ECLI:NL:RBLIM:2024:7127
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen deken van de Orde van Advocaten Limburg inzake aanlevering van kengetallen en inlichtingen
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser behandeld. Eiser heeft beroep aangetekend tegen het verzoek van de deken van de Orde van Advocaten Limburg om aanlevering van financiële gegevens, de zogenaamde kengetallenopgave over 2022, en een verzoek om inlichtingen in het kader van proactief toezicht. De voorzieningenrechter heeft op 11 juni 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en mr. E.J.M. Rosier, de deken, aanwezig waren. De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek van de deken niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser betwist dat het verzoek geen rechtsgevolg heeft, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek geen verandering in de juridische positie van eiser teweegbrengt. De voorzieningenrechter wijst het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening af, waardoor eiser geen griffierecht terugkrijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan op 11 oktober 2024 en is openbaar uitgesproken.