bestellen, zo blijkt uit de vele kopers die zijn gehoord, waaronder [naam 1] die op 6 februari 2015 wordt aangehouden en verklaart te kopen bij Toni op het bestelnummer [telefoonnummer 1] . Uit de verklaringen van alle 51 aangehouden kopers over de periode van 2015 tot en met 2020 blijkt dat zij bestelden bij ‘Toni’ op een van de hiervoor genoemde nummers. Ook verklaren sommige kopers over Toni als zijnde een Marokkaanse man met een smal postuur en een grote kromme neus, welk signalement past bij medeverdachte [medeverdachte 1] .
Leider
In de jaren die hierop volgen beheert [medeverdachte 1] zelf de bestellijnen, maar heeft hij ook steeds meer een leidinggevende functie binnen de organisatie. Dit blijkt onder meer uit de verklaring van [naam 28] die in 2016 verklaart dat het netwerk Toni geleid wordt door [medeverdachte 1] , het gesprek van [medeverdachte 1] met [naam 25] op 30 november 2020 waarin [medeverdachte 1] aangeeft dat
zijnjongens vanaf morgen weer bereikbaar zijn en weer kwaliteit hebben en uit de verklaring van [naam 32] die in 2021 verklaart dat Toni de baas is.
Dat de verdachte een leidende rol had blijkt ook uit notities die sterk lijken op een boekhouding, waarin inkomsten en uitgaven zoals tanken, leefgeld en beltegoed worden bijgehouden. Deze notities zijn aangetroffen in de telefoon van [medeverdachte 4] en [verdachte] en dezelfde soort notities zijn in december 2020 via Sky-ECC door [verdachte] aan [medeverdachte 1] verzonden.
Hieruit leidt de rechtbank af dat door leden van de organisatie aan [medeverdachte 1] verantwoording diende te worden afgelegd over de inkomsten en uitgaven van de handel in verdovende middelen. Ook vanuit het buitenland, Marokko en de Verenigde Arabische Emiraten, geeft [medeverdachte 1] leiding aan de organisatie. Daarbij regelt hij ook stashplaatsen en chillplekken voor zijn “boys”, zoals blijkt uit de gesprekken met [medeverdachte 2] .
Zelfs na de actiedag, op 25 november 2020, waarop [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] worden aangehouden, zet [medeverdachte 1] als hij in Marokko en de Verenigde Arabische Emiraten verblijft, samen met de dan nog niet aangehouden [verdachte] , zijn criminele activiteiten voort. Dit blijkt uit de contacten die [medeverdachte 1] na 25 november 2020 heeft met [naam 25] en de nieuwe bestellijn die vanaf die datum door [verdachte] wordt beheerd.
Medeverdachte [medeverdachte 4]
Tot oktober 2020 beheerde [medeverdachte 1] zelf de hiervoor genoemde bestelnummers. Hierna is [medeverdachte 4] degene die de bestellijnen beheert. Hij wordt in de gesprekken en berichten Toni genoemd, noemt zichzelf Toni en zijn stem wordt in die gesprekken herkend.
Hij laat op 21 november 2020 weten dat hij ook jongens in België heeft die leveren tot aan de deur. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [medeverdachte 4] dealers aanstuurt om in België te leveren. [medeverdachte 4] fungeert zodoende als een tussenpersoon tussen de straatdealers en de leider van de organisatie. Dit blijkt onder meer uit het gesprek dat hij op 9 oktober 2020 heeft met [medeverdachte 3] en waarin [medeverdachte 3] vraagt: “wie gaat vandaag actief” en waarop [medeverdachte 4] antwoordt “ [naam 46] tot 4 uur en Dan hollandrr”. De sleutel van de [adres 1] ligt in zijn auto. Ook volgt zijn rol uit het feit dat hij degene is die opwaardeerkaarten koopt en daarmee de bestelnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] opwaardeert. Ook bezoekt hij vanaf 25 oktober 2020 bijna dagelijks het pand aan [adres 1] in Maastricht.
Medeverdachte [medeverdachte 3]
Uit de bewijsmiddelen alsmede uit zijn verklaring ter terechtzitting volgt dat [medeverdachte 3] degene was die het geld en de voorraad verdovende middelen beheerde. Hij nam de verdovende middelen in ontvangst en versneed deze in beide panden, [adres 2] en [adres 1] te Maastricht. Daarna verpakte hij ze en gaf de pakketjes mee aan de straatdealers. Als zij terugkwamen van hun dienst gaven zij hun verdiende geld af aan [medeverdachte 3] die dit vervolgens naar zijn huis in Lanaken bracht, waarna het daar weer door derden werd opgehaald. Over het totaalbedrag van € 255.510,- heeft [medeverdachte 3] verklaard dat dit de opbrengst was van de handel in verdovende middelen gedurende ongeveer drie maanden.
Verdachte [verdachte]
De verdachte [verdachte] is degene die, na de actiedag op 25 november 2020 waarop de medeverdachten werden aangehouden en de panden werden doorzocht, het nieuwe bestelnummer [telefoonnummer 19] in beheer heeft. Dat dit telefoonnummer aan [verdachte] toebehoorde leidt de rechtbank af uit het feit dat dit nummer behoorde bij de Nokia telefoon die wordt aangetroffen bij zijn aanhouding op 9 februari 2021, dat zijn DNA wordt aangetroffen op de batterij en het simkaartje in deze telefoon en het feit dat dit telefoonnummer op 17 december 2020 en op 21 januari 2021 dezelfde routes aflegt als de verdachte [verdachte] .
Op dit nieuwe telefoonnummer konden kopers weer verdovende middelen bestellen. Dit blijkt uit de verklaring van [naam 19] die op 9 januari 2021 verklaart dat hij al drie jaren bij Toni koopt en dat het nu is overgenomen door iemand anders die te bereiken is op het nummer [telefoonnummer 19] en uit de verklaring van [naam 32] op 8 januari 2021 die verklaart dat hij dit telefoonnummer belde om verdovende middelen te bestellen. Hij had het nummer [telefoonnummer 19] sinds 20 dagen. Voorheen belde hij een ander nummer.
Tevens zijn in de keuken van het pand aan de [adres 1] te Maastricht DNA-sporen en vingerafdrukken van de verdachte aangetroffen op zakjes geld en is een vingerafdruk van hem aangetroffen op een van de zakjes cocaïne.
Medeverdachte [medeverdachte 2]
Vanaf 27 oktober 2020 is er contact tussen de telefoonnummers van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .
De rechtbank kan deze telefoonnummers in verband brengen met deze verdachten omdat het telefoonnummer [telefoonnummer 22] wordt aangetroffen in de telefoon die [medeverdachte 2] bij zijn aanhouding bij zich heeft en bij het contact [naam 24] in zijn telefoon een foto van [medeverdachte 1] staat.
Tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] is op 27 oktober 2020 contact waarin [medeverdachte 1] vraagt om foto’s van een ‘ossotje’. Het is een feit van algemene bekendheid dat ‘osso’ straattaal is voor huis. [medeverdachte 2] stuurt vervolgens foto’s van het interieur van het pand aan de [adres 1] in Maastricht. Vervolgens heeft [medeverdachte 2] het over ‘assie’ die hij gevonden heeft. Het is een feit van algemene bekendheid dat ‘assie’ straattaal is voor hasj. Vervolgens stuurt [medeverdachte 2] ook een foto van iets dat lijkt op een pakket hasj. [medeverdachte 1] geeft op 28 oktober 2020 aan dat hij niks doet met ‘assie’. Uit het bericht dat [medeverdachte 2] op 29 oktober 2020 naar [naam 24] stuurt blijkt dat [medeverdachte 2] onderdeel wil uitmaken van de organisatie van [medeverdachte 1] .
Op 9 november 2020 geeft [medeverdachte 1] aan dat hij meerdere appartementen heeft waar hij dingen doet. Hij wil het huis waar hij naar op zoek is inrichten als chillplek. [medeverdachte 1] belooft [medeverdachte 2] dat hij er niets gaat leggen, geen junkies, alleen daar geld laten tellen. Vervolgens is uit de berichten op 10 november 2020 af te leiden dat [medeverdachte 2] daadwerkelijk een pand geregeld heeft voor [medeverdachte 1] . Op 17 november 2020 merkt [medeverdachte 2] dat in dit pand toch drugs liggen en geeft hij [medeverdachte 1] te kennen dat dit niet de afspraak was . Op 25 november 2020 worden in het pand aan de [adres 1] verdovende middelen aangetroffen. Hieruit concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 2] het pand aan de [adres 1] heeft geregeld voor [medeverdachte 1] zodat hij het als ‘chillplek’ voor ‘zijn jongens’ kon gebruiken. Uiteindelijk is dit pand gebruikt als stashplek en om vanuit daar handel te drijven in verdovende middelen.
Conclusie wat betreft feiten 1, 2, 3 en 5
Partiële vrijspraak verdovende middelen [adres 2]
De rechtbank zal de verdachte vrijspreken voor wat betreft het aanwezig hebben van de aangetroffen verdovende middelen in het pand aan de [adres 2] in Maastricht. Er is geen enkele aanwijzing dat de verdachte in het pand aan de [adres 2] is geweest of dat hij op de hoogte was van of beschikkingsmacht had over de daar aangetroffen verdovende middelen.
Deelname criminele organisatie, export van en handel in verdovende middelen
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor over de rol van [verdachte] is weergegeven wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte [verdachte] van 25 november 2020 tot en met
9 februari 2021, deel heeft genomen aan een crimineel samenwerkingsverband gericht op de export van en handel in harddrugs en zich gedurende dezelfde periode samen met de medeverdachten schuldig heeft gemaakt aan deze export en handel. De rechtbank acht ook de export bewezen nu enerzijds uit de bewijsmiddelen blijkt dat de organisatie in België drugs bezorgde aan huis en anderzijds de clientèle van de organisatie grotendeels bestond uit mensen die woonachtig waren in België en die de drugs terug over de grens mee namen naar huis. In dat laatste geval is naar het oordeel van de rechtbank sprake van zogenaamde verlengde uitvoer.
Verweer aanwezig hebben verdovende middelen
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat de aangetroffen DNA-sporen en dactyloscopische sporen op de zakjes verdovende middelen op de [adres 1] niet kunnen bijdragen aan het bewijs, omdat dit verplaatsbare objecten zijn. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze sporen aan te merken als een daderspoor. Van de verdachte mag vervolgens worden verlangd dat hij een alternatief scenario op activiteitenniveau aandraagt hoe deze sporen op de zakjes terecht kunnen zijn gekomen. Een dergelijke verklaring heeft hij niet gegeven. Mede gezien de rol van verdachte [verdachte] in de criminele organisatie, maakt dit dat de rechtbank bewezen acht dat de verdachte wetenschap had van en beschikkingsmacht had over de verdovende middelen aangetroffen in dit pand.
Derhalve acht de rechtbank hem eveneens schuldig aan het samen met anderen opzettelijk aanwezig hebben van de voorraad verdovende middelen in het pand aan de [adres 1] in Maastricht.
Feit 3
Witwassen
De officier van justitie heeft betoogd dat niet vast te stellen is wat de herkomst van het aangetroffen geldbedrag is. De rechtbank volgt deze redenering niet en concludeert op grond van de bewijsmiddelen dat dit direct afkomstig is van de handel in verdovende middelen. Het geldbedrag (€ 14.140,-) is immers aangetroffen in het pand aan de [adres 1] in Maastricht in de keuken, in de directe nabijheid van de verdovende middelen, namelijk in een ruimte tussen de oven en de bovenkastjes. Bovendien heeft [medeverdachte 3] ter terechtzitting verklaard dat het totaalbedrag van € 255.510,-, aangetroffen in beide panden, de opbrengst betrof van de handel in verdovende middelen gedurende ongeveer drie maanden.
Hieruit volgt dat het geldbedrag van € 14.140,- afkomstig is van de handel in harddrugs door de organisatie Toni. De rechtbank moet vervolgens de vraag beantwoorden of de aanwezigheid van dit geldbedrag een bewezenverklaring voor witwassen, subsidiair eenvoudig witwassen oplevert.
Primair, witwassen
De verdachte heeft geen handelingen verricht die hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het geld. Het aantreffen van het geld achter een plank tussen de oven en de bovenkasten in de keuken in het pand aan de [adres 1] , voldoet niet aan het vereiste verhullingselement. Derhalve kan niet bewezen worden dat er sprake is geweest van witwassen als bedoeld in artikel 420bis Sr, zoals aan de verdachte primair wordt verweten.
Subsidiair, eenvoudig witwassen
Op twee zakjes met geld aangetroffen in het pand aan de [adres 1] zijn DNA-sporen en vingerafdrukken van [verdachte] aangetroffen. Hetgeen hiervoor is overwogen aangaande het verweer van de raadsvrouw over verplaatsbare objecten geldt ook hier. Gelet op het aantreffen van deze sporen mocht er van de verdachte een verklaring verlangd worden. Die heeft hij niet gegeven. De rechtbank concludeert daarom dat het de verdachte is geweest die deze pakketten geld in handen heeft gehad. Hij was ook op de hoogte van de criminele herkomst ervan, nu hij degene was die de drugslijn en handel, waarmee veel geld was verdiend, na 25 november 2020 heeft voortgezet.
Derhalve acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het geldbedrag aangetroffen op de [adres 1] in Maastricht op 25 november 2020 samen met anderen voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat dit van enig eigen misdrijf afkomstig was , namelijk de handel in verdovende middelen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1
in de periode van 25 november 2020 tot en met 9 februari 2021 in de gemeente Maastricht, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid en 10a, eerste lid Opiumwet;
2
op 25 november 2020 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (op het adres [adres 1] ) een hoeveelheid van in totaal 138,43 gram van een materiaal bevattende cocaïne en ongeveer 330,74 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en heroïne middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3 subsidiair
op 25 november 2020, in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met anderen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal € 14.140,-, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
4
in de periode van 25 november 2020 tot en met 9 februari 2021 in de gemeente Maastricht, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en cocaïne middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en 10a, eerste lid van de Opiumwet;
feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3 subsidiair:
eenvoudig witwassen;
feit 4:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van drie jaren met aftrek van het voorarrest en een geldboete ter hoogte van
€ 40.000,-, waarvan € 10.000,- voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit aan de verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, waarvan het onvoorwaardelijk gedeelte gelijk is aan de reeds ondergane voorlopige hechtenis, eventueel in combinatie met een taakstraf in plaats van een geldboete.
Voorts heeft de raadsvrouw verzocht rekening te houden met de straf die aan de medeverdachte [medeverdachte 4] is opgelegd, die een grotere rol vervulde dan de verdachte.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich samen met de medeverdachten in georganiseerd verband beziggehouden met grootschalige export van en handel in harddrugs in Maastricht en omgeving. Het netwerk Toni stond in Maastricht en omstreken, maar ook in België, bekend als hèt drugsnetwerk waar je heroïne en cocaïne kon bestellen. Het netwerk bestond al jaren toen de verdachte in beeld kwam. Toen een groot deel van de medeverdachten was aangehouden en de stashpanden waren doorzocht, is het de verdachte geweest die de handel heeft voortgezet, aangestuurd door medeverdachte [medeverdachte 1] , die in Dubai verbleef. Gelet op de grote schaal waarop en de lange periode waarin de handel heeft plaatsgevonden zijn er miljoenen mee verdiend. De verdachte heeft gedurende een betrekkelijk korte periode deel uitgemaakt van het netwerk Toni, maar wel direct een heel belangrijke rol vervult. Niet iedere dealer krijgt immers een bestellijn in beheer waarmee de grootschalige drugshandel kan worden voortgezet. Kennelijk had medeverdachte [medeverdachte 1] voldoende vertrouwen in de verdachte.
Het behoeft geen betoog dat harddrugs een zeer grote bedreiging vormen voor de volksgezondheid en de veiligheid in de samenleving. Niet alleen zijn er gebruikers die strafbare feiten plegen om aan hun drugs te kunnen komen, maar ook vinden er strafbare feiten plaats zoals bedreigingen, afpersingen, wapenbezit, mishandelingen en zelfs liquidaties gepleegd tussen handelaren en producenten onderling. Zeker een stad als Maastricht heeft veel te lijden onder de overlast van het drugstoerisme vanuit België en Duitsland. Hier dient dan ook hard tegen te worden opgetreden.
Persoon van de verdachte
Het beeld dat de reclassering beschrijft in haar rapport van 8 mei 2024 is hetzelfde beeld dat de rechtbank heeft gekregen van de persoon van de verdachte. De verdachte is moeilijk te doorgronden en heeft een gesloten houding, ook ter terechtzitting van 4 juli 2024. Hij lijkt zijn zaken op orde te hebben en spijt te hebben, maar licht dit niet toe. Het is de rechtbank dan ook niet duidelijk of de verdachte spijt heeft van het feit dat hij is aangehouden of van het feit dat hij zich met criminele activiteiten heeft ingelaten. Zoals de reclassering beschrijft zal uit de toekomst moeten blijken of hij zijn leven daadwerkelijk aan het beteren is en gebroken heeft met oude contacten.
Indien je je hebt begeven in het milieu van het snelle geld, is het lastig om je daaraan te onttrekken. Alhoewel andere leden van de organisatie zijn aangehouden en een aantal van hen zijn veroordeeld, is de leider van de organisatie nog steeds op vrije voeten en zal de verdachte zich moeten blijven weren tegen verleidingen om op een illegale wijze geld te verdienen.
Procesafspraken medeverdachten
De zaken van twee medeverdachten, [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] , zijn afgedaan middels procesafspraken. Het maken van procesafspraken is een manier om zaken efficiënter en sneller af te kunnen doen. Omdat de effectiviteit van een strafrechtelijke afdoening in belangrijke mate wordt bepaald door de snelheid waarmee die kan plaatsvinden, kan met procesafspraken een bijdrage geleverd worden aan de belangen van verdachten, slachtoffers en de maatschappij. In het geval van procesafspraken ziet de verdediging af van onderzoekwensen, betwist de verdachte niet hetgeen hem ten laste wordt gelegd en ziet de verdachte af van rechtsmiddelen. Op die manier bereiken de officier van justitie en de verdediging uiteindelijk overeenstemming over de bewezenverklaring en de kwalificatie.
De rechtbank stelt voorop dat in zijn algemeenheid geldt dat een verdachte aan met een
medeverdachte gemaakte procesafspraken geen rechten kan ontlenen. Nu de insteek en het doel van procesafspraken geheel anders is dan een inhoudelijke behandeling van de zaak ter terechtzitting, kan een uiteindelijk opgelegde straf in het kader van procesafspraken op geen enkele wijze worden vergeleken met een strafoplegging in het kader van een reguliere afdoening. De uitspraken in dergelijke zaken, zoals die van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] , zijn dan ook niet te beschouwen als soortgelijke jurisprudentie waar rekening mee gehouden zou kunnen worden. Daarom zal de rechtbank geen acht slaan op de strafopleggingen in die zaken.
Redelijke termijn
De rechtbank zal in strafmatigende zin rekening houden met de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden. De rechtbank is van oordeel dat deze termijn is overschreden en dat deze overschrijding verdisconteerd moet worden in de strafoplegging.
De Hoge Raad heeft in zijn uitleg van de redelijke termijn als uitgangspunt genomen dat de behandeling van een zaak in eerste aanleg dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de redelijke termijn is aangevangen. De verdachte is op 9 februari 2021 in verzekering gesteld. Dit is de eerste formele daad van vervolging geweest waaraan de verdachte in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat jegens hem strafvervolging zou worden ingesteld. De rechtbank had derhalve vóór 9 februari 2023 vonnis moeten wijzen, maar zal dit doen op 16 september 2024. Dit betekent dat de redelijke termijn met ruim
19 maanden is overschreden. Met deze overschrijding zal de rechtbank, overeenkomstig de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, rekening houden bij de bepaling van de straf.
Straf
Gelet op de oriëntatiepunten van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) kan reeds voor de uitvoer van 2 tot 3 kilo harddrugs een gevangenisstraf opgelegd worden van 30 tot 36 maanden. Voor het handelen in harddrugs gedurende één tot drie maanden kan in beginsel een gevangenisstraf worden opgelegd van zes maanden. Daar komt nog bij de deelname aan de criminele organisatie, het aanwezig hebben van ongeveer 500 gram harddrugs en het witwassen.
De rechtbank zal, zoals hiervoor benoemd, bij de oplegging van de straf rekening houden met de overschrijding van de redelijke termijn. Indien deze termijn niet was overschreden had de rechtbank de verdachte een gevangenisstraf opgelegd van 30 maanden. Rekening houdend met deze overschrijding, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van
24 maanden met aftrek van het voorarrest passend en geboden. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat bij de ernst van de feiten ook een geldboete past, nu het handelen van de verdachte ingegeven is geweest door de wens gemakkelijk geld te verdienen. De rechtbank zal de verdachte daarom tevens een geldboete opleggen van € 15.000,-.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

8.Het beslag

De in het dictum genoemde inbeslaggenomen mobiele telefoons, Apple en Nokia, zullen verbeurd worden verklaard, nu dit voorwerpen zijn met betrekking tot welke de feiten zijn begaan. De inbeslaggenomen € 600,- zal aan de verdachte worden geretourneerd.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 23, 24c, 33, 33a, 47, 57, 63, 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 11b van de Opiumwet.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het onder 3 primair tenlastegelegde;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal volgt, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 110 dagen;

Beslag

- verklaart verbeurd het de volgende in beslag genomen voorwerpen:
1. GSM, goednummer: 1396462
1. GSM, goednummer: 1392187
- gelast de teruggave van het volgende in beslag genomen voorwerp aan [verdachte] :
€ 600,-, goednummer: 1392217.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Loof, voorzitter, mr. D. Osmić en mr. M.E.M.W. Nuijts, rechters, in tegenwoordigheid van J.G.A.M. Spijkers en mr. E.P.W.E. Bekkers, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 16 september 2024.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2020 tot en met 09 februari 2021 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, 10a eerste lid, 11 derde, vijfde lid en/of 11a Opiumwet;
2
hij op of omstreeks 25 november 2020 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (op het adres [adres 2] ) ongeveer 1924,53 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 89,34 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of (op het adres [adres 1] ) een hoeveelheid van in totaal ongeveer 521,61 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 330,74 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
hij op of omstreeks 25 november 2020, in de gemeente Maastricht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer € 14.140,-, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 november 2020, in de gemeente Maastricht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer € 14.140,-, heeft verworven en/of voorhanden gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
4
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2020 tot en met 9 februari 2021 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Voetnoten

4.ECLI:EU:C:2024:372.
5.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van Districtsrecherche Zuid-West-Limburg, Onderzoek: Roca / LB3R202249, gesloten d.d. 25 juli 2021, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 7303.
6.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 november 2020, p. 1191, 1192, 1194, 1196, 1197, 2046, 1198, 1199, 1202 t/m 1204, 1208 t/m 1211, 3881, 3885, 3887 en 1211 t/m 1213.
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 november 2020, p. 1135 en 1136.
8.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2017, p. 122.
9.Het proces-verbaal verhoor getuige [naam 23] bij de rechter-commissaris, d.d. 21 december 2022.
10.Het proces-verbaal van bevindingen (gebruikersgegevens bestelnummers), p. 3906.
11.Het proces-verbaal van bevindingen (IMSI-catcher), p. 3928.
12.Het proces-verbaal van bevindingen (bestelnummers i.c.m. [medeverdachte 1] ), p. 3908.
13.Het proces-verbaal van bevindingen (beelden observatie woning [medeverdachte 1] ), p. 3913.
14.Het proces-verbaal van bevindingen (masten telefoons [medeverdachte 1] op 26 augustus 2020), p. 3924.
15.Het proces-verbaal van bevindingen (observatie mast/baken op 14 september 2020), p. 3950 en 3951.
16.Het proces-verbaal van bevindingen (reis naar Marokko), p. 3966 en 3976.
17.Het proces-verbaal van bevindingen (tapgesprekken [naam 25] ), p. 4051, 4055 en 4059.
18.Het proces-verbaal van bevindingen (terugkomst naar Nederland), p. 3991 en 3992.
19.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek frequente bellers [naam 25] en [naam 29] ), p. 4012 en 4013.
20.Het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 25] , d.d. 14 december 2020, p. 6295.
21.Het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 25] , d.d. 14 december 2020, p. 6303 tot en met 6308.
22.Het proces-verbaal van bevindingen (Whatsappgesprek tussen [naam 25] en [telefoonnummer 11] ), p. 6661, 6662 en 6667.
23.Het proces-verbaal van bevindingen (stemherkenning [medeverdachte 1] ), p. 6748.
24.Het proces-verbaal van observatie (Renault Megane [kenteken 1] op 9 september 2020), p. 3945.
25.Het proces-verbaal van bevindingen (gegevens baken Renault Megane [kenteken 1] ), p. 4128, 4129 en 4131.
26.Het proces-verbaal van bevindingen (samenvatting tapgesprekken [telefoonnummer 12] ), p. 4170, 4171, 4216, 4228 en 4230.
27.Het proces-verbaal van bevindingen (beschrijving beslag [medeverdachte 3] ), p. 5496 en 5497.
28.Het proces-verbaal van bevindingen (wisseling IMEI-nummers), p. 4079.
29.Het proces-verbaal van bevindingen (opwaarderen 10 oktober 2020), p. 4104 t/m 4106.
30.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek mastgegevens), p. 4082.
31.Het proces-verbaal van bevindingen (tapgesprekken [medeverdachte 4] ), p. 4395 e.v.
32.Het proces-verbaal van bevindingen ( [medeverdachte 4] noemt zich Tonie vanaf 10 oktober 2020), p. 5381, 5385, 5386, 5390 en 5392.
33.Het proces-verbaal van bevindingen (relaas tapgesprekken bestelnummers), p. 4970 en 4971.
34.Het proces-verbaal van bevindingen (aantreffen telefoons [medeverdachte 4] ), p. 5577.
35.Het proces-verbaal van bevindingen (bevindingen Iphone [medeverdachte 4] ), p. 5612.
36.Het proces-verbaal van bevindingen (bevindingen m.b.t. baken [adres 1] Maastricht), p 5401 en 5409.
37.Het proces-verbaal van bevindingen (doorzoeking Citroën Cactus), p. 5571.
38.Het proces-verbaal van bevindingen (doorzoeking [adres 1] te Maastricht), p. 500 en 501.
39.Het proces-verbaal forensisch indicatief onderzoek verdovende middelen, p. 6445 t/m 6452.
40.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen met in de bijlagen NFI-rapporten, p. 6628 t/m 2237.
41.Het proces-verbaal vooronderzoek lab, p. 6490 en 6491.
42.De deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek, p. 6515.
43.Het proces-verbaal vooronderzoek lab, p. 6528
44.Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, p. 6551.
45.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 32] , d.d. 8 januari 2021, p. 6240.
46.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 19] d.d. 9 januari 2021, p. 6243.
47.Het proces-verbaal van bevindingen (observatie en aanhouding [verdachte] ), p. 6683 en 6648.
48.Het proces-verbaal van bevindingen (aanhouding [verdachte] ), p. 6686.
49.Het proces-verbaal van bevindingen (inbeslaggenomen mobiele telefoon, Nokia), p. 6647.
50.Het proces-verbaal van bevindingen (bevraging ICCID-nummer Nokia), p. 6688.
51.Het proces-verbaal vooronderzoek lab, p. 6650 en 6651.
52.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. 6653.
53.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Iphone 12 [verdachte] ), p. 7009, 7010, 7013, 7014, 7217 en 7218.
54.Het proces-verbaal van bevindingen (Iphone 7 [verdachte] ), p. 6908
55.Het proces-verbaal van bevindingen (SkyECC communicatie), p. 7276, 7277, 7286, 7287 en 7288.
56.Het proces-verbaal van bevindingen (uitlezen telefoon 20-0169-043), p. 6105.
57.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telefoon [medeverdachte 2] ), p. 6136 t/m 6164.
58.Het proces-verbaal van bevindingen (samenvatting tapgesprekken [telefoonnummer 12] ), p. 4175, 4176 en 4332.